Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Econvert Water & Energy B.V.,
Econvert,
[appellant],
[appellant],
Econvert c.s.,
1.de vennootschap naar buitenlands recht Voith Paper GmbH & Co,
Voith GmbH, en
Voith Paper B.V.,
Voith B.V.,
Voith c.s.,
3.[geïntimeerde 3] ,
[geïntimeerde 3],
[geïntimeerde 4] ,
[geïntimeerden 3 en 4]
1.Het geding in eerste aanleg
21 oktober 2015.
2.Het geding in hoger beroep
3.Internationale rechtsmacht
De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden is op grond van artikel 4 lid 1 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012 (EEX II-Vo) bevoegd van de jegens Voith B.V. en [geïntimeerden 3 en 4] ingestelde vorderingen kennis te nemen. Op grond van de feiten en omstandigheden in deze zaak mag aangenomen worden dat tussen de vorderingen tussen Voith B.V. en Voith GmbH een zodanige samenhang bestaat dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen. Dit betekent dat het hof, als appelinstantie, jegens Voith Paper GmbH op grond van het bepaalde in artikel 8 aanhef en sub 1 EEX II-Vo ook materieel bevoegd is.
4.De vaststaande feiten
mr. M. Schut en mr. W.H.R. van Boetzelaer, de (voormalig) advocaten van Voith c.s. en Econvert c.s., het volgende bericht:
5.Het geschil en de procedure in eerste aanleg
- i) [geïntimeerden 3 en 4] op straffe van een dwangsom te veroordelen om de bescheiden die hij in gerechtelijke bewaring heeft te retourneren aan Econvert c.s.;
- ii) [geïntimeerden 3 en 4] op straffe van een dwangsom te veroordelen aan Econvert c.s. te betekenen een proces-verbaal van constatering dat [geïntimeerden 3 en 4] na afgifte als bedoeld onder i) geen bescheiden meer onder zich houden van Econvert c.s.,
- iii) Voith c.s. te veroordelen tot betaling van de openstaande kosten van bewaring;
- iv) Voith c.s. op straffe van een dwangsom te veroordelen alle in het kader van het bewijsbeslag verkregen informatie, voor zover het niet de 474 bestanden betreft die in het kader van het vonnis van 1 juli 2015 zijn ingezien, aan Econvert c.s. te retourneren althans te vernietigen;
- v) [geïntimeerden 3 en 4] op straffe van een dwangsom te veroordelen aan Econvert c.s. te betekenen een proces-verbaal van constatering dat Voith c.s. na afgifte als bedoeld onder i) geen bescheiden meer onder zich houden van Econvert c.s. met uitzondering van de genoemde 474 bestanden;
- vi) Voith c.s. te veroordelen om bij het indienen van een nieuw verzoekschrift tot het leggen van bewijsslag ten laste van Econvert c.s. de hiervoor onder 3 aangehaalde vonnissen en arresten te vermelden;
- vii) Voith c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de openstaande kosten van bewaring.
6.Bespreking van de grief
1 juli 2015, die beide in kracht van gewijsde zijn gegaan. Het bewijsbeslag en de inzageprocedure waren erop gericht een inschatting te maken van de proceskansen van Voith c.s. in een bodemprocedure. Vaststaat dat Voith c.s. naar aanleiding van voornoemde beslissingen inzage heeft verkregen in de in het vonnis van 1 juli 2015 genoemde bestanden. Daarmee is het beoogde doel van het bewijsbeslag bereikt. Dat het bewijsbeslag er tevens toe strekt, zoals Voith c.s. betogen, bestanden die buiten de reikwijdte van het inzagerecht vallen te bewaren totdat in de hoofdzaak op de onderliggende verbintenis is beslist, vindt naar het oordeel van het hof geen steun in voornoemd arrest van de Hoge Raad van 13 september 2013 noch in enige wettelijke bepaling.
7.De slotsom
(3 punten in tarief II).
8.De beslissing
€ 816,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op € 613,- voor verschotten, en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op € 805,19 voor verschotten, in die zin dat indien de een betaalt de ander zal zijn bevrijd;