Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de partneralimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, stelde dat de vrouw samenwoonde met een nieuwe partner, wat volgens artikel 1:160 van het Burgerlijk Wetboek de onderhoudsverplichting beëindigt. Het hof oordeelde dat de vrouw niet in staat was het bewijsvermoeden van samenwoning te ontzenuwen. De vrouw had getuigen gehoord, maar de verklaringen waren inconsistent en niet geloofwaardig. Het hof concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de vrouw en haar nieuwe partner, [A], samenleefden als waren zij gehuwd. De alimentatieverplichting van de man eindigde daarom met ingang van 22 november 2012. De beslissing van de rechtbank Midden-Nederland werd vernietigd en de alimentatieverplichting werd beëindigd. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, aangezien de partijen gewezen echtgenoten zijn.