mw. mr. E.H. Schulten

Het hof verklaart Consumentenbond c.s. ontvankelijk in vorderingen a tot en met e, maar niet-ontvankelijk in vorderingen f tot en met h. Vordering op grond van artikel 843a (oud) Rv afgewezen.

Hoger beroep over non-conformiteit van klimaatsystemen in elektrische bussen; schending hoor en wederhoor door rechtbank.

Het hof oordeelt dat er op 23 april 2020 een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen DK Trade en Docmorris voor 500.000 stuks handdesinfectiemiddelen.

Het hof wijst de vordering van [YY] af, omdat deze geen vorderingsrecht heeft op grond van artikel 22 Rv en de vordering ex artikel 843a Rv onvoldoende bepaald is.

Het hof heeft de procedure geschorst en hervat, waarbij [persoon A] als nieuwe procespartij in de plaats van [XX] treedt. De beslissing over proceskosten is aangehouden tot de eindbeslissing.

Hoger beroep over de ontvankelijkheid en bewijs van koopovereenkomst; [appellant] niet ontvankelijk verklaard; vorderingen [geïntimeerde] toegewezen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; proceskostenveroordeling aan de zijde van ABP.

Hoger beroep kort geding over bewijsbeslag en onrechtmatige concurrentie; vorderingen van [appellante] afgewezen, bewijsbeslag opgeheven.

Vordering tot terugbetaling van € 12.749,- door gedaagde aan eiser, met erkenning van slechts één lening. Hof oordeelt dat er voldoende bewijs is voor deze lening.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.

Het hof wijst de incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging af en houdt de beslissing over proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak.

Het hof oordeelt dat de appellante zekerheid moet stellen voor proceskosten van € 18.973,- in hoger beroep, binnen vier weken na het arrest.

Hoger beroep over de vraag of een maatschap tot stand is gekomen; het hof bevestigt de eerdere uitspraak en bekrachtigt dat er geen verplichting bestaat voor de vereffenaar om uitvoering te geven aan de maatschapsovereenkomst.

Hoger beroep over de vraag of er sprake was van dwaling bij de aankoop van een internetonderneming. Het hof oordeelt dat er geen bewijs is van gekochte Instagramvolgers en dat er geen schending van de mededelingsplicht is.

Het hof oordeelt dat de afnameverplichting van 150 ton per week eerder een richtsnoer was dan een strikte verplichting. [geïntimeerde] was niet in verzuim en de vorderingen van [appellante] worden afgewezen.

Het hof bevestigt de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [geïntimeerde] in een geschil over een raamovereenkomst voor warmtebehandeling van slotplaten, en oordeelt dat de aansprakelijkheid is beperkt tot de opdrachtsom.

Hoger beroep tegen tussenvonnis ex artikel 843a Rv; beide partijen niet-ontvankelijk verklaard; proceskosten gecompenseerd; zaak terug naar rechtbank.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat er een forumkeuzebeding bestaat ten gunste van de Spaanse rechter, waardoor Raintec niet ontvankelijk is in haar vorderingen.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is in deze zaak van onrechtmatige daad tussen Spaanse en Nederlandse vennootschappen.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verwijst een hoger beroep naar het gerechtshof Den Haag op basis van artikel 62b RO, vanwege de betrokkenheid van de raadsheer-plaatsvervanger.

De wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft het wrakingsverzoek van de verzoeker buiten behandeling gesteld wegens gebrek aan motivering. Een volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

Het hof wijst de vordering tot bestuurdersaansprakelijkheid af, omdat niet is komen vast te staan dat de bestuurders wisten dat de vennootschap haar verplichtingen niet kon nakomen. Ook de vordering op grond van pauliana wordt afgewezen.

Hoger beroep over afrekening adviesovereenkomst tussen Envisio en Nutricia; vorderingen Envisio afgewezen, proceskosten vergoed.

Het hof schorst de uitvoerbaarheid bij voorraad van een vonnis in een faillissementszaak, op voorwaarde dat [appellante] € 23.114,29 stort op de derdengeldrekening van haar advocaat.

Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk in het hoger beroep wegens het niet tijdig indienen van de memorie van grieven en veroordeelt hem in de proceskosten.

Het hof oordeelt dat de kraanmachinist zelf haar werkzaamheden heeft beëindigd, wat leidt tot afwijzing van haar vorderingen. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bekrachtigd.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzet wegens termijnoverschrijding. Het hof vernietigt het vonnis en verklaart appellant ontvankelijk in verzet.

Het hof heeft de vorderingen van [appellante] ex artikel 351 en 235 Rv afgewezen, omdat geen restitutierisico is aangetoond en de belangenafweging niet in haar voordeel uitviel.

Het hof ontslaat appellanten van instantie wegens te late betaling van griffierecht en veroordeelt hen in de proceskosten.

Verzoek om verschoning toegewezen wegens schijn van partijdigheid van de raadsheer die eerder betrokken was bij de zaak.

Appellanten moeten de vaststellingsovereenkomst nakomen en hebben het concurrentiebeding geschonden. Het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst de vorderingen van appellanten af.

Het hof benoemt een deskundige voor onderzoek naar een subsidieaanvraag in een civiele procedure tussen een V.O.F. en een B.V. en bepaalt dat de appellante het voorschot op de deskundigenkosten betaalt.

Hoger beroep van [X advies B.V.] niet-ontvankelijk verklaard; proceskostenveroordeling aan de zijde van [X] Advies en Bewindvoering WSNP.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart BEBU Bewindvoering B.V. niet-ontvankelijk in hoger beroep wegens te late appeldagvaarding, met proceskostenveroordeling.

Hoger beroep over aansprakelijkheid bij aankoop van een zieke puppy; vordering tot schorsing van het vonnis afgewezen, maar zekerheidstelling toegewezen.

Het hof verklaart appellante niet-ontvankelijk in het hoger beroep na faillissement en veroordeelt haar in de proceskosten.

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering tot herstel van een kennelijke fout af, waarbij het oordeelt dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor herstel vatbaar was.

Hoger beroep over de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag op een overeenkomst tussen IBS Engineering GmbH en Holland Filter B.V. Het hof bevestigt dat de overeenkomst onder het WKV valt en dat IBS verplicht is het filter af te nemen.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 23 juli 2024 de hoofdzaak van Volkswagen AG verwezen naar het gerechtshof Amsterdam wegens verknochtheid in een dieselgate-zaak.

Hoger beroep over vordering tot terugbetaling van € 10.000,- voor begrafeniskosten, afgewezen door de kantonrechter. Hof bekrachtigt vonnis en wijst proceskosten toe aan geïntimeerden.

Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk in hoger beroep tegen tussenvonnis en veroordeelt hem in proceskosten van € 1.741,00.

Hoger beroep van Stichting Woonpartners over huurkorting en ontruiming. Hof schorst tenuitvoerlegging huurkorting per 1 mei 2024.

Het hof oordeelt dat DESO recht heeft op inzage in administratieve bescheiden van de geïntimeerden, die verband houden met een eerdere procedure. De vordering wordt toegewezen op grond van artikel 843a Rv.

Appellant is niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen Vesteda, omdat geen grieven zijn aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep.

Het hof heeft de vordering tot voeging van [eiser in incident] aan de zijde van de VvE toegewezen en de procedure voor bepaalde vorderingen geschorst. De beslissing over proceskosten is aangehouden.

Het hof wijst de vordering in het incident af en houdt de beslissing over proceskosten aan tot de eindbeslissing in de hoofdzaak.

Het hof bekrachtigt de afwijzing van de vorderingen van de appellant tegen de Gemeente Breda inzake de onderhandse verkoop van percelen aan [de B.V.], oordelend dat de appellant niet als serieuze gegadigde kan worden aangemerkt.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft appellanten ontslagen van instantie wegens niet verschijnen en hen veroordeeld in de proceskosten tot € 1.540,97.

Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk in hoger beroep wegens eisvermindering; proceskosten vastgesteld op € 1.819,-.

Hoger beroep over fraude bij schadevergoeding na brand in koeienstal. [appellant] moet € 170.000,- terugbetalen aan Achmea wegens onverschuldigde betaling.