In deze zaak gaat het om de zorgplicht van een notaris bij speculatieve grondtransacties die een 81-jarige particuliere belegger, aangeduid als [geïntimeerde], heeft aangegaan met een bedrijf genaamd Groza. De notaris heeft de betrokkenheid van [geïntimeerde] bij deze transacties en de risico's daarvan ter discussie gesteld. De rechtbank Arnhem heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat de notaris zijn zorgplicht heeft verzaakt door onvoldoende onderzoek te doen naar de wilsbekwaamheid van [geïntimeerde] en haar niet adequaat te informeren over de implicaties van de transacties. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de eerdere vonnissen vernietigd en geoordeeld dat de notaris in redelijkheid mocht aannemen dat [geïntimeerde] zich bewust was van de risico's van de speculatieve transacties. Het hof concludeert dat de notaris voldoende informatie heeft verstrekt en dat er geen reden was om aan de wilsbekwaamheid van [geïntimeerde] te twijfelen. De vordering van [geïntimeerde] wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld tot terugbetaling van een eerder betaald bedrag aan de notaris, vermeerderd met rente. De kosten van beide instanties worden ook aan [geïntimeerde] opgelegd.