In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in een incidentele vordering tot voeging in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Amlin Europe N.V. en M-Shipping B.V. als appellanten, en Coops en Nieborg Hijstechniek B.V. als geïntimeerde. Amlin c.s. hebben Coops en andere partijen in eerste aanleg gedagvaard, waarbij de rechtbank Noord-Nederland op 5 juni 2013 de vorderingen in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak heeft afgewezen. Amlin c.s. hebben vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Coops heeft ook hoger beroep ingesteld in de vrijwaringszaak. Tijdens de procedure in hoger beroep hebben [appellanten] een incidentele conclusie tot voeging genomen om zich aan de zijde van Coops te voegen. Het hof heeft geoordeeld dat [appellanten] een belang hebben bij de uitkomst van de hoofdzaak, aangezien deze invloed kan hebben op hun rechtspositie in de vrijwaringszaak. Het hof heeft de incidentele vordering tot voeging toegewezen en de kosten van het incident gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van [appellanten].