Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hier aangeduid als [kind]. De vader van [kind] heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter van 22 mei 2015, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verlengd. De vader verzoekt het hof om een onafhankelijk diagnostisch onderzoek te gelasten om te beoordelen of hij in staat is om [kind] op te voeden en te verzorgen, en om de bestreden beschikking te vernietigen.
De procedure in hoger beroep is gestart met een beroepschrift van de vader, waarna de GI en de Raad voor de Kinderbescherming hun standpunten hebben ingenomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 oktober 2015 is de vader verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de moeder niet aanwezig was. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de ontwikkeling van [kind] en de zorgen die over haar bestaan.
Het hof heeft vastgesteld dat de uithuisplaatsing van [kind] noodzakelijk was in het belang van haar verzorging en opvoeding. De vader heeft betoogd dat er geen noodzaak is voor de uithuisplaatsing en dat hij in staat is om [kind] op te voeden. Echter, het hof oordeelt dat de zorgen over [kind] en haar ontwikkeling, zoals vastgesteld in psychodiagnostisch onderzoek, de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing rechtvaardigen. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de kinderrechter en wijst het verzoek van de vader om een deskundigenonderzoek af.