Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
ontvangervan de
Belastingdienst Noord(hierna: de Ontvanger)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 april 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 13 november 2014. De zaak betreft de aansprakelijkstelling van belanghebbende voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen in de loonheffing en omzetbelasting van de besloten vennootschap [A] B.V. De Ontvanger had belanghebbende aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 61.811, wat later is verminderd tot € 47.348. De rechtbank heeft de aansprakelijkstelling verder verminderd tot € 41.399, waarop belanghebbende in hoger beroep ging.
De procedure begon met de beschikking van de Ontvanger van 28 maart 2012, waarin belanghebbende aansprakelijk werd gesteld. Belanghebbende heeft tegen deze beschikking bezwaar gemaakt, maar de Ontvanger heeft de aansprakelijkstelling gegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar de Ontvanger heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 24 november 2015 zijn beide partijen gehoord, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de vertegenwoordiger van de Ontvanger aanwezig waren.
Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de aansprakelijkstelling van belanghebbende terecht was en dat de hoogte van het bedrag niet in geschil was. Belanghebbende deed een beroep op het Sopropé-arrest, maar het Hof oordeelde dat dit niet van toepassing was op de aansprakelijkstelling voor de naheffingsaanslagen. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de Ontvanger haar ten onrechte aansprakelijk had gesteld. De uitspraak van het Hof is openbaar uitgesproken en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen.