Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan de
gemeente Stadskanaal(hierna: de heffingsambtenaar)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Stadskanaal tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [a-straat] 5 te [Z], vastgesteld op € 285.000, terwijl de heffingsambtenaar deze waarde op € 296.000 had vastgesteld. De waardepeildatum was 1 januari 2012. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar niet voldoende had onderbouwd dat de waarde niet te hoog was vastgesteld en vernietigde de beschikking van de heffingsambtenaar.
In hoger beroep heeft de heffingsambtenaar zijn standpunt herhaald en een matrix overgelegd met vergelijkingsobjecten om zijn waardering te onderbouwen. Het Hof heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft daarbij gekeken naar de vergelijkingsobjecten en de methodiek die de heffingsambtenaar heeft gebruikt.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar bevestigd. De proceskosten zijn niet toegewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het Hof en is openbaar uitgesproken op 26 april 2016.