Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Grootegast(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een in 1995 gebouwde twee-onder-één-kapwoning heeft vastgesteld op € 197.000 voor het jaar 2014. Belanghebbende betwist deze waarde en stelt dat de keuken en badkamer gedateerd zijn, en concludeert tot een lagere waarde van € 175.000. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan. De heffingsambtenaar heeft de waarde verdedigd en een matrix met vergelijkingsobjecten overgelegd ter onderbouwing van de vastgestelde waarde. Tijdens de zitting is de gemachtigde van belanghebbende verschenen, terwijl de heffingsambtenaar niet aanwezig was. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en is tot de conclusie gekomen dat de heffingsambtenaar in zijn bewijsvoering is geslaagd. Het hof oordeelt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De proceskosten worden niet toegewezen.