Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder om een bijzondere curator voor haar kinderen te benoemen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C. Ekholm, was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 22 mei 2015 haar verzoek tot beëindiging van de machtigingen tot uithuisplaatsing had afgewezen. De kinderen, [kind 1] en [kind 2], zijn onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting Nidos, die als verweerster in de procedure optrad.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een belangenconflict tussen de GI en de kinderen, maar eerder tussen de moeder en de GI. De moeder betoogde dat de GI druk uitoefent op de kinderen en dat zij geen contact meer met haar willen hebben. Het hof oordeelde dat de GI, als voogd, de belangen van de kinderen in de procedure over het gezag en de uithuisplaatsing zal behartigen. De raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het verzoek van de moeder af te wijzen.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator werd afgewezen. Het hof concludeerde dat de belangen van de kinderen voldoende worden gewaarborgd en dat er geen noodzaak is voor een bijzondere curator, aangezien de GI en de raad de belangen van de kinderen in de procedure zullen vertegenwoordigen.