Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep in beide zaken
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep in beide zaken
"het woonhuis met ondergrond, erf en tuin, gelegen aan de [adres4] , ter grootte van ongeveer tien are, uitmakende een kennelijk ter plaatse aangeduid of aan te duiden gedeelte van het perceel kadastraal bekend [locatie] ."
- Vader en [appellant] hebben samen als vennoten van de maatschap in 1998 de eigendom verkregen van de onroerende zaken aan de [adres3] . Deze onroerende zaken behoorden tot het vermogen van de maatschap (gemeenschap van maatschap) tussen vader en [appellant] .
- Ten gevolge van het overlijden van vader en de voortzetting van de zaken van de maatschap door moeder in zijn plaats behoorden zij vervolgens, voor zover zij daar niet aan zijn onttrokken (rechtsoverweging 2.9), tot het vermogen van de maatschap (gemeenschap van maatschap) die tussen [appellant] en moeder bestond.
- Na het overlijden van moeder behoorden deze onroerende zaken vervolgens tot de door haar overlijden ontbonden gemeenschap van maatschap. Daarin zijn gerechtigd als deelgenoten [appellant] enerzijds en de erfgenamen van moeder ( [appellant] en [geïntimeerde] ) anderzijds, [appellant] voor de onverdeelde helft en [appellant] en [geïntimeerde] als erfgenamen van moeder samen voor de andere onverdeelde helft.
- [appellant] was bevoegd op grond van artikel 12 van de maatschapsovereenkomst de onroerende zaken die op 18 september 2008 behoorden tot de ontbonden gemeenschap van maatschap aan zich toe te delen en daarbij gebruik te maken van de door vader gegeven onherroepelijke volmacht van artikel 12 lid 4 van de maatschapsovereenkomst. Ingevolge artikel 3:77 BW zijn de erfgenamen en rechtsopvolgers onder algemene titel van de volmachtgever ondanks diens overlijden aan de levering na verdeling gebonden alsof de levering bij het leven van vader was verricht.
3.De beslissing
"het woonhuis met ondergrond, erf en tuin, gelegen aan de [adres4] , ter grootte van ongeveer 10 are, uitmakende een kennelijk ter plaatse aangeduid of aan te duiden gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente [locatie] ."