Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
"Het werk is zo abominaal slecht dat complete sloop alleen effectief is.Vanwege de tijd en kosten is gekozen voor restoratie met als streef-rapport-cijfer 6 voor het eindresultaat.Tijdens de werkzaamheden is het volgende naar boven gekomen en waar mogelijk fotografisch vastgelegd:- er is 4 m2 aan tegels bijgekocht- tijdens restauratie zijn 22 tegels uitgekapt/vervangen- er is gebleken dat lijm verkeerd is aangebracht- de op tegel aangegeven legrichting is niet aangehouden- er is bouwafval/verpakkingsmateriaal in de lijmlaag aangetroffen waardoor de tegels niet goed ingebed zijn (ongelijk en loszittend)- enige tegels zijn nauwelijks van lijn voorzien c.q. enkel in het middelpunt gelijmd!- er is onvoldoende geëgaliseerd wat het leggen aanzienlijk heeft vertraagd- 3 dagen aan sloop- en kapwerk is besteed- installateur [naam] uit [woonplaats] heeft lekkages a/d vloerverwarming moeten herstellen- er is een deurkozijn vervangen- er is aanzienlijk meer legmateriaal verbruikt- er is sprake van twee maanden huurderving en beheerkosten.Op 12 juni 2007 gaf u telefonisch nogmaals te kennen dat u niet in staat bent om het karwei naar behoren af te maken. U adviseerde tegelzetbedrijf [naam] uit [woonplaats] . Inmiddels heeft de tegelzetter het karwei in 60 uur afgemaakt.(…)"
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
"(…) bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te
5.Met betrekking tot de grieven
De door de rechtbank benoemde deskundige heeft in eerste instantie - in strijd met de aan hem verstrekte opdracht - geheel buiten [appellant] om onderzoek naar de vloer verricht en een rapport uitgebracht. Vervolgens heeft dezelfde deskundige in opdracht van de rechtbank alsnog in aanwezigheid van [appellant] de vloer bezichtigd en aan [appellant] de gelegenheid gegeven om op- en aanmerkingen te maken. Het naar aanleiding hiervan uitgebrachte rapport bevat dezelfde conclusies als het eerste rapport, te weten:
- de vloer is niet op deugdelijke wijze aangelegd: er zijn op sommige plaatsen hoogteverschillen van bijna 4 mm tussen tegels onderling;
- de vloer dient in zijn geheel te worden vervangen.
Het tweede rapport voldeed echter opnieuw niet aan de daaraan te stellen eisen, omdat geen antwoord werd gegeven op de tweede vraag van de rechtbank
("Indien u vraag 1 ontkennend beantwoordt, is het mogelijk dat de door [appellant] gelegde vloer niet voldoet omdat iemand binnen enkele dagen over de vloer heeft gelopen en zo ja, in welke mate?"). Naar aanleiding van een nieuwe opdracht heeft de deskundige deze vraag in een aanvullende rapportage d.d. 21 november 2013 als volgt beantwoord:
"Het belopen van een net gelegde vloer heeft directe invloed op de vlakheid bij het leggen van de tegels. Gelet op het gebruikte type lijm praten wij hier over beloping in de eerste uren en zeker niet over beloping van dagen. De vloer is gelegd op een lijmbed aangebracht met een lijmkam. Als er direct na het leggen van de vloer sprake is geweest van belopen zou bij deze vorm van leggen de verschuivingen minimaal zijn. Anders zou het zijn als de tegels in het cement waren gelegd met een langere droogtijd, echter dat is bij deze legwijze niet aan de orde.(…)Met betrekking tot de reactie van partij [appellant] was deze hoofdzakelijk gebaseerd op het feit dat er belopen van de vloer mogelijk had plaatsgevonden. De opmerkingen hadden verder geen verandering qua inhoudelijkheid met onze aanvulling waardoor wij thans deze onverkort aan u toezenden De opmerkingen van [appellant] zijn naar onze mening opmerkingen die verder binnen de rechtbank besproken dienen te worden."
Bij de beantwoording van de vraag op welk moment een partij dient te klagen indien haar tijdens het deskundigenonderzoek feiten en omstandigheden bekend worden die haar doen twijfelen aan de onpartijdigheid van de deskundige, geldt als uitgangspunt dat de klacht tijdig is aangevoerd indien zij door die partij naar voren wordt gebracht in haar eerste gedingstuk nadat het rapport van de deskundige is gedeponeerd (HR 2 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1067).
"Wat cliënt betreft kan dit gebrek wel worden gerepareerd, in die zin dat de heer Mol wordt gevraagd een nieuwe bezichtiging te organiseren, waarbij cliënt ditmaal wel wordt uitgenodigd."Aangezien in deze brief de onpartijdigheid van de deskundige niet ter discussie wordt gesteld, heeft de rechtbank geen rechtsregel geschonden door de deskundige opdracht te geven opnieuw onderzoek te doen naar de vloer, ditmaal in aanwezigheid van [appellant] .
bestrijdt dat sprake is van de door de deskundige vastgestelde tekortkomingen in de wijze waarop hij de vloer heeft gelegd. Hij erkent dat sprake is van hoogteverschillen tussen de tegels, maar hij betoogt dat deze zijn veroorzaakt doordat [geïntimeerde] - in strijd met zijn instructies - over de vloer heeft gelopen voordat de lijm was gedroogd. In dat verband doet hij tevens een beroep op eigen schuld van [appellant] als bedoeld in artikel 6:101 BW.
betwist uitdrukkelijk dat, zoals de deskundige vindt, hij had kunnen zien dat er gaande het werk problemen zouden ontstaan, omdat er onvoldoende vlak gewerkt zou kunnen worden. Hij bestrijdt dat de leidingen van de vloerverwarming te hoog lagen en dat er kalkresten op de vloer lagen.
Voorts betoogt [appellant] dat de deskundige inconsequent is, omdat hij aan de ene kant stelt dat [appellant] niet gecontroleerd heeft op de vlakheid van de vloer en aan de andere kant stelt dat [appellant] voor het frezen geëgaliseerd heeft en dat er toen wel gecontroleerd is op de diepte van de leidingen.
Ten slotte betoogt [appellant] dat de rechtbank ten onrechte is voorbijgegaan aan zijn stelling dat [geïntimeerde] , nadat de tegels door [appellant] waren gelegd, desgevraagd heeft bevestigd dat het resultaat naar zijn zin was.
Volgens het deskundigenbericht bestaat
de ondeugdelijkheid van de werkwijze van [appellant]uit de volgende elementen:
- [appellant] heeft de vloer vóór het leggen van de tegels ten onrechte niet extra geëgaliseerd;
- [appellant] heeft de voegen die zijn ontstaan bij het frezen van de vloerverwarmingsleidingen opgevuld met lijm in plaats van met een speciaal cement; dit is volgens de deskundige niet per se een legfout, maar wél als dit leidt tot het niet vlak leggen van de tegels.
Voorts heeft de deskundige de volgende
gebreken in de vloergeconstateerd:
- de door [appellant] gelegde tegels laten hoogteverschillen zien ten opzichte van de tegels onderling (op sommige plekken bijna 4 millimeter) die niet meer vallen binnen de normale tolerantie bij dit type tegelvloeren;
- de tweede tegelzetter heeft niet veel anders kunnen doen dan het op het oog recht leggen van de tegels, aansluitend op door [appellant] gelegde tegels; bij meting met een stalen waterpas over een lengte van meer dan 100 centimeter heeft de deskundige vastgesteld dat de vloer daardoor onvlak is, welke onvlakheid zich heeft doorgezet in de hal en slaapkamer;
- tussen de tegels onderling is er ook een gering hoogteverschil meetbaar, als gevolg waarvan tegels snel kunnen "blussen" aan de randen van de toplaag, hetgeen bij één tegel al het geval was;
- ongeveer een derde van de tegels ligt niet geheel vastgelijmd, hetgeen veroorzaakt wordt door de onvlakheid van de gelegde vloer; hierdoor staat er spanning op de tegels, die er uiteindelijk toe zal leiden dat tegels loskomen van de resterende verlijming en voegsels loskomen uit de voegen;
- de tegels zijn - zonder voorafgaand overleg - in "wild verband" gelegd, waardoor de patronen niet op elkaar aansluiten en er een optisch kleurverschil ontstaat.
"Dat kan alleen maar het geval zijn wanneer je over de vloer loopt, omdat jij anders die tegels niet kunt bereiken", aldus [appellant] (memorie van grieven onder 49). Deze stelling wordt naar het hof voldoende ondersteund door de schriftelijke, ongedateerde verklaring van diens medewerker, de heer [naam] (hierna: [naam] ), die bij de werkzaamheden aanwezig is geweest (productie 11 bij de conclusie na deskundigenbericht d.d. 6 april 2011 in eerste aanleg). Deze verklaring luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
"(…)Het gedeelte wat [appellant] klaar had was vrij van lijmresten, ik kon dit zien doordat er vegen van de spons zichtbaar waren, door voegsel wat in de spons achterblijft dit geeft een doffe laag op de tegels.Om plm. 16.00 uur zijn we gestopt om de volgende dag verder te gaan, er moesten nog pas stukken links in de kamer plm. 20 cm breed en nog een strook van plm. 1 m breed aan de kant van de voordeur gelegd worden.Maar wat bleek De Heer [naam] had de vloer schoon gemaakt, ik zag dat omdat er geen vegen van de spons meer aanwezig waren, wat ik wel zag liggen waren latjes op de vloer, die had de Heer [naam] er op gelegd, dat was voor mij ook een teken dat de Heer [naam] op de vloer is geweest wat niet kan, die latjes gebruikte hij om hoogteverschil aan te tonen.De heer [naam] ontkent in alle toonaardenIk zag van uit mijn oog hoeken dat de heer [appellant] van houding ging veranderen in positieve zin, en de Heer [naam] op een zeer fatsoenlijke manier te woord stond en hem op een coulance heeft behandeld en hem heeft aangeboden om de tegels die volgens [naam] niet goed lagen te vervangen, dat was wel goed en ging daarmee akkoord.Dit kon nog wel omdat de lijm nog niet gehard was, en hebben wij de tegels schoon gemaakt met een plamuurmes, want de lijm was nog niet droog, ook de lijm van de vloer hebben we verwijderd en schoongemaakt.[appellant] is vooraan begonnen zo naar de tegels toegewerkt, welke naar beneden gedrukt waren, zodat er geen tegels verloren gingen.Dit heeft al met al wel plm. 2.5 uur gekost per persoon.De heer [appellant] heeft de heer [naam] gevraagd of het resultaat nu naar zin was, en dat heeft [naam] met ja bekrachtigd, dus deze werkzaamheden waren met tevredenheid verricht.Toen is [appellant] verder gegaan om de kamer verder klaar te maken, en heeft toe een lijn uitgezet naar de slaapkamer, om zo verder te gaan betegelen van de slaapkamer.Bij aankomst van de volgende dag, schetste onze verbazing dat er weer op de tegels was gelopen, want de vloer was weer schoongemaakt er waren weer geen sponsvegen te zien.In plaats van latjes waren er nu potlood kruisjes op gezet, dat was voor ons weer een teken dat er op gelopen was, dit ontkende De Heer [naam] .Dit was voor de heer [appellant] een teken dat er een onwerkbare situatie was ontstaan, en toen zijn wij weggegaan.Dit kan ik onder ede verklaren."
6.De beslissing
roldatum dinsdag 15 maart 2016, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;