ECLI:NL:GHARL:2016:1042
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en behoeftigheid in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende partneralimentatie tussen een man en een vrouw na hun echtscheiding. Het huwelijk is in 2013 ontbonden, en de man is verplicht om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. De vrouw heeft in eerste aanleg verzocht om een bijdrage van € 815,- per maand, maar de rechtbank heeft bepaald dat de man € 660,- per maand moet betalen. De man is in hoger beroep gegaan met zes grieven, waarin hij onder andere verzoekt om de alimentatie te matigen en te limiteren tot één jaar. De vrouw heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt om een verhoging van de alimentatie naar € 737,- per maand.
Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat de vrouw niet in haar eigen levensonderhoud kan voorzien en dat de man zijn verplichtingen niet nakomt. Het hof heeft de grieven van de man en de vrouw gezamenlijk beoordeeld. Het hof oordeelt dat de vrouw niet voldoende heeft aangetoond dat zij niet in staat is om in haar eigen behoefte te voorzien. De man heeft betwist dat de vrouw niet in staat is om meer te verdienen dan zij thans doet. Het hof concludeert dat de vrouw in redelijkheid geheel in haar behoefte moet kunnen voorzien en wijst haar verzoek om alimentatie af. Tevens wordt de vrouw verplicht om de ontvangen alimentatie terug te betalen aan de man, omdat de man van meet af aan de behoeftigheid van de vrouw heeft betwist. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en de vrouw wordt gehouden tot terugbetaling van de ontvangen partneralimentatie.