Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
[…],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- een door [appellante] opgestelde akte na tussenarrest, toegezonden bij rolbericht van 31 augustus 2015,
- een brief van 8 september 2015 van de advocaat van [geïntimeerde],
- een antwoordakte van [geïntimeerde],
- producties 1 tot en met 5, afkomstig van [appellante], ontvangen per fax op 23 september 2015 en in origineel op 24 september 2015.
14 restitutiesad totaal € 10.610 (zullen worden afgewezen),
dinerkostenad € 768 (toegewezen) en
buitengerechtelijke incassokostenter hoogte van 15% van de hoofdsom (afgewezen). Het hof ziet geen aanleiding om op die aangekondigde beslissingen terug te komen. Het betalingsbewijs, dat als productie 5 op 23/24 september 2015 is overgelegd, heeft betrekking op de post
dinerkosten, en doet daaraan evenmin iets toe of af.
35 alternatieve tripsad totaal € 8.400 had [appellante] als onderdeel van productie 2 bij de memorie van grieven reeds een door hem opgesteld overzicht overgelegd, getiteld ‘aankoop tickets reis Oekraïne juli 2011’, waaruit blijkt dat de aanschaf van 14 van de 50 tickets geen schade heeft veroorzaakt. Hij heeft daarom op het beweerdelijke totaalbedrag van de ticketkosten (€ 11.608,21) een bedrag van € 3.192,07 in mindering gebracht. Het feit dat enerzijds artikel 9 van de algemene voorwaarden van Wizz Air inhoudt dat de ticketprijs bij het missen van het vliegtuig, na aftrek van bepaalde kosten, wordt terugbetaald, en anderzijds Wizz Air in een mailbericht van 30 augustus 2011 (productie 1 bij akte van 4 februari 2014) aan [appellante] heeft geschreven dat de tickets
non refundablezijn, is echter nog steeds niet verklaard. Evenmin heeft [appellante] bescheiden overgelegd waaruit blijkt van de betalingen van per saldo € 11.608,21. ondanks het feit dat hij bij het tussenarrest van 21 juli 2015 daartoe eveneens werd uitgenodigd. Ter comparitie heeft [appellante] aangeboden om alsnog deze betalingsbewijzen over te leggen, maar hij heeft niet toegelicht dat hij de betalingsbewijzen niet binnen de in het tussenarrest bepaalde termijn kon overleggen. Daarom passeert het hof het te laat, immers eerst ter comparitie gedane aanvullende bewijsaanbod. Nu noch van de betaling is gebleken, noch van de gestelde onmogelijkheid om de betaalde ticketprijzen terug te ontvangen, wijst het hof deze schadepost af.
annuleringskostenad € 500 zijn pas ter comparitie nader onderbouwd: het zou gaan om kosten in verband met het afzeggen van bezoeken aan de ambassade van Nederland en aan agrarische bedrijven, telefoonkosten en provisie die verschuldigd was, ook al gingen de bezoeken niet door. Die schadepost is steeds bestreden en [appellante] heeft ondanks de hem daartoe geboden gelegenheid geen nadere specificatie van de opgevoerde schadeposten gegeven. Los van het feit dat een op dit punt toegesneden bewijsaanbod ontbreekt, zal vordering tot vergoeding van deze post als onvoldoende onderbouwd en daarom ongegrond worden afgewezen.