ECLI:NL:GHARL:2016:319

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 januari 2016
Publicatiedatum
19 januari 2016
Zaaknummer
200.149.034/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake huurovereenkomst en rechtsgeldigheid opzegging door huurder

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een geschil over de beëindiging van een huurovereenkomst voor woonruimte. De centrale vraag is of de opzegging door de huurder rechtsgeldig is geschied en of deze ook de medehuurder betreft. In het arrest van 8 december 2015 werd een proceskostenveroordeling uitgesproken, maar de advocaat van de appellante verzocht op 15 december 2015 om herstel van een kennelijke fout in de vermelding van de proceskosten. De advocaat van de geïntimeerde stemde in met de verbetering van het arrest. Het hof constateerde dat het eerder genoemde bedrag van € 1.601,- aan verschotten onjuist was en dat het juiste bedrag € 308,- was. Deze onjuiste vermelding werd als een kennelijke fout beschouwd, die eenvoudig te herstellen was. Het hof heeft het arrest van 8 december 2015 dan ook verbeterd, waarbij het bedrag van € 1.601,- aan verschotten is gewijzigd in € 308,-. De uitspraak vond plaats op 19 januari 2016, in aanwezigheid van de rolraadsheer en de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.149.034/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 2388132\ CV EXPL 13-7795)
herstelarrest van 19 januari 2016
in de zaak van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. P. van Bommel, kantoorhoudend te Franeker,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna:
[geïntimeerde 1],
2. [gëïntimeerde 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna:
[gëïntimeerde 2],
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
appellanten in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerde 1],
advocaat: mr. P.R. Logemann, kantoorhoudend te Harlingen.

1.Herstel

1.1
Het hof heeft op 8 december 2015 (eind)arrest gewezen.
1.2
In een brief van 15 december 2015 heeft de raadsman van [appellante] verzocht om herstel van een kennelijke fout, daarin bestaande dat in de proceskostenveroordeling het bedrag aan verschotten ten onrechte is gesteld op € 1.601,- in plaats van op € 308,-.
1.3
In een brief van 17 december 2015 heeft de advocaat van [geïntimeerde 1] laten weten in te kunnen stemmen met verbetering van het arrest zoals door de advocaat van [appellante] verzocht.
1.4
Het hof stelt vast dat in het eindarrest inderdaad ten onrechte een onjuist bedrag aan verschotten is vermeld en dat het juiste bedrag € 308,- betreft. Deze onjuiste vermelding is te beschouwen als een kennelijke fout. Nu deze fout zich leent voor eenvoudig herstel, is het verzoek van [appellante] tot verbetering toewijsbaar.

2.De beslissing

Het gerechtshof:
verbetert het arrest van 8 december 2015 tussen partijen gewezen, in die zin dat het in het dictum van dat arrest genoemde bedrag van € 1.601,- aan verschotten wordt gewijzigd in
€ 308,- .
Dit arrest is gewezen door mr. H. de Hek, mr. M.E.L. Fikkers en mr. L. Groefsema en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag
19 januari 2016.