ECLI:NL:GHARL:2015:63
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing en ontvankelijkheid van grootouders in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, [kind], die is geboren uit de relatie van de moeder en de vader. De moeder is alleen belast met het gezag over [kind]. De kinderrechter heeft eerder de stichting gemachtigd om [kind] uit huis te plaatsen, en deze machtiging is verlengd. De grootouders van [kind] hebben in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland te schorsen, maar het hof heeft geoordeeld dat zij niet-ontvankelijk zijn in hun verzoek. Het hof overweegt dat de grootouders niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij niet belast zijn met het gezag over [kind] en [kind] sinds augustus 2013 niet door hen is verzorgd.
Het hof heeft de feiten en de procedure in eerste aanleg in acht genomen, waaronder de eerdere beschikking van de rechtbank en de mondelinge behandeling. De grootouders hebben aangevoerd dat de plaatsing van [kind] in een neutraal pleeggezin niet in haar belang is en dat zij bij [verzoekster 1] moet blijven wonen. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de huidige pleegplaatsing noodzakelijk is voor de stabiliteit en ontwikkeling van [kind]. De verstoorde familieverhoudingen en de communicatieproblemen tussen de betrokken partijen zijn ook meegewogen in de beslissing. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van [kind] voorop staat.