In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 3 februari 2015, staat de annulering van een koopovereenkomst door een consument centraal. De appellant, die een keuken had besteld bij Brugman Keukens & Badkamers BV, heeft op 21 januari 2011 een koopovereenkomst ondertekend. Door persoonlijke omstandigheden, waaronder de afwijzing van een subsidie door de gemeente voor een badkamer, heeft de appellant op 23 januari 2011 de overeenkomst geannuleerd. De algemene voorwaarden van Brugman, die van toepassing waren op de koopovereenkomst, stipuleerden dat bij annulering een schadevergoeding van 30% van de koopsom verschuldigd was. Brugman heeft in eerste aanleg betaling van deze annuleringskosten gevorderd, wat door de kantonrechter werd toegewezen.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat Brugman met de annulering heeft ingestemd en geen aanspraak heeft gemaakt op de annuleringskosten. Het hof oordeelt dat de appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat Brugman instemde met de annulering. Het hof benadrukt dat de appellant contractspartij is en dat hij op basis van de algemene voorwaarden 30% van de koopsom aan Brugman verschuldigd is. Het hof moet ambtshalve onderzoeken of het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is, zoals bedoeld in artikel 6:233 BW. Brugman wordt toegelaten tot het leveren van tegenbewijs dat de 30% annuleringskosten een redelijke vergoeding zijn voor door haar geleden verlies of gederfde winst. De verdere beslissing wordt aangehouden.