Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor de overplaatsing van twee minderjarige kinderen naar een crisispleeggezin. De grootmoeder van de kinderen, die in hoger beroep was gekomen, verzocht het hof om de eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland te vernietigen. De rechtbank had op 18 juni 2015 toestemming verleend voor de overplaatsing van de kinderen, die in december 2014 in een crisispleeggezin waren geplaatst. De grootmoeder betwistte de noodzaak van deze overplaatsing en voerde aan dat de kinderen altijd goed verzorgd waren en dat er geen aanleiding was om aan haar zorg te twijfelen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de grootmoeder in persoon verscheen, bijgestaan door haar advocaat. De Jeugdbescherming Gelderland, als verweerster, voerde aan dat de overplaatsing noodzakelijk was in het belang van de kinderen, gezien de problematische thuissituatie bij de grootmoeder. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de problemen in de opvoedingssituatie van de grootmoeder zodanig ernstig waren dat de overplaatsing van de kinderen noodzakelijk was. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop stond.
De uitspraak benadrukt de rol van de voogd en de noodzaak van toestemming voor wijziging van het verblijf van minderjarigen, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat de situatie bij de grootmoeder niet veilig genoeg was voor de kinderen, wat leidde tot de beslissing om de eerdere beschikking te handhaven.