In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van [appellant], die in eerste aanleg was afgewezen. [appellant] was sinds 1 november 1998 in dienst bij SNS Reaal N.V. en raakte arbeidsongeschikt na een ernstig ongeluk op 1 augustus 2010. Na een reorganisatie bij SNS werd zijn functie per 1 januari 2011 opgeheven. [appellant] werd herplaatser, maar zijn herplaatsingstermijn is nooit daadwerkelijk gestart vanwege zijn arbeidsongeschiktheid. Hij vorderde een schadevergoeding op basis van het Sociaal Plan, maar SNS weigerde dit, stellende dat hij geen recht had op een beëindigingsvergoeding omdat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De kantonrechter had zijn verzoek om schadevergoeding afgewezen, wat [appellant] in hoger beroep aanvecht.
Het hof oordeelde dat de langdurige arbeidsongeschiktheid van [appellant] geen grond vormt voor het toekennen van een beëindigingsvergoeding. De bepalingen van het Sociaal Plan waren niet van toepassing, omdat de herplaatsingstermijn niet was aangevangen. Het hof bevestigde dat SNS niet onterecht had gehandeld door de arbeidsovereenkomst op te zeggen, en dat er geen bewijs was dat SNS de arbeidsongeschiktheid van [appellant] had gebruikt om aan haar verplichtingen te ontkomen. De grieven van [appellant] werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellant] werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.