Uitspraak
1.Fiam N.V.,
Fiam,
RPF Producao Florestal Ltda,
RDF,
Fiam c.s.,
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
31 augustus 2011, 1 februari 2012, 9 mei 2012, 4 juli 2012 van de rechtbank Zwolle-Lelystad alsmede van 24 april 2013 en 4 december 2013 van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad).
2.Het geding in hoger beroep
24 april 2013 en 4 december 2013;
3.Ten aanzien van de feiten
[X].
volgens de bepalingen van de correspondentie van 23/01/2008, ondertekend door [Y] en EG. te Duits, in deze akte vertegenwoordigd door [bestuurder], Nederlander, ondernemer, gehuwd onder Nederlandse gemeenschap van goederen (…) woonachtig en verblijvend … te [plaats 3] - Nederland, op zijn beurt vertegenwoordigd door de voor de persoonlijke en zakelijke doeleinden gevolmachtigde [X](…)"
6. Het bestuur van de vennootschap wordt uitgeoefend door aandeelhouder [bestuurder], die de firmanaam mag gebruiken en de vennootschap actief en passief vertegenwoordigen, in en buiten rechte.
4.De vorderingen en de beslissingen in eerste aanleg
Fiam c.s. hebben gehandeld en verwijzing naar de schadestaat.
5.De vermeerdering van eis
[geïntimeerden] om de rechtmatige toestand te herstellen, te beoordelen naar Nederlands recht;
6.De beoordeling van het incidenteel appel
7.De beoordeling van het principaal appel
legal opiniondie Fiam c.s. in het geding hebben gebracht, van de hand van prof. dr. [Q], is opgesteld in de vorm van een hypothetisch vonnis - klaarblijkelijk uitsluitend gebaseerd op (diens interpretatie) van de door RDF verstrekte gegevens - een aantal feitelijke stellingen bevat die niet terugkomen in de processtukken van Fiam c.s. Het hof zal die stellingen verder buiten beschouwing laten. Het hof merkt daarbij voorts op dat een efficiënt verloop van de procedure, gelijk ook de rechtbank heeft opgemerkt, in eerste aanleg is bemoeilijkt doordat het merendeel van de brondocumenten in het Portugees is opgesteld en een vertaling ontbrak. Ook in appel is dit voortgezet: een vertaling van de statuten van RDF- waarop de hele vordering scharniert - is eerst bij akte ter gelegenheid van pleidooi in appel in het geding gebracht. Voor zover de grieven de beslissingen van de rechtbank aanvechten om geen kennis te nemen van onvertaalde in het Portugees gestelde documenten, dan wel van buiten de gestelde termijn overgelegde documenten, falen de grieven. Fiam c.s. hebben alle gelegenheid gehad om deze stukken in appel zo nodig opnieuw in te dienen.
jus fori, de stellingen van Fiam c.s. ordenen en daarna beslissen welk recht op de voldoende concrete stellingen van toepassing is. Die stellingen die onvoldoende met feiten zijn onderbouwd - waaronder begrepen ook de tegenstrijdige stellingen - zal het hof verder buiten beschouwing laten. Daarvan acht het hof het niet nodig in te gaan op de kwalificatievraag naar het toepasselijk recht.
[X]. Op de vraag of sprake is van dit bevoegdheidsgebrek en de gevolgen daarvan is, anders dan partijen stellen, het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (EVO) niet van toepassing - en de Rome I-verordening al helemaal niet, nu de side letter voor de inwerkingtreding van Rome I is gesloten - omdat het EVO in artikel 2 onderdeel e met zoveel woorden bepaalt dat het niet van toepassing is op de rechts- en handelingsbevoegdheid van rechtspersonen. Ook boek 10 BW mist toepassing, gelet op het tijdstip waarop de side letter is gesloten. De vraag of de side letter geldigheid ontbeert wegens een bevoegdheidsgebrek, moet derhalve beoordeeld worden aan de hand van het recht dat de inmiddels door boek 10 BW vervangen Wet conflictenrecht corporaties (WCC) aanwijst. Ingevolge de artikelen 2 en 3 WCC komt zulks neer op het recht van de staat waarnaar RDF is opgericht, derhalve naar Braziliaans recht. Indien geoordeeld wordt dat sprake is van een bevoegdheidsgebrek en vervolgens beoordeeld moet worden of [X] haar vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft overschreden en wat daarvan de consequenties zijn, dan is daarop eveneens Braziliaans recht van toepassing, maar in dat geval langs de wet van artikel 11 van het Haags Vertegenwoordigingsverdrag 1978, nu zowel [X] in Brazilië woonachtig en de side letter daar is gesloten.
legal opinionvan prof. [Q] leidt het hof af dat indien daadwerkelijk sprake is van een bevoegdheidsgebrek, zulks naar Braziliaans recht leidt tot nietigheid (pagina 21 in de vertaling van productie 4 bij de memorie van grieven).
legal opinionvan Fiam c.s. van de hand van prof. [Q] blijkt veeleer dat de side letter een soort overdracht tot zekerheid was en dat die is uitgewonnen in oktober 2008 waarbij het echtpaar [Z] eigenaar van de percelen werd, wat wordt ondersteund door de ten pleidooie overgelegde kadastrale verklaringen van 21 januari 2010 (productie 12 bij de akte ter gelegenheid van het pleidooi in appel) waarin [geïntimeerde 2] niet voorkomt als eigenaar van de daar aangeduide percelen.
[X] bij het aangaan van de side letter. Het hof is van oordeel dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is tot het geven van de gevorderde declaratoire uitspraken naar Braziliaans recht nog daargelaten dat de primaire actoren - [bestuurder] en
[X] - geen partij zijn in deze procedure. Verdere vorderingen tot ongedaanmaking van de sideletter zijn niet ingesteld, zodat ook die niet nopen tot een beslissing omtrent het bevoegdheidsgebrek van [bestuurder].
Ook de tweede oorspronkelijke vordering kan niet worden toegewezen.
legal opinionvan prof. [Q], die klaarblijkelijk de grondslag onrechtmatige daad (naar Nederlands recht) voor het profiteren van het beweerdelijke bevoegdheidsgebrek, naar Braziliaans recht heeft vertaald in een contractuele aansprakelijkheid. Artikel 422 van het Braziliaanse burgerlijk wetboek, dat contractspartijen gebiedt zowel bij het sluiten van de overeenkomst als bij het uitvoeren ervan, de beginselen van integriteit en goede trouw na te leven, biedt volgens prof. [Q] een grondslag voor schadevergoeding voor de benadeelde partij, indien de wederpartij met frauduleuze opzet haar belangen heeft benadeeld.
legal opinionwordt bestreden - staat niet vast dat van een en ander [geïntimeerde 2] een verwijt valt te maken. Het hof leidt uit het stuk van prof. [Q] af (pagina 32 in de vertaling) dat ook naar Braziliaans recht [geïntimeerde 2] eerst aansprakelijk is als er sprake is van handelingen van zijn zijde. Prof. [Q] heeft het in dit verband over samenspanning.
23 januari 2008). Deze luidt als volgt:
RDF Xibuy II op 25 april 2007 had gekocht van Eco Brasil Holanda Andirá LTDA voor BRL 15.000 en dat het echtpaar [Z] deze op 29 oktober 2008 heeft gekocht van RDF voor BRL 33.020. Bij Terra Preta is RDF op 15 maart 2007 eigenaar geworden door koop van Eco Brasil voornoemd voor BRL 29.000 en is het echtpaar [Z] eigenaar geworden voor een koopprijs van BRL 91.800. Van de andere percelen zijn geen gegevens overgelegd, doch deze gegevens vormen niet direct een aanwijzing dat [Z] de bospercelen ver onder de prijs heeft aangeschaft: ten pleidooie hebben Fiam c.s. desgevraagd niet ontkend dat er op dat moment nog problemen waren rond de kapvergunning.
8.De slotsom
3 procespunten naar tarief II.
9.De beslissing
24 april 2013 en 4 december 2013;