ECLI:NL:GHARL:2015:8262

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 november 2015
Publicatiedatum
3 november 2015
Zaaknummer
200.178.652
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning in kort geding door ernstige overlast en bedreiging

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding betreffende de ontruiming van een huurwoning. De appellant, Kloos Bewindvoerders B.V., vertegenwoordigt een huurder die sinds 10 oktober 1988 een woning huurt van de Stichting Mitros. De huurder is onder bewind gesteld en heeft in augustus 2015 ernstige incidenten veroorzaakt, waaronder bedreigingen en vernielingen aan de woning van zijn bovenbuurman. Deze incidenten leidden tot meerdere overlastmeldingen van omwonenden en een verzoek van Mitros om de huurovereenkomst te ontbinden en de huurder te ontruimen. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de huurder veroordeeld tot ontruiming binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. In hoger beroep heeft het hof de grieven van de huurder gegrond verklaard. Het hof oordeelt dat, hoewel de incidenten ernstig zijn, de huurder in een crisis verkeerde en dat er geen eerdere problemen waren tijdens de lange huurperiode. Het hof weegt de belangen van de huurder zwaarder, vooral gezien de mogelijke gevolgen van ontruiming voor zijn geestelijke gezondheid. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en wijst de vorderingen van Mitros af, waarbij Mitros in de proceskosten wordt veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.178.652
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 4402265)
arrest in kort geding van 2 november 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Kloos Bewindvoerders B.V.,
handelende onder de naam
BilancioBudget Rayon Utrecht,
in haar hoedanigheid als bewindvoerder van
[naam],
gevestigd te Maartensdijk, gemeente De Bilt,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [naam] ,
advocaat: mr. H.E. Jacobs,
tegen:
de stichting
Stichting Mitros,
gevestigd te Utrecht,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Mitros,
advocaat: mr. M.P.H. van Wezel.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
7 oktober 2015 dat de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, afdeling civiel recht, kantonrechter, locatie Utrecht) heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 19 oktober 2015 met grieven en producties,
- de memorie van antwoord met producties,
- de behandeling ter zitting, waarbij [naam] een pleitnotitie heeft overgelegd.
2.2
Na afloop van de pleidooien heeft het hof arrest bepaald op één dossier.
3. De vaststaande feiten
3.1
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.7 van het bestreden vonnis van 7 oktober 2015. Omwille van de leesbaarheid van het arrest zal het hof hieronder de feiten weergeven.
3.2
[naam] huurt sinds 10 oktober 1988 van Mitros de woning gelegen aan [het adres]
te [plaatsnaam] .
3.3
[naam] is bij beschikking van 2 juni 2015 van de rechtbank Midden-Nederland onder bewind gesteld. Kloos Bewindvoerders is aangesteld als bewindvoerder van [naam] .
3.4
Op 14 augustus 2015 heeft de bovenbuurman van [naam] (die woont op [huisnummer]
) hem aangesproken op door [naam] veroorzaakte geluidsoverlast, waarna [naam] de
bovenbuurman heeft bedreigd en met een mes heeft ingestoken op diens voordeur. Op
18 augustus 2015 heeft [naam] de voordeur en het portiek van zijn bovenbuurman met een
hamer en mes opnieuw vernield.
3.5
Deze incidenten hebben geleid tot verschillende overlastmeldingen van
omwonenden, die ook meldden zeer angstig te zijn geworden voor [naam] .
3.6
In het proces-verbaal van bevindingen van de politie van 27 augustus 2015 is het
volgende opgenomen:
‘(...) Op dinsdag 3 maart 2015 in de middag werden medewerkers van
de politie Utrecht gezonden naar het adres [het adres] te [plaatsnaam] waar de bewoner
gemeld had dat hij zijn eigen polsen aan het doorsnijden zou zijn. Ter plaatse trof men de
bewoner aan die een erg verwarde indruk maakte en kennelijk zwaar onder invloed was.
Deze bewoner bleek te zijn genaamd.
[naam]
(...)
[naam] bleef roepen dat hij “het niet meer zag zitten en greep tijdens het gesprek naar
een klein mesje waarop de medewerkers politie [naam] geboeid overbrachten naar het
bureau (...).
Op vrijdag 14 augustus 2015 omstreeks 23.30 uur werden medewerkers van de politie
Utrecht gezonden naar het adres [het adres] te [plaatsnaam] alwaar de bewoner
( [naam] ) had gemeld een conflict te hebben met zijn bovenbuurman. Volgens het
operationeel centrum politie Utrecht had melder [naam] aangegeven dat zijn
bovenbuurman bij hem aan de deur was geweest om hem te verzoeken zijn muziek zachter te
zetten en had daarbij zijn voet tussen de voordeur gezet. Melder had telefonisch aangegeven
dat hij zijn bovenbuurman neer wilde gaan steken.
Ter plaatse spraken de betreffende medewerkers van de politie Utrecht met [naam] . Op de
salontafel zag men tijdens dit gesprek een groot mes liggen. [naam] deelde de medewerkers
mede dat hij zijn bovenbuurman neer ging steken als deze nogmaals zijn voet tussen de
voordeur zou zetten. (...)
Ongeveer 30 minuten later werden de medewerkers politie Utrecht nogmaals gezonden naar
[het adres] echter nu naar [huisnummer] . De bewoner van [huisnummer] had melding
gedaan van het feit dat [naam] voor zijn deur had gestaan met een groot mes en vervolgens
met dit mes een aantal malen in zijn voordeur had gestoken. (...)
Direct hierop werd [naam] in het portiek voor zijn woning (...) aangehouden als verdacht van vernieling en bedreiging. [naam] bleek bij zijn aanhouding een mes in zijn rechtersok te hebben.
(...)
Op dinsdag 18 augustus 2015 (...) werden medewerkers van de politie Utrecht wederom
gezonden naar [het adres] van waar een bewoonster had gemeld dat haar buurman
[naam] vernielingen zou hebben aangericht en met een hamer en een mes zou rondlopen.
Door de ter plaatste gekomen medewerkers politie werd [naam] in het trappenhuis
aangetroffen, slechts gekleed in een onderbroek en met een hamer in zijn linkerhand. (...)
Geconstateerd werd dat er wederom meerdere steekgaten zichtbaar waren in de voordeur
van de woning gelegen aan [het adres] . Tevens trof men een mes met ongeveer
30 centimeter lang lemmet aan dat in diezelfde voordeur was gestoken. Vastgelegd werd
tevens dat:
- het huisnummerplaatje volledig was vernield
- de deurbel was vernield
- het spionnetje in de voordeur was vernield
- het glazen bovenlicht was vernield
(...)
Op vrijdag 21 augustus 2015 kreeg ik, [medewerker] , van de woonconsulent Mitros het verzoek
om telefonisch contact op te nemen met een bewoonster (...). In dit telefoongesprek verklaarde [de bewoonster] dat zowel zij zelf als overige portiekbewoners grote angst hadden gekregen voor medebewoner [naam] .
(...)’
3.7
[de woonconsulent] , woonconsulent van Mitros, heeft [naam] bij brief van 19 augustus 2015 laten
weten dat Mitros de gebeurtenissen op 14 en 18 augustus 2015 niet accepteert en een
gerechtelijke procedure zal starten, tenzij [naam] de huurovereenkomst zelf opzegt.
Bij brief van 20 augustus 2015 heeft de gemachtigde van Mitros dit herhaald in een brief aan
de bewindvoerder.
3.8
Mitros heeft de bovenbuurman van [naam] een logeerwoning aangeboden, omdat hij
niet meer in zijn woning aan [het adres] durft te verblijven.

4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

4.1
Mitros heeft in eerste aanleg gevorderd bij vonnis in kort geding - kort gezegd - ontruiming van het door [naam] gehuurde binnen 24 uur na betekening van het vonnis, met veroordeling van [naam] in de kosten van de procedure.
4.2
De kantonrechter heeft bij vonnis van 7 oktober 2015 - kort gezegd - [naam] veroordeeld om het gehuurde te ontruimen en ontruimd te laten binnen 14 dagen na betekening van het vonnis en hem veroordeeld in de proceskosten.

5.De beoordeling van de grieven en de vordering

5.1
De spoedeisendheid van de zaak vloeit voort uit het door Mitros gestelde en is in voldoende mate gebleken.
5.2
Nu de grieven beogen het geschil in volle omvang aan het hof voor te leggen, ziet het hof aanleiding de grieven gezamenlijk te behandelen.
5.3
Bij de vraag of op grond van een beweerdelijke tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst bij wege van voorlopige voorziening in kort geding een vordering tot een zeer ingrijpende maatregel als ontruiming kan worden toegewezen, dient grote terughoudendheid te worden betracht, gelet op de waarborgen waarmee de wet de rechten van huurders van woonruimte omkleedt. Daarbij komt dat in een kort gedingprocedure geen plaats is voor een diepgaand feitenonderzoek. Voor toewijzing van een dergelijke vordering zal dan ook slechts plaats zijn indien deze vooruit loopt op een vonnis in een bodemprocedure waarbij met grote mate van waarschijnlijkheid ontbinding van de huurovereenkomst met ontruiming zal worden bevolen, terwijl bovendien sprake moet zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat de beslissing in de bodemzaak niet kan worden afgewacht.
5.4
Ingevolge artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [naam] heeft de bovengenoemde incidenten van 14 en 18 augustus 2015 niet weersproken. Daarmee staat vast dat [naam] in strijd met de huurovereenkomst heeft gehandeld door, kort gezegd, nadat hij was aangesproken ter zake van geluidsoverlast zijn bovenbuurman te dreigen neer te steken en de voordeur van zijn bovenbuurman te vernielen.
5.5
Of de rechter in een bodemzaak in die tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst echter ook voldoende grond zal zien om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan, kan niet met voldoende zekerheid beantwoord worden.
De incidenten zijn weliswaar ernstig van aard, maar hebben plaatsgevonden kort na elkaar in een periode waarin [naam] in een crisis verkeerde. Gedurende de voorafgaande huurperiode van bijna 27 jaar hebben zich verder geen problemen voorgedaan en na deze incidenten heeft [naam] zich vrijwillig laten behandelen en zijn geen nieuwe incidenten gesteld of gebleken. Dit heeft ertoe geleid dat [naam] thans, wanneer nodig, huisbezoek krijgt van behandelaars en/of hun medewerkers. De gevolgen van een ontruiming zullen voor [naam] heel ingrijpend zijn, nu hij op dit moment niet in aanmerking komt voor het tweede kans beleid bij Mitros en hij naar alle waarschijnlijkheid op straat komt te staan. Dit laatste zal zeker niet bevorderlijk zijn voor zijn recent aangevangen behandeling en kan er zelfs toe leiden dat [naam] ’ toestand binnen relatief kort tijd aanzienlijk zal verslechteren. Daarbij komt dat [naam] heeft aangeboden een andere woning van Mitros te betrekken, zodat de bovenbuurman die thans verblijft in een ruilwoning kan terugkeren naar zijn woning, Mitros ter zitting heeft verklaard dat niet is uitgesloten dat [naam] in de toekomst wel weer in aanmerking komt voor een nieuwe huurwoning van Mitros en dat hij in ieder geval niet op een ‘zwarte lijst’ wordt geplaatst en, ten slotte, dat, anders dan enkele maanden geleden, alleen de bovenbuurman en diens buurvrouw nog bevreesd zijn voor [naam] .
5.6
Gelet op voormelde stand van zaken dient naar het oordeel van het hof het belang van [naam] thans te prevaleren. Het hof geeft [naam] hierbij wel ernstig in overweging zich te onthouden van alcoholgebruik, nu hij heeft gesteld dat de incidenten zijn veroorzaakt door verkeerd gebruik van medicijnen in combinatie met alcohol.

6.De slotsom

6.1
De grieven slagen, zodat het bestreden vonnis moet worden vernietigd. Het hof zal het door Mitros gevorderde alsnog afwijzen.
6.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Mitros in de kosten van beide instanties veroordelen.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van [naam] zullen worden vastgesteld op:
- salaris advocaat € 400,- (twee punten x tarief € 200,-).
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [naam] zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 94,19
- griffierecht
€ 311,-
subtotaal verschotten € 405,19
- salaris advocaat
€ 2.682,-(drie punten x tarief II)
Totaal € 3.087,19.
6.3
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

7.De beslissing

Het hof, recht doende in kort geding in hoger beroep:
vernietigt het tussenpartijen in kort geding gewezen vonnis van de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, afdeling civiel recht, locatie Utrecht) van 7 oktober 2015 en doet opnieuw recht;
wijst de vorderingen van Mitros alsnog af;
veroordeelt Mitros in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van [naam] wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 400,- voor salaris en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 405,19 voor verschotten en op
€ 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt Mitros in de nakosten, begroot op € 131,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 68,- in geval Mitros niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders door [naam] gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.A. Katz-Soeterboek, H.E. de Boer en F.J. de Vries en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 november 2015.