Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
8 september 2015
[Z]Zwitserland (hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
162.638 268.116│ CA UIHNV
1.165 4.790
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
- de Inspecteur terecht een bedrag ter zake van het privégebruik van de auto tot het inkomen uit dienstbetrekking van belanghebbende heeft gerekend;
- de Inspecteur terecht het Bedrag als resultaat uit overige werkzaamheden heeft aangemerkt,
- de Inspecteur bevoegd is het Bedrag na te vorderen en
- de Rechtbank ten onrechte de boete met 15 percent heeft verminderd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn.
4.Beoordeling van het geschil
- [P] is afgezien van enkele vermogensrechten een lege vennootschap,
- [P] heeft geen personeel in dienst,
- [P] heeft geen vermogen of expertise op het gebied van vastgoed,
- van de door [V] (r.o. 2.38) gestelde volmacht aan belanghebbende om [P] te vertegenwoordigen ontbreekt elk nader bewijs, zoals een ondertekende volmacht, een vergoeding of het dragen van kosten die de gevolmachtigde heeft gemaakt,
- uit niets volgt dat [P] kosten heeft gemaakt ter zake van de [AA] of het inhuren van expertise voor de totstandkoming van de [AA] ,
- een activering van een recht uit de [AA] ontbreekt op de balans van [P] ultimo 2004,
- [P] heeft in haar jaarstukken de ontvangst van het Bedrag niet als winst uit de vervreemding van een recht maar als “fee” verantwoord,
- de naam van [P] komt vóórdat de bate uit de [AA] is opgekomen in geen enkel stuk voor,
- geen van de bij de [AA] betrokken partijen ( [I] , [CC] -groep, de heren [KK] ) heeft blijk gegeven [P] te kennen, met uitzondering van belanghebbende en
- in de administratie van de [CC] -groep zijn geen aanwijzingen aangetroffen van enige betrokkenheid van [P] bij de [AA] .