ECLI:NL:GHARL:2016:3816

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 mei 2016
Publicatiedatum
17 mei 2016
Zaaknummer
200.180.088/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bewijsbeslag en geheimhoudingsbedingen in concurrentiegeschil tussen Econvert en Paques

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Econvert Water & Energy B.V. en andere Econvert-vennootschappen tegen Paques B.V. over de opheffing van bewijsbeslagen en de geheimhoudingsbedingen van voormalige werknemers. De zaak begon met een kort geding bij de rechtbank Noord-Nederland, waar Paques bewijsbeslag had gelegd op documenten van Econvert, die naar verluidt vertrouwelijke informatie van Paques bevatten. Econvert betwistte de rechtmatigheid van het beslag en vorderde opheffing ervan. Het hof oordeelde dat Econvert onvoldoende had aangetoond dat de beslaglegging onrechtmatig was en dat Paques een rechtmatig belang had bij de inzage in de bescheiden. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter, verklaarde de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad en legde Econvert c.s. de proceskosten op. De zaak benadrukt de complexiteit van bewijsbeslag in het kader van concurrentie en geheimhouding, en de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummers gerechtshof 200.180.088/01
(zaaknummers rechtbank Noord-Nederland C/17/143346 / KG ZA 15-208)
arrest van 17 mei 2016 in kort geding in de zaak van:

1.Econvert Water & Energy B.V.,

gevestigd te Drachten,
hierna:
Econvert B.V,
2.
Econvert Water & Energy Projects B.V.,
gevestigd te Drachten,
hierna:
Econvert Projects B.V.,
3
. Econvert Water & Energy Services B.V.,
gevestigd te Drachten,
hierna:
Econvert Services B.V.,
4.
[appellant 4],
wonende te [woonplaats] ,
hierna:
[appellant 4],
5.
[appellant 5]
wonende te [woonplaats] ,
hierna:
[appellant 5]
appellanten in het principaal hoger beroep
geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep
in eerste aanleg: gedaagden in conventie, eisers in reconventie
hierna gezamenlijk:
Econvert c.s.,
advocaat: mr. W.H.R. van Boetzelaer, kantoorhoudend te Heerenveen,
tegen
Paques B.V.
gevestigd te Balk,
hierna: Paques
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie
hierna:
Paques,
advocaat mr. K.M. Kole, kantoorhoudende te Arnhem,
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 februari 2016 hier over.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1
Ter uitvoering van genoemd tussenarrest heeft op 4 april 2016 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Ter comparitie hebben partijen het hof opnieuw verzocht in hun zaak arrest te wijzen op basis van het door partijen reeds overgelegde procesdossier.
Met betrekking tot het procesdossier van Paques merkt het hof dat de daarbij overgelegde appeldagvaarding van Paques met grieven d.d. 3 augustus 2015 en het herstelexploot d.d. 13 oktober 2015 niet tot de processtukken behoren omdat Paques de desbetreffende zaak niet heeft aangebracht, maar in plaats daarvan incidenteel appel heeft ingesteld in het door Econvert c.s. aangebrachte hoger beroep.
1.2
Het hof heeft vervolgens arrest bepaald.
1.3
De vorderingen van Econvert c.s. in het principaal hoger beroep luiden:
"(…), bij arrest zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I) te vernietigen het vonnis in kort geding van 16 september 2015 (nummer C117/143346 / KG ZA 15-208) tussen partijen in conventie gewezen door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland en opnieuw rechtdoende Paques niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen althans haar deze te ontzeggen;
II) te vernietigen het vonnis in kort geding van 16 september 2015 (nummer C/17/143346 / KG ZA 15-208) tussen partijen in reconventie gewezen door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland met uitzondering van dictumnummers 6.6 t/m 6.11 en opnieuw rechtdoende bij arrest, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
a)
te bekrachtigen voor zover het betreft de nummers 6.6 t/m 6.11;
b)
de gelegde beslagen onder Econvert Water & Energy B.V., Econvert Water & Energy Projects B.V., Econvert Water & Energy Services B.V., [appellant 4] en [appellant 5] op te heffen;
c)
te verstaan dat de opheffing van deze beslagen opheffing van de bewaring tot gevolg heeft (artikel 860 lid 2 Rv);
d)
Paques B.V. te veroordelen binnen twee (2) dagen na betekening van het in deze te wijzen arrest te bewerkstelligen dat de bewaarder de in bewaring genomen
bescheiden teruggeeft aan de beslagen partij die het betreft;
e)
Een en ander op verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 20.000,- voor iedere dag dat Paques na betekening van het in deze te wijzen arrest in gebreke blijft jegens deze partij geheel of gedeeltelijk aan deze veroordeling te voldoen meteen maximum van € 250.000,-, althans een door het Gerechtshof in goede justitie vast te stellen dwangsom en maximum.
III) geïntimeerde te veroordelen in de kosten in beide instanties in conventie en in reconventie".
1.4
De vorderingen van Paques in het incidenteel hoger beroep luiden:
1.
het vonnis in kort geding van 16 september 2015 (nummer C/17/1433461KG ZA 15-208) tussen partijen in reconventie gewezen door de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, al dan niet onder aanvulling en verbetering van gronden te bekrachtigen;
2.
het vonnis in kort geding van 16 september 2015 (nummer Ch 7/143346/KG ZA
15-208) tussen partijen in conventie gewezen door de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, deels te vernietigen en alsnog recht doende,uitvoerbaar bij voorraad:
1.
Econvert c.s. te veroordelen te gedogen dat deurwaarder [deurwaarder X] , zo nodig bijgestaan door ICT Concepts, inzage neemt in alle door het bewijsbeslag getroffen bescheiden voor zover het bewijsbeslag is gelegd onder [appellant 4] , [appellant 5] en Econvert en daaruit na een visuele inspectie de navolgende bescheiden extraheert:
o
technische tekeningen en modellen met een datum in of bij het document die ligt vóór 1 februari 2009 van de BIOPAP® IC, BIOPAQ® UASB+ en/of van de THIOPAQ® die de heer [appellant 4] en/of [appellant 5] , vermoedelijk heeft/hebben meegenomen/bewaard na afloop van zijn/hun dienstverband met Paques;
o
(e-mail)correspondentie, tussen de heer [appellant 4] en/of de heer [appellant 5] en Econvert, en daarbij behorende bijlagen die aantonen dat de heer [appellant 4] en/of de heer [appellant 5] de technische tekeningen en modellen met een datum die ligt vóór 1 februari 2009 met betrekking tot de BIOPAQ® IC, BIOPAQ® UASB+ en/of de THIOPAQ® heeft/hebben gedeeld met Econvert;
2.
te bepalen dat deurwaarder [deurwaarder X] zijn selectie van stukken eerst ter inzage aan Econvert c.s. ter hand stelt;
3.
Econvert c.s. te veroordelen om binnen veertien dagen nadat deurwaarder [deurwaarder X] de door hem gemaakte selectie van bestanden als hiervoor bepaald aan Econvert c.s. ter inzage heeft gesteld, Paques inzage te verlenen in en afschrift te verschaffen van deze selectie;
4.
te bepalen dat Econvert c.s. hoofdelijk, opdat de een betaald heeft de andere is bevrijd, een dwangsom verbeuren aan Paques van EUR 2.500,- voor iedere dag dat Econvert c.s., of een of meer van hen, in gebreke blijven/blijft geheel of gedeeltelijk aan de onder 3 bedoelde veroordeling te voldoen, met een voorlopig maximum van EUR 50.000;
5.
Voor het overige het vonnis te bekrachtigen.
3. met veroordeling van Econvert c.s. in de kosten van principaal en incidenteel hoger beroep, ook uitvoerbaar bij voorraad.

2.De vaststaande feiten

2.1
De door de rechtbank in rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.24 van het vonnis van
16 september mei 2015 opgenomen feiten zijn door Econvert c.s. deels weersproken. Het hof zal hierna, met inachtneming van deze bezwaren, de feiten, voor zover van belang, opnieuw vast stellen. Aangevuld met enkele door het hof - als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist - vastgestelde feiten, gaat het hof uit van het navolgende.
2.2
Paques is een bedrijf dat industriële toepassingen ontwerpt en levert ten behoeve van water-, gas- en luchtzuivering. Paques is marktleider op het gebied van anaerobe reactoren. Twee belangrijke ontwerpen van Paques van anaerobe waterzuiveringsreactoren zijn de BIOPAQ©IC en de BIOPAQ®UASB+. Een belangrijk ontwerp van Paques met betrekking tot gaszuivering betreft de THIOPAQ®.
2.3
[appellant 4] is een voormalig werknemer van Paques. [appellant 4] is op 1 november 1990 bij Paques in dienst getreden in de functie van “hoofd engineering”. Op 17 februari 2003 is de functie van [appellant 4] gewijzigd in die van “hoofd productie”. [appellant 4] heeft per 1 februari 2008 ontslag genomen bij Paques. [appellant 4] is vervolgens in dienst getreden bij Voith Paper B.V. (hierna: Voith). Daar heeft [appellant 4] van oktober 2008 tot en met juli 2011 gewerkt. Voith produceert eveneens anaerobe reactoren en is de tweede speler op die markt na Paques.
2.4
[appellant 5] is eveneens een voormalig werknemer van Paques. [appellant 5] is op 28 februari 2005 bij Paques in dienst getreden, laatstelijk in de functie van “sales manager”. [appellant 5] heeft per 31 januari 2009 ontslag genomen bij Paques.
2.5
De arbeidsovereenkomst tussen Paques en [appellant 4] en Paques en [appellant 5] bevat een geheimhoudingsbeding. Het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst tussen Paques en [appellant 4] luidt als volgt.

ARTIKEL 12
Werknemer verplicht zich, zowel tijdens als ook na beëindiging der dienstbetrekking tot geheimhouding jegens een ieder omtrent alle, op welke wijze dan ook te zijner kennis gekomen bijzonderheden omtrent bedrijfsaangelegenheden in de ruimste zin des woords van werkgever of in welke rechtsvorm dan ook van tot
tot PAQUES BV. behorende ondernemingen, zoals bijvoorbeeld bijzonderheden betreffen machinerieen, uitvindingen, octrooien, tekeningen, kontrakten, 1everanciers en afnemers
Deze verplichting tot geheimhouding geldt ook tegenover het eigen personeel van werkgever, behalve voor zover het betreft het verstrekken van inlichtingen noodzakelijk zijn voor de dienst.
(...)
Werknemer zal geen afschriften van of aantekeningen over korrespondentie en andere bescheiden in de ruimste zin, tekeningen enz. in zijn partikulier bezit houden of zonder toestemming van de direktie aan derden tonen of buiten de gebouwen en terreinen van werkgever brengen.
Al dergelijke korrespondentie, aantekeningen, tekeningen enz. ook al zijn ze gesteld of getekend op papier e.d. aan de werknemer toebehorend of aan de werknemer persoonlijk geadresseerd moeten bij het einde van de dienstbetrekking ongevraagd en onverwijld aan werkgever ter hand worden gesteld”.
Het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst met [appellant 5] is nagenoeg gelijkluidend, doch de spelling is aan de gebruikelijke standaard aangepast.
2.6
Op 2 januari 2012 is Econvert B.V. opgericht. [appellant 4] en [appellant 5] zijn de indirect bestuurders van Econvert B.V. Op 1 januari 2015 zijn Econvert Projects en Econvert Services opgericht. Econvert c.s. houden zich bezig met het ontwerpen van industriële zuiveringsinstallaties en zijn derhalve directe concurrenten van Paques. De ontwerpen van Econvert c.s. zijn de Econvert IR, de Econvert-Dsulph en de Econvert-EGSB.
2.7
De ontwerpen van Econvert c.s. vertonen grote gelijkenissen met de industriële zuiveringsinstallaties van Paques alsmede met die van Voith.
2.8
Na de oprichting van Econvert B.V. heeft Voith een procedure aanhangig gemaakt tegen [appellant 4] en Econvert c.s. ter zake van beweerdelijk toerekenbaar tekort schieten door [appellant 4] en beweerdelijk onrechtmatig handelen door Econvert c.s. door het gebruik van technische tekeningen en 3D AutoCAD modellen van reactoren van Voith door Econvert c.s., welke technische tekeningen en 3D AutoCAD in strijd met zijn arbeidsovereenkomst met Voith door [appellant 4] zouden zijn gedeeld met Econvert c.s. Voith heeft door Equilibristen gerechtsdeurwaarders te Dordrecht (hierna: Equilibristen) bewijsbeslag doen leggen op, kort gezegd, de papieren administratie van Econvert c.s. De daaruit door Equilibristen op grond van 843a Rv gemaakte selectie van relevante bescheiden is bij Equilibristen in bewaring.
2.9
Op 15 juli 2015 heeft Paques de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden (hierna: de voorzieningenrechter) verlof gevraagd om bewijsbeslag ten laste van Econvert c.s. onder Econvert c.s. en Equilibristen te mogen leggen. Het petitum van het verzoekschrift luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“1. het leggen van bewijsbeslag op:
 technische tekeningen en 3D AutoCAD modellen van de BIOPAQ®IC, BIOPAQ®UASB+ en de THIOPAQ® die de heer [appellant 4] en/of de heer [appellant 5] , vermoedelijk heeft/hebben meegenomen/bewaard na afloop van zijn/hun dienstverband met Paques;
 (e-mail)correspondentie, tussen de heer [appellant 4] en/of [appellant 5] en Econvert, en daarbij behorende bijlagen die aantonen dat de heer [appellant 4] en/of de heer [appellant 5] de technische tekeningen en modellen met betrekking tot de BIOPAQ ® IC, BIOPAQ ® UASB+ en de THIOPAQ ® heeft/hebben gedeeld met Econvert;
(...)
4. waarbij de in beslag te nemen bescheiden kunnen worden gesepareerd door te zoeken op de hierna te noemen termen, waarmee voldoende wordt gewaarborgd dat alleen die bestanden worden geselecteerd waarbij Paques rechtmatig belang heeft:
Met betrekking tot de BIOPAO®IC en BIOPAQ®UASB+:
Paques; BIOPAQ:IC; IC Reaktor; IC Reactor; THIOPAQ; BSR; ABSR; Astrasand; Astraseparator;
BEST; BEST reactor; BEST settler; Mark I; Mark II; Mark 1; Mark 2; modules; Sludge Roof; Mixing
Chamber; Hondehok; Eendebek; Cyclone; PPD; Anammox; Circox;
SVE; TJO; TVA; HLE; KJA; INA; GDG; HMU; MBR; EER; JHB; PTE; HBU; ROB; MVI; CMO;
Met betrekkine tot de THIOPAQ®:
Redox; ORP; sulphide oxidation; sulfide oxidation; Thiobacillus; autotrophic; autotrofic; nutrimix; biogas desulfurization; biogas desulphurization; conductivity; high salt; salt-tolerant; JDY; JIO; GHE;
5. waarbij de termijn voor dataselectie, indien dit niet op locatie mogelijk blijkt te zijn, wordt gesteld
op tien werkdagen;
6. waarbij als onafhankelijk bewaarder wordt benoemd de besloten vennootschap ICT Concept B.V.
(KvK nr. [KvK nr.] ) mede gevestigd te (3821 BR) Amersfoort aan de Basicweg 19 A, voor deze de
heet [Q] dan wel een andere aldaar in dienst zijnde werknemer - ICT specialist
(...)”.
2.1
Bij beschikking van 16 juli 2015 is het verlof verleend. In de beschikking is onder 3 met betrekking tot het maken van kopieën het volgende bepaald:
“ indien het ter plaatse maken van kopieën naar het oordeel van de deurwaarder niet binnen redelijke termijn mogelijk is en gerekwestreerde daarmee instemt of machtiging van de voorzieningenrechter is verkregen, zullen de oorspronkelijke bescheiden (waaronder mede wordt verstaan: digitale bestanden) mogen worden meegenomen en moeten deze zo snel mogelijk maar in ieder geval binnen 10 dagen door de deurwaarder (na het maken van kopieën) aan gerekwestreerde(n) worden geretourneerd”.
2.11
Paques heeft deurwaarder [deurwaarder X] van Pranger Agin te Hengelo (hierna:
deurwaarder [deurwaarder X] ) belast met het leggen van beslag onder Econvert c.s. Paques heeft deurwaarder [deurwaarder Y] te Alphen aan de Rijn (hierna: deurwaarder [deurwaarder Y] ) belast met het leggen van beslag onder Equilibristen.
2.12
In een drietal gelijkluidende e-mailberichten van 21 juli 2015, heeft mr. Van Boetzelaer namens Econvert c.s. aan gerechtsdeurwaarder [deurwaarder X] , het volgende bericht
“Als deurwaarder heeft u heden bij cliënt [...] bewijsbeslag gelegd op bestanden die zich op gegevensdragers van cliënt bevinden, behoudende technische tekeningen en 3-D Autocad modellen van de BIOPAQ IC, BIOPAQ USAB+ en de THIOPAQ alsmede e-mailcorrespondentie tussen cliënt en Econvert.
In verband met dit bewijsbeslag spraken wij het volgende af:
- U neemt een forensische kopie van alle bestanden van cliënt mee naar Amersfoort. Cliënt ontvangt daarvan een kopie zodat duidelijk is van welke bestanden u een kopie hebt meegenomen.
- Op de bestanden die zich in deze forensische kopie van de administratie van cliënt bevinden gaat u
een separatie toepassen door zoektermen in te voeren, exact zoals die weergegeven staan onder punt 4
van het verzoekschrift waarop de beschikking is verleend;
- U separeert vervolgens binnen 10 dagen de bestanden die naar voren komen op één of meerdere van
voornoemde zoektermen en maakt van deze bestanden een index;
- Wij spraken af dat u mij zo spoedig mogelijk daarna zult uitnodigen om gezamenlijk de aldus in
concept tot stand gekomen selectie van bestanden te beschouwen teneinde te bezien of deze selectie
voldoet aan de voorwaarden als genoemd in het verlof dat is verleend.
- Na deze samenkomst tussen u en mij besluit u tot definitieve inbeslagname van de aldus
geselecteerde bestanden. Cliënt ontvangt een kopie van die door definitief in beslag genomen
bestanden. De rest van de bestanden zal door u worden vernietigd.
- De door u in beslag genomen bestanden worden vervolgens door u in bewaring gegeven bij ICT
Concepts BV., gevestigd te Amersfoort.
Omdat dezelfde afspraak is gemaakt voor cliënt alsook voor de heer [appellant 4] en ook voor Econvert
ontvangt u ook voor de andere twee partijen dezelfde e-mail.
Gaarne verneem ik van u of ik aldus de gemaakte afspraken op de juiste wijze heb verwoord”.
2.13
Bij verzoekschrift van 22 juli 2015 heeft Paques de voorzieningenrechter verzocht om met betrekking tot de gegevensdragers die zich bevinden op het kantooradres van Equilibristen, te bepalen dat de deurwaarder zich zal doen bijstaan door DigiJuris BV. te Nijkerk (de heer [Z] ) in plaats van ICT Concepts B.V. omdat laatstgenoemde ten behoeve van Equilibristen IT-diensten verricht. Het verzoek is op 23 juli 2015 toegestaan.
2.14
Bij e-mailbericht van 29 juli 2015 heeft gerechtsdeurwaarder [deurwaarder X] zich tot de
voorzieningenrechter gewend met de navolgende vragen.
“Onder punt
1 op pagina 12van het verlof staat vermeld waarop bewijsbeslag gelegd dient te worden,
onder
punt 4 van het verlof op pagina 13staat het volgende vermeld:
“waarbij de in beslag te nemen bescheiden (zoals onder punt 1 pagina 12 van het verlof: toevoeging gerechtsdeurwaarder) kunnen worden gesepareerd door te zoeken op de hierna te noemen termen, waarmee voldoende wordt gewaarborgd dat alleen die bestanden worden gesepareerd waarbij Paques rechtmatig belang heeft”.
Bovengenoemde zin impliceert dat de bescheiden welke worden gesepareerd na gezocht te hebben op de genoemde termen in definitief beslag genomen kunnen worden
ZONDERnadien nogmaals te toetsen of het bescheiden zijn welke voldoen aan de criteria zoals genoemd onder
punt 1 op pagina 12. De toevoeging dat door op deze wijze te separeren er voldoende wordt gewaarborgd dat alleen die bestanden worden gesepareerd waarbij Paques rechtmatig belang heeft, geeft aanleiding voor deze denkwijze. Mocht dit echter niet juist zijn dan dienen de gesepareerde bescheiden, alvorens deze in beslag te nemen, individueel beoordeeld te worden of deze voldoen aan de criteria onder
punt 1 op pagina 12.
- graag verneem ik op dit punt wat de juiste zienswijze is.
Onder
punt 5 van het verlof op pagina 13staat vermeld dat de dataselectie, indien dat op locatie niet mogelijk is, binnen een termijn van tien werkdagen dient te geschieden. Betreft dit de dataselectie als bedoeld onder
punt 4 van het verlof op pagina 13of ook een eventuele nadere toets op relevantie overeenkomstig
punt 1 op pagina 12. Dit is namelijk een andere termijn dan de genoemde termijn onder
punt 3 van de als bijlage bijgevoegde beschikking. Voor de duidelijkheid merk ik op dat de selectie als bedoeld onder
punt 4 van het verlof op pagina 13binnen de gestelde termijn is afgerond, mocht een nadere selectie noodzakelijk zijn dan is dat nimmer binnen de gestelde 10 dagen te realiseren gelet op aard en de omvang van de data. Aanvullend is van belang wanneer de termijn aanvangt, is dat de eerste werkdag na de beslagdatum of wordt de beslagdag zelf meegerekend.
- Graag verneem ik op dit punt wat de juiste zienswijze is”.
2.15
In een e-mailbericht van 31 juli 2015 van de voorzieningenrechter zijn de vragen van deurwaarder [deurwaarder X] als volgt beantwoord:
“Als voorzieningenrechter die het beslagverlof heeft verleend, nam ik kennis van uw onderstaand emailbericht aan mevrouw [A] . Ik heb naar aanleiding daarvan inmiddels telefonisch contact gehad met uw collega [B] , die mij ter toelichting meedeelde dat inmiddels beslag is gelegd en dat nog geen verdere dataselectie heeft plaatsgevonden. De beslagene stelt zich jegens u op het standpunt bij monde van haar advocaat dat die selectie moet plaatsvinden, de verzoekende partij dat dit vooralsnog niet hoeft, maar op een later moment, bijvoorbeeld na instructie in de procedure ex artikel 843a Rv. Hij deelde verder mee dat voor die eventuele nadere selectie een termijn van 14 dagen na heden nodig is.
Wat betreft uw vragen:
1. De door u bedoelde nadere selectie dient naar mijn mening reeds nu plaats te vinden om te voldoen aan het beslagverlof dat zich uitstrekt over maar ook beperkt is tot de in punt 1 op bladzijde 12 genoemde bescheiden, opdat na een eventuele veroordeling ten gunste van de beslagleggende partij ex artikel 843a Rv duidelijk is tot welke specifieke bescheiden zich die veroordeling uitstrekt. Voor soortgelijke problematiek moge ik u wellicht verwijzen naar de arresten van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 november 2014 ECLI:NL:GHARL:2014:8709 en 16 december 2014 ECLI:NL:GHARL:2014:9850 met betrekking tot de dataselectie in dozen en de opgave van de inhoud van die dozen aan de beslagene.
2. De termijn als bedoeld in punt 4 op bladzijde 13 van het verlof voor die nadere selectie wordt bij deze met ingang van heden verlengd tot 14 augustus 2015.
3. De derde vraag - omtrent de aanvangsdatum van de termijn - behoeft in dit stadium geen
beantwoording (meer).
Uw collega deelde mij mede dat een beantwoording per e-mail voldoende is. Ik ga er daarbij wel vanuit dat u in een proces-verbaal melding maakt deze bij deze e-mail verkregen nadere instructie en termijnverlenging”.
2.16
Op 3 augustus 2015 heeft Paques de eis in de hoofdzaak aanhangig gemaakt.
2.17
Bij verzoekschrift van 5 augustus 2015 heeft Paques de voorzieningenrechter wederom verzocht om verlof te verlenen voor het leggen van eenzelfde bewijsbeslag onder Equilibristen gerechtsdeurwaarder te Dordrecht als zij op 15 juli 2015 (mede onder Equilibristen gerechtsdeurwaarders te Dordrecht) had verzocht, zij het dat zij thans heeft verzocht om de deurwaarder te machtigen om de bescheiden mee te nemen voor het maken van de desbetreffende kopieën en dat de deurwaarder de bescheiden binnen 10 dagen na beslaglegging dient te retourneren en om de termijn voor dataselectie te stellen op 14 werkdagen na beslaglegging.
2.18
Het verzoek is bij beschikking van 5 augustus 2015 verleend, zij het dat het verzoek om de termijn voor dataselectie te bepalen op 14 werkdagen na beslaglegging is afgewezen. In de beschikking is hieromtrent het volgende overwogen:
“5. Het verzoek om de termijn voor dataselectie te bepalen op veertien (werk)dagen na de beslaglegging wordt afgewezen, nu uit het arrest van het hof Arnhem-Leeuwaren van 16 december 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:9850) voortvloeit dat de beslagene voordat de deurwaarder (na toestemming ex art. 843a Rv door de voorzieningenrechter) inzage verstrekt aan verzoeker, de gelegenheid moet hebben gehad om te controleren welke dataset(s) aan de verzoeker ter inzage wordt/worden gegeven. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de beslagene voorafgaande aan het reeds geëntameerde kort geding (art. 843a Rv) deze controle heeft moeten kunnen verrichten, zodat ter zitting hierover (gelet op de voorwaarden van art. 843a Rv) desgewenst kan worden gedebatteerd en een executie-kort geding op die manier zoveel mogelijk kan worden voorkomen.
Overigens wordt in dit verband verwezen naar het (niet gedateerde) e-mailbericht van de voorzieningenrechter in antwoord op een e-mailbericht van 29 juli 2015, 16:17 uur, van de heer [deurwaarder X] , gerechtsdeurwaarder, waarin in aanvulling op het eerdere beslagrekest (142973 KG RK 15- 326) nadere beslissingen ten aanzien van de dataselectie zijn gegeven. De uiterste termijn voor de dataselectie zal daarom worden bepaald op
18 augustus 2015”.
2.19
Naar aanleiding van een faxbericht van 6 augustus 2015 van deurwaarder
[deurwaarder Y] , heeft de voorzieningenrechter bij beschikking van 7 augustus 2015 onder meer
het volgende overwogen:
“Vraag 2
Gelet op de toevoeging wijst af het meer of anders verzochte” in de bijlage bij de beschikking van 5 augustus 2015 is onduidelijk of verlof is verleend voor het meenemen van de data naar het kantoor van de deurwaarder om aldaar te kopiëren. Indien het zo zou zijn dat bij het verlof géén machtiging is verleend, verzoekt de deurwaarder deze alsnog te verlenen.
Overwogen wordt dat in het beslagrekest onder randnummers 37 en 48 is verzocht om de deurwaarder machtiging te verlenen voor het meenemen van de in beslag te nemen bescheiden teneinde hiervan kopieën te kunnen maken. Het verzoek is toegestaan als verzocht, onder verwijzing naar de punten 1 tot en met 6 van de bijgevoegde beschikking. De toevoeging ‘wijst af het meer of anders verzochte” heeft enkel betrekking op de punten 1 tot en met 5 van deze bijgevoegde beschikking. Aldus bestaat geen belang bij het alsnog afgeven van bedoelde machtiging.
Vraag 3
In de eerdere beschikking van 16juli 2015 is bepaald dat de meegenomen data (na het maken van kopieën) moeten worden geretourneerd aan gerekwestreerden. In dit geval bevinden de bescheiden zich bij een derde (Equilibristen) en is deze voorwaarde hoogst onpraktisch. Verzocht wordt om te bevestigen dat de bescheiden geretourneerd kunnen worden aan Equilibristen.
Overwogen wordt als volgt.
In het verlof tot beslagneming van 5 augustus 2015, waarbij zoals hiervoor is overwogen, machtiging is verleend voor het meenemen van de data door de deurwaarder, is wel opgenomen dat de data binnen tien dagen geretourneerd moeten worden, maar hieraan is niet toegevoegd dat geretourneerd moet worden aan gerekwestreerden zoals in de beschikking van 16 juli 2015 was vermeld. Aldus bestaat geen belang bij het geven van nadere instructies zoals bedoeld op dit punt.
Overigens overweegt de voorzieningenrechter dat de vraag of Equilibristen de data al hadden moeten retourneren aan gerekwestreerden, in deze beschikking onbesproken kan worden gelaten, omdat de deurwaarder (en Paques BV.) hier buiten staan”.
2.2
In een proces-verbaal van deurwaarder [deurwaarder Y] van 10 augustus 2015 is onder
meer vermeld:
“Mij, gerechtsdeurwaarder, begeven naar en vervolgens bevonden te (...) Dordrecht aan het adres Kuipershaven 25, zijnde het vestigings- en kantooradres van de maatschap naar burgerlijk recht Equilibristen Gerechtsdeurwaarders (...) teneinde over te gaan tot de tenuitvoerlegging van voormelde beschikking(en) middels conservatoir bewijsbeslag op de in het verzoekschrift omschreven en nader te noemen data/bescheiden:
Vervolgens werd door mij, gerechtsdeurwaarder (...)
MEEGENOMEN:
FYSIEKE DATA:
Bestaande uit twee dozen met inhoud, bestaande uit een achttal groene ordners (...).
Waarna door mij, gerechtsdeurwaarder, ten kantore van mij, de voornoemde fysieke data werden geselecteerd krachtens de criteria als genoemd in randnummer 28 van voornoemde beschikking, waarna ik, gerechtsdeurwaarder, heb geconstateerd dat de door mij, bij Equilibristen voornoemd, meegenomen fysieke data niet voldoet aan de criteria als genoemd in randnummer 28 van voornoemde beschikking, althans NIET de navolgende data bevat: (...)
zodat het maken van digitale kopieën van de fysieke bescheiden door Digijuris conform randnummer 32 van voornoemde beschikking achterwege is gebleven en derhalve het bewijsbeslag op de fysieke data voornoemd NIET heeft plaatsgevonden en dat meergenoemde multomappen door mij, gerechtsdeurwaarder binnen 10 dagen na heden zullen worden geretourneerd aan Equilibristen voornoemd”.
2.21
Blijkens een proces-verbaal van deurwaarder [deurwaarder Y] van 11 augustus 2015 is de in het proces-verbaal van beslag van 10 augustus 2015 genoemde externe harde schijf met uniek serienummer [serienr.] in gerechtelijke bewaring gegeven aan ICT Concept
B.V. te Amersfoort.
2.22
Blijkens een proces-verbaal van deurwaarder [deurwaarder Y] van 12 augustus 2015 zijn de in het proces-verbaal van beslag van 10 augustus 2015 genoemde dozen met een achttal groene ordners aan Equilibristen geretourneerd.
2.23
In een e-mailbericht van 20 augustus 2015 heeft deurwaarder [deurwaarder X] onder meer
het volgende aan mr. Van Boetzelaer meegedeeld:
“U stelt dat door mij is gevraagd om toestemming om de dataselectie elders uit te voeren, dit is niet juist. Deze toestemming wordt in het verlof reeds gegeven, kennelijk doelt u op punt 3 van de beschikking welke als bijlage bij het verlof behoort. Dit artikel is echter niet van toepassing nu er geen oorspronkelijke bescheiden zijn meegenomen, toestemming van de beslagenen danwel machtiging van de voorzieningenrechter was/is niet nodig. Het separeren van de data was ter plaatse niet mogelijk, dit is de reden dat het op kantoor van ICT-Concepts heeft plaatsgevonden. Deze werkwijze valt exact binnen de reikwijdte van het verlof en de beschikking. Ook stelt u dat de termijn van separatie, welke is verlengd naar 14 augustus 2015, is verstreken hetgeen volgens u tot gevolg heeft dat het beslag onrechtmatig is. Daargelaten of dat standpunt juist is, is het in ieder geval niet juist dat de separatie niet tijdig is afgerond, deze is namelijk op 13 augustus 2015 afgerond.
Na separatie hebben wij een discussie gevoerd of er nadien nog een verdere selectie plaats zou moeten vinden of dat de gesepareerde data in definitief beslag genomen kon worden. Op het kantoor van ICT-Concepts heb ik u aangegeven dat ik uw standpunt mee zou nemen in mijn afweging en dat ik u van mijn standpunt/beslissing op de hoogte zou stellen. Nadien is door mij de voorzieningenrechter geraadpleegd, de uitkomst daarvan is u bekend. Met u heb ik geen afspraak gemaakt dat ik ook na de instructie van de voorzieningenrechter nogmaals samen met u zou beoordelen of de selectie op een juiste wijze heeft plaatsgevonden, daartoe is ook geen aanleiding nu
de voorzieningenrechter hiervoor specifieke instructies heeft gegeven. Pas na de instructie van de voorzieningenrechter is besloten tot een nadere selectie, deze intentie was er tijdens het beslag nog niet. Over deze nadere selectie kunnen dus onmogelijk met u afspraken zijn gemaakt gedurende de beslaglegging. Uw opmerking dat gemaakte afspraken vervallen wanneer door mij niet wordt voldaan aan nieuw te maken afspraken kan ik dan ook niet volgen. De door u bevestigde afspraken zijn overigens geen afspraken waarmee wordt afgeweken van het verlof en de beschikking, het is grotendeels een samenvatting van de werkwijze zoals deze (dwingend) is voorgeschreven.
In het proces-verbaal van beslag, waarvan uw cliënten een uitgebreide versie zullen ontvangen, staan de in definitief beslag genomen bestanden allen vermeld. De bestanden staan vermeld met hun (unieke) bestandsnaam zodat uw cliënten daaruit exact kunnen opmaken welke bestanden in definitief beslag zijn genomen”.
2.24
In een proces-verbaal van beslaglegging van deurwaarder [deurwaarder X] ten aanzien van
de beslaglegging onder Econvert c.s. is onder meer vermeld:
Heden, de één en twintigste juli tweeduizendvijftien;
Heb ik, [deurwaarder X] , gerechtsdeunvaarder (...)
Mij begeven (...) zijnde het zaakadres van gerekwireerden sub 1,2 en 3 voornoemd;
(...)
Na aanvang van de beslaglegging verschijnt de heer mr. W.H.R. van Boetzelaer ter plaatse, vergezeld door een collega. (...)
Gelet op de structuur en de omvang van de digitale omgeving op de beslaglocatie is het volgens de ICT-specialist niet mogelijk om ter plaatse over te gaan tot het separeren van de data overeenkomstig de beschikking, derhalve wordt door de ICT-specialist een (forensische) kopie gemaakt van de aanwezige data van beslagenen te maken teneinde op het kantoor van de gerechtelijk bewaarder tot separatie over te kunnen gaan. Gerekwireerden hebben nadrukkelijk ingestemd met deze werkwijze, dit is door de advocaat (per e-mail) aan mij bevestigd;
(…)
De ter plaatse forensisch gekopieerde data is vervolgens door de ICT-specialist veiliggesteld op een harde schijf met serienummer [serienr.] , daarna neem ik alle data, in overeenstemming met voormelde beschikking, zich bevindende op de harde schijf met serienummer [serienr.] , ten laste van beslagenen in globaal conservatoir bewijsbeslag;
Op het kantoor van ICT-Concepts BV. te Amersfoort op het adres Basicweg 19a wordt de data door de ICT-specialisten geïndexeerd door middel van het invoeren van de onder punt 4 op pagina 13 van het verlof genoemde zoektermen. Vervolgens is op 29 juli 2015 de gesepareerde data door mij in het bijzijn van de heer [C] namens gerekwestreerden en de heer mr. Van Boetzelaer voornoemd, beoordeeld, waarbij door mij en de heren [C] en Van Boetzelaer wordt geconstateerd dat het separeren van de bescheiden op een juiste wijze heeft plaatsgevonden;
Na afloop van deze bijeenkomst op 29 juli 2015 heb ik mij per e-mail gewend tot de Voorzieningenrechter teneinde duidelijkheid te verkrijgen ten aanzien van een aantal met betrekking tot de beslaglegging gerezen discussiepunten en door mij is daarop een e-mail van de Voorzieningenrechter ontvangen, houdende een antwoord op deze vragen alsmede een nadere instructie en termijnverlenging;
De verzonden e-mail had de volgende inhoud:
(...)
De reactie van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland was de volgende:
(...)
Naar aanleiding van deze nadere instructie van de Voorzieningenrechter heeft (t.k.) gerechtsdeurwaarder R.H. Meesters vervolgens op 4, 5, 6,7 en 10 augustus 2015, een nadere selectie uitgevoerd zoals door de rechter is bepaald onder punt 1 van voormelde reactie van de Voorzieningenrechter mr. J. (Jacob) Smit op de (pre)geselecteerde data die in beslag is genomen op de drie beslaglocaties, te weten:
- ( [adres 1] , gemeente [adres 1] , aan het adres [adres 1] ;
- [adres 2] ) [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , aan het adres [adres 2] ;
- ( [adres 3] ) [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , aan het adres [adres 3]
Aangezien ten aanzien van bepaalde bescheiden door (t.k.) gerechtsdeurwaarder R.H. Meesters niet ondubbelzinnig kon worden vastgesteld of deze voldoen aan de omschrijving als genoemd in punt 1 op pagina 12 van het beslagverlof heeft hij zich op maandag 10 augustus2015 en woensdag 12 augustus 2015 telefonisch gewend tot de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, en gesproken met de heer mr. [E] en hem deze problematiek voorgelegd. Aan hem is gevraagd of er naar het oordeel van de Voorzieningenrechter een octrooigemachtigde c.q. deskundige benoemd zou moeten te worden teneinde deze bescheiden te beoordelen in overeenstemming met punt 1 op pagina van het beslagverlof;
Op 12 augustus 2015 is deze vraag per faxbericht aan de Voorzieningenrechter voorgelegd, op vrijdag
14 augustus 2015 is vervolgens een faxbericht van de Voorzieningenrechter bij de Rechtbank Noord-
Nederland ontvangen (bijlage 1). Op basis van dit faxbericht dient ervan worden uitgegaan dat de bescheiden waarover onduidelijkheid bestaat in dit stadium onder het beslag vallen en dat bij gelegenheid van het kort geding, waarbij op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering afgifte van de bescheiden zal worden verzocht, door de Voorzieningenrechter onder ogen gezien zal moeten worden of rekwirante een rechtmatig belang heeft bij afgifte van deze bescheiden;
Voorts heeft de Voorzieningenrechter verzocht een tweetal processen-verbaal op te maken, één ten behoeve van rekwirante met louter een globale omschrijving van de beslagen bescheiden en één ten behoeve van gerekwireerden met een gedetailleerde beschrijving van deze bescheiden, aan welk verzoek door mij gevolg zal worden gegeven;
Met inachtneming van de nadere instructie van de Voorzieningenrechter is de nadere definitieve selectie tot stand gekomen. Op 19 augustus 2015 zijn door mij op het kantoor van ICT-Concepts BV. te Amersfoort op het adres Basicweg l9a in overeenstemming met voormelde beschikking en de gegeven nadere instructies, ten laste van beslagenen met betrekking tot de beslaglocatie ( [adres 1] , gemeente [adres 1] , aan [adres 1] , de relevante bescheiden in definitief conservatoir bewijsbeslag genomen, het globale beslag op de niet relevante bescheiden wordt door mij opgeheven;
De forensisch gekopieerde data op de harde schijf met serienummer [serienr.] is door de ICT-specialist gewiped, dit houdt in dat de data definitief niet meer op de schijf aanwezig is;
Op 25 augustus 2015 is door mij op het kantoor van ICT-Concept BV. te Amersfoort op het adres Basicweg 19a, inzage gegeven in de in definitief conservatoir bewijsbeslag genomen bescheiden aan de heer [C] namens gerekwireerden en de heer mr. E. Bosscher, waarbij tevens een afschrift van de bescheiden aan de heren [C] en Van Boetzelaer is verstrekt. Hierbij wordt door mij en de voornoemde heren geconstateerd dat het afschrift van de bescheiden qua aard en omvang overeenkomst met het origineel;
Alle in definitief conservatoir bewijsbeslag genomen bescheiden zijn (gescheiden per beslaglocatie) door de ICT specialist vastgelegd op een USB stick met HASH-code [hash-code] , deze USB stick is vervolgens in een gesloten envelop verpakt met daarop de vermelding Definitief Beslag Paques/Econvert” en de envelop is vervolgens door mij verzegeld;
De verzegelde envelop is vervolgens in gerechtelijke bewaring gegeven aan de bij voornoemde beschikking aangewezen gerechtelijk bewaarder, dit met mededeling aan de gerechtelijk bewaarder dat de bewaarder geen inzage mag geven of anderszins informatie omtrent de inhoud ter kennis brengt aan rekwirante en/of derden. Hiervan zal een afzonderlijk proces-verbaal worden opgemaakt;
Voornoemde beslaglegging is geëindigd op 28 augustus 2015 door voltooiing van dit proces-verbaal;
(...)”.
2.25
Met betrekking tot de beslagleggingen onder [appellant 4] en [appellant 5] , zijn nagenoeg gelijkluidende processen-verbaal opgemaakt.

3.Het geschil en de procedure in eerste aanleg

3.1
Paques heeft in eerste aanleg gevorderd dat Econvert c.s. worden veroordeeld om te gedogen dat een door de rechtbank aan te wijzen deskundige - in de persoon van de in het verzoekschrift tot verlofverlening van het gelegde bewijsbeslag genoemde bewaarder of een andere door de rechtbank aan te wijzen deskundige - inzage neemt in alle door het bewijsbeslag getroffen bescheiden, alsmede in alle niet door het bewijsbeslag getroffen bescheiden die zich bij Equilibristen bevinden, en daaruit op de volgende manier de volgende bescheiden extraheert:
a. bestanden bevattend correspondentie, aanbiedingen, contracten, berekeningen, technische tekeningen, manuals of modellen, te herkennen aan de extensie .dwf, .dwfx., .jpg, of aan de extensie .doc, .bak, .ppt, in combinatie met een visuele inspectie, of eventuele andere relevante extensies, die tevens voldoen aan (minimaal) twee van de volgende criteria:
i) een datum in of bij het document die ligt vóór 1 februari 2009; of
ii) de aanwezigheid van één of meer van de volgende afkortingen: SVE; TJO; TVA; HLE; KJA; JNA; GDG; HMU; MBR; BBR; JHB; PTE; RBU; ROB; MVI; CMO; IDY; of
iii) de aanwezigheid van één of meer van de volgende termen: IC; IC Reaktor; IC Reactor; BSR; ABSR; Astrasand; Astraseparator; BEST; BEST Reactor; BEST Settier; Mark 1; Mark II; Sludge Roof; Mixing Chamer; Hondehok; Eendebek; PPD; Anammox; Circox; nutrimix; Thiobacillus; Redox; ORP; autotrofic; conductivity; high salt; satt-tolerant; of
iv) de aanwezigheid van minimaal één van de termen “BIOPAQ”, “UASB+” of‘THIOPAQ” in de titel van het bestand of in het bestand zelf;
e-mailberichten of andere correspondentie gewisseld door de heer [appellant 4] en/of de heer [appellant 5] binnen Econvert (te herkennen aan een emailadres met daarin de term “Econvert” of anderszins), of met bedrijfsmatig opererende derden, die tevens voldoen aan één van de volgende criteria:
i) de aanwezigheid van de term “BIOPAQ” in de titel of in het bestand zelf;
ii) de aanwezigheid van de term “UASB+” in de titel of in het bestand zelf;
iii) de aanwezigheid van de term “THIOPAQ” in de titel of in het bestand zelf,
iv) het bericht heeft als bijlage een bestand geïdentificeerd volgens (minimaal twee van) de criteria zoals genoemd onder (3.1.a.i, 3.1.a.ii, 3.1 a.iii en 3.1 a.iv); althans dergelijke bescheiden met andere eigenschappen door uw rechtbank in goede justitie te bepalen.
3.3
Subsidiair heeft Paques de gevorderde extractie beperkt tot bescheiden die in de titel of in de bescheiden zelf, over de termen “BIOPAQ”, “UASB+” en/of “THIOPAQ” beschikken. Uiterst subsidiair heeft Paques de gevorderde extractie beperkt tot een door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze en omvang die recht doen aan de belangen van partijen.
3.4
Paques heeft daarnaast gevorderd, kort gezegd, dat Econvert c.s. worden veroordeeld om te gedogen dat Paques inzage krijgt in de gevorderde extractie. Paques heeft ten slotte gevorderd dat Econvert c.s. veroordeeld worden in de kosten van de gelegde bewijsbeslagen en de kosten van het geding.
3.5
In reconventie hebben Econvert c.s. gevorderd, eveneens verkort weergegeven, opheffing van de bewijsbeslagen, vaststelling dat de opheffing van de beslagen de opheffing van bewaring tot gevolg heeft en - op straffe van een dwangsom - teruggave van de door de deurwaarder in bewaring genomen bescheiden, een en ander onder veroordeling van Paques in de proceskosten in conventie en reconventie.
3.6
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 16 september 2015 in conventie de subsidiaire vordering van Paques gedeeltelijk toegewezen. De voorzieningenrechter heeft de vordering niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. In reconventie heeft de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad, het onder Equilibristen gelegde beslag opgeheven en Paques veroordeeld te bewerkstelligen dat de bewaarder de onder Equilibristen in beslag/bewaring genomen bescheiden teruggeeft aan Equilibristen. De onder Econvert c.s. gelegde bewijsbeslagen zijn niet opgeheven. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten in beide instanties gecompenseerd in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De grieven in het principaal en het incidenteel hoger beroep

4.1
Econvert c.s. hebben in principaal hoger beroep vier grieven aangevoerd. De grieven I en II richten zich tegen de afwijzing van de door Econvert c.s. verzochte opheffing van de (overige) bewijsbeslagen onder Econvert c.s. Grief III en IV stellen het rechtmatig belang van Paques bij de inzage en de bewijsbeslagen aan de orde.
4.2
Tegen de door de voorzieningenrechter verleende omvang van de inzage heeft Paques incidenteel hoger beroep ingesteld. Paques meent dat de voorzieningenrechter ten onrechte de inzage heeft beperkt (grief I). Grieven II en III betreffen de afwijzing van de gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring en dwangsommen.
4.3
Het hof zal de grieven in het principaal en het incidenteel hoger beroep, deels gezamenlijk, onder de volgende onderwerpen, bespreken.
Rechtmatig belang als bedoeld in artikel 843a Rv.
4.4
Grief III in het principaal hoger beroeplegt aan het hof de vraag voor of Paques op grond van het bepaalde in artikel 843a Rv recht heeft op inzage in en afschrift van de bescheiden als bepaald in het dictum van het bestreden vonnis, meer in het bijzonder of er sprake is van een rechtmatig belang en een rechtsbetrekking als bedoeld in voornoemd artikel.
4.5
Bij de beoordeling van die vraag moet worden vooropgesteld, zoals ook de voorzieningenrechter met juistheid heeft gedaan, dat artikel 843a Rv niet voorziet in een onbeperkt recht op inzage van bescheiden jegens degene die deze te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, maar dat deze bepaling het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde bescheiden afhankelijk stelt van een drietal cumulatieve vereisten. Op grond van het eerste lid van artikel 843a Rv moet de eiser i) een rechtmatig belang hebben bij de inzage, het afschrift of het uittreksel en ii) moet hij inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden iii) aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorganger partij is of was; daaronder valt mede een rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad.
4.6
Uit het arrest van de Hoge Raad van 13 november 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3304) volgt dat aan het vereiste van het bestaan van een rechtsbetrekking - in geval van betwisting - niet reeds is voldaan indien de rechtsbetrekking onderbouwd is gesteld. Degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, in dit geval Paques, dient zodanige feiten en omstandigheden te stellen en met reeds voorhanden bewijsmateriaal te onderbouwen dat voldoende aannemelijk is dat er sprake is van, kort gezegd, onrechtmatig handelen van Econvert c.s. Wat in het kader van een vordering uit hoofde van artikel 843a Rv als een ‘voldoende’ mate van aannemelijkheid kan worden beschouwd, kan niet in algemene zin kan worden beantwoord omdat het daarbij aankomt op een waardering van de stellingen en verweren van partijen en de overtuigingskracht van het eventueel reeds overgelegde bewijsmateriaal. Wel is uitgangspunt dat niet behoeft te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op een (dreigende) inbreuk gebaseerde vordering. Verder geldt dat de vereiste aannemelijkheid bij een bewijsbeslag eerder aanwezig kan zijn dan wanneer het gaat om een inzagevordering als bedoeld in artikel 843a Rv.
4.7
Met betrekking tot de vereiste rechtsbetrekking, overweegt het hof dat tussen partijen niet in geschil is dat [appellant 4] en [appellant 5] op grond van artikel 12 van hun arbeidsovereenkomst gehouden waren de technische tekeningen en modellen van Paques geheim te houden. Evenmin is in geschil dat dit geheimhoudingsbeding zich niet uitstrekt tot door Paques of derden openbaar gemaakte tekeningen en modellen, waaronder de technische tekeningen van openbaargemaakte octrooiaanvragen van Paques. Verder zijn partijen klaarblijkelijk het erover eens dat het gebruik door Econvert c.s. van de door [appellant 4] en [appellant 5] in strijd met artikel 12 van hun arbeidsovereenkomst meegenomen tekeningen en modellen van Paques - indien dat gebruik in de bodemzaak komt vast te staan - jegens Paques in beginsel onrechtmatig is. Tegen het desbetreffende oordeel van de voorzieningenrechter in rechtsoverweging 5.12 van het bestreden vonnis is immers niet gegriefd. De grief richt zich uitsluitend tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat Paques voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Econvert c.s. gebruik hebben gemaakt van de tekeningen en modellen van Paques die [appellant 4] en [appellant 5] op grond van hun geheimhoudingsbeding niet buiten Paques mochten gebruiken. Het verweer van Econvert c.s. houdt, kort gezegd, in dat de betreffende tekeningen reeds vrijelijk beschikbaar waren.
4.8
Het hof leest in de grief en de daarop gegeven toelichting in essentie geen andere relevante stellingen of verweren dan die reeds in eerste aanleg waren aangevoerd en door de voorzieningenrechter in rechtsoverwegingen 5.9 tot en met 5.12 gemotiveerd zijn verworpen. Het hof onderschrijft hetgeen de voorzieningenrechter ter motivering van zijn beslissing heeft overwogen en neemt die motivering over. De voorzieningenrechter is daarbij, anders dan Econvert c.s. stellen, niet van een "te lage" stelplicht uitgegaan.
4.9
Ter toelichting voegt het hof daar nog aan toe dat Econvert c.s. ook in hoger beroep de onderbouwde stelling van Paques dat Econvert c.s. bij hun ontwerpen voor de Econvert-Dsulph en de Econvert-EGSB, die grote gelijkenissen vertonen met de ontwerpen van Paques, gebruik hebben gemaakt van de vertrouwelijke (productie)tekeningen van Paques, onvoldoende onderbouwd weersproken. Dat de door Paques in productie 18 overgelegde technische tekening geen vertrouwelijke productietekening, maar een (door Paques) openbaargemaakte klanttekening betreft, wordt door Econvert c.s. op geen enkele wijze onderbouwd. Dit geldt ook voor hun stelling dat genoemde reactoren van Econvert c.s. toepassingen betreffen van de door Paques uitgewerkte octrooien die door een ieder en dus ook Econvert c.s. vrijelijk mogen worden toegepast. Aan beide stellingen gaat het hof dus voorbij.
4.1
Het hof merkt verder nog op dat de omstandigheid dat [appellant 4] en [appellant 5] geen toegang zouden hebben tot het digitale netwerk van Paques, zoals Econvert c.s. onder randnummer 38 van hun memorie van grieven betogen, niet relevant is nu [appellant 4] en [appellant 5] op grond van artikel 12 van hun arbeidsovereenkomst zich ook dienden te onthouden van het gebruik van niet-digitale werktekeningen van Paques na het einde van hun arbeidsrelatie met Paques. Dat [appellant 4] en [appellant 5] toegang hadden tot deze werktekeningen is ter zitting in hoger beroep door beiden genoegzaam bevestigd.
4.11
Het voorgaande betekent dat grief III in het principaal hoger beroep faalt.
Grief IV in het principaal hoger beroep, die net als grief III klaagt over het ontbreken van rechtmatig belang in de zin van artikel 8543a Rv, maar dan in het kader van het bewijsbeslag, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot dit belang, geen verdere bespreking.
Omvang inzage
4.12
De voorzieningenrechter heeft de inzage ten aanzien van [appellant 4] beperkt tot tekeningen en modellen die een datum dragen van vóór 1 februari 2008 en ten aanzien van [appellant 5] tot tekeningen en modellen die een datum dragen van vóór 1 februari 2009. Dit zijn de data waarop de arbeidsovereenkomsten met [appellant 4] respectievelijk [appellant 5] zijn beëindigd.
Onder
grief I in het incidenteel hoger beroepbetoogt Paques dat er geen onderscheid moet worden gemaakt tussen [appellant 4] en [appellant 5] omdat [appellant 4] mogelijk ook na 1 februari 2008 via [appellant 5] in bezit is gekomen van bedoelde tekeningen en modellen. Paques betoogt daarnaast dat de door voorzieningenrechter aangebrachte beperking tot onduidelijkheid en mogelijke executieproblemen leidt.
4.13
Het eerste deel van de grief vindt geen steun in artikel 843a Rv. Het verwijt dat Paques [appellant 4] maakt is dat hij gedurende zijn dienstverband in strijd met de geheimhoudingsbeding vertrouwelijke stukken van Paques heeft meegenomen. Het rechtmatige belang van Paques in de zin van artikel 843a Rv is beperkt tot dat verwijt en dus tot de stukken waartoe hij tijdens zij dienstverband toegang had.
Vertrouwelijke stukken van Paques die [appellant 4] ná 1 februari 2008 mogelijk van [appellant 5] zou hebben ontvangen, vallen – indien is voldaan aan de zoekcriteria in 6.1. van het dictum van het bestreden vonnis - onder de inzage van de door het bewijsbeslag getroffen bescheiden onder [appellant 5] , zodat Paques ook om die reden geen belang heeft bij de gevorderde ruimere inzage. Het eerste deel van de grief faalt.
4.14
Ook het tweede deel van de grief is tevergeefs voorgedragen. Naar het oordeel van het hof is het voldoende duidelijk dat met de woorden "ten aanzien van [appellant 4] " en "ten aanzien van [appellant 5] " wordt bedoeld de in het bewijsbeslag aangetroffen stukken onder [appellant 4] respectievelijk [appellant 5] .
Uitvoerbaar bij voorraad
4.15
Met
grief II in het incidenteel hoger beroepkomt Paques op tegen de afwijzing van de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Zij vordert dat de inzage onder 6.3 van het dictum alsnog uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
Econvert c.s. maken bezwaar tegen de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Zij wijzen op de onomkeerbaar gevolgen daarvan en betogen daarnaast dat hun belang bij de afwijzing daarvan zwaarder weegt dan het belang van Paques bij toewijzing. Econvert c.s. menen dat eerst de uitkomst van een mogelijke cassatie afgewacht dient te worden. Volgens Econvert c.s. kan de door Paques gestelde vertraging ook niet worden gekwalificeerd als een in rechte te respecteren belang.
4.16
Het hof overweegt hierover als volgt. Doel van een vordering tot uitvoerbaar bij voorraadverklaring is daarin gelegen dat de partij die haar vordering krijgt toegewezen niet op het haar krachtens de veroordeling toekomende behoeft te wachten tot die veroordeling onherroepelijk is geworden. Reeds hierin ligt het belang van Paques besloten. Het enkele feit dat een toewijzende beslissing in een 843a Rv procedure onomkeerbare gevolgen kan hebben, in de zin dat Paques op de hoogte raakt van de inhoud van bescheiden waarop volgens Econvert c.s. geen recht op inzage bestaat, is inherent aan die vordering en als zodanig onvoldoende reden om de daarmee samenhangende veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Andere omstandigheden die maken dat de belangen van Econvert c.s. bij afwijzing van de uitvoerbaarheid bij voorraad zwaarder wegen dan de toewijzing daarvan, zijn gesteld noch gebleken, terwijl Econvert c.s. nog steeds de mogelijkheid heeft om de inzage van specifieke stukken die een bedrijfsgeheim van Econvert c.s. behelzen, in rechte aan te vechten. Het hof zal de vordering alsnog uitvoerbaar bij voorraad verklaren. De grief slaagt.
Dwangsommen
4.17
Onder
grief III in het incidenteelappel vordert Paques dat aan de veroordeling onder 6.3 van het dictum alsnog een dwangsom wordt verbonden. Econvert c.s. maken bezwaar tegen deze eiswijziging. Econvert c.s. stellen verder dat zij vrijwillig aan de onder 6.3 opgenomen veroordeling zullen voldoen en dat er dus geen reden is om dwangsommen op te leggen. Econvert c.s. wijzen er verder op dat het mogelijk is dat naar aanleiding van de door deurwaarder gemaakte selectie een executiegeschil gestart wordt en dat het ook om die reden onwenselijk is aan die veroordeling dwangsommen te verbinden.
4.18
Het hof stelt voorop dat het hier een vermeerdering van eis betreft die op grond van de in artikel 347 lid 1 Rv besloten twee-conclusie-regel tijdig is gedaan en derhalve is toegestaan. Het hof is met Econvert c.s. van oordeel dat in de gegeven omstandigheden, waarbij het niet is uitgesloten dat tussen partijen naar aanleiding van de door de deurwaarder op basis van de onder 6.1. van het bestreden vonnis gemaakte selectie een geschil ontstaat dat aan een executierechter wordt voorgelegd, een dwangsomveroordeling (nog) niet op zijn plaats is. Het hof zal de gevorderde dwangsommenveroordeling mede daarom afwijzen. Bij dit oordeel heeft het hof laten meewegen dat Econvert c.s. hebben toegezegd aan de inzage hun medewerking te verlenen. Grief III in het incidenteel hoger beroep faalt dus.
Opheffing (overige) beslagen onder Econvert c.s.
4.19
Onder
grief I in het principaal hoger beroepbetogen Econvert c.s. dat de bewijsbeslagen onder Econvert c.s. moeten worden opgeheven omdat, kort gezegd, deurwaarder [deurwaarder X] in strijd met betreffende beschikkingen en de door de Hoge Raad geformuleerde regels in het arrest van 13 september 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ9958) de gehele digitale administratie van Econvert c.s. heeft meegenomen. Deurwaarder [deurwaarder X] had aan de hand van de criteria genoemd in de beschikkingen, een selectie van documenten moeten maken waarvan ter plaatste kopieën dienden te worden gemaakt. Schending van deze regel is volgens Econvert c.s. voldoende grond voor opheffing van de betreffende bewijsbeslagen.
4.2
Het hof kan Econvert c.s. hierin niet volgen nu Econvert c.s., bij monde van hun advocaat mr. van Boetzelaer, nadrukkelijk ermee hebben ingestemd dat deurwaarder [deurwaarder X] alle bestanden van Econvert c.s. zou meenemen teneinde op zijn kantoor aan de hand van de beschikkingen kopieën te maken en de separatie van de stukken uit te voeren. Dit blijkt onder meer uit het e-mailbericht van mr. van Boetzelaer aan deurwaarder [deurwaarder X] van 21 juli 2015 (productie 20 Paques) en het proces-verbaal van R.H. Meesters . Dat mr. van Boetzelaer hier later op is teruggekomen, acht het hof niet relevant nu het gaat om zijn mededelingen ten tijde van de beslagleggingen waarbij hij - in afwezigheid van [appellant 4] en [appellant 5] - aanwezig was en waarop de deurwaarder [deurwaarder X] heeft mogen vertrouwen. De grief faalt.
4.21
Econvert c.s. stellen daarnaast in
grief II in het principaal hoger beroepdat de bewijsbeslagen moeten worden opgeheven omdat i) deurwaarder [deurwaarder X] de dataselectie niet binnen de (verlengde termijn) eindigend op 14 augustus 2015 heeft uitgevoerd en ii) deurwaarder [deurwaarder X] het resultaat van de selectie pas één dag voor de zitting heeft bekend gemaakt.
4.22
De eerste klacht mist feitelijke grondslag. Uit het e-mailbericht van deurwaarder [deurwaarder X] van 20 augustus 2015 volgt dat de selectie op 13 augustus 2015 is afgerond. Dat is binnen de door de voorzieningenrechter gestelde termijn. Uit het hiervoor onder 2.23 (gedeeltelijk) weergegeven proces-verbaal van de deurwaarder [deurwaarder X] volgt naar het oordeel van het hof niet, anders dan Econvert c.s. betogen, dat na 14 augustus 2015 nog een verdere selectie heeft plaatsgevonden. Uit dit proces-verbaal blijkt slechts dat deurwaarder [deurwaarder X] naar aanleiding van de nadere instructie van de voorzieningenrechter, een tweetal processen-verbaal heeft opgemaakt, één ten behoeve van Econvert c.s. met een gedetailleerde beschrijving van de door het beslag getroffen bescheiden en één ten behoeve van Paques met slechts een globale beschrijving van de bescheiden.
4.23
Voor de stelling dat die selectie vervolgens ook op 14 augustus 2015 aan Econvert c.s. bekend diende te worden gemaakt, ontbreekt een deugdelijke onderbouwing.
Een wettelijke regel die voorschrijft dat de inzage binnen bepaalde termijn na beslaglegging moet worden betekend, ontbreekt. Ook de beschikkingen maken geen melding van deze datum. Uit het e-mailbericht van de voorzieningenrechter van 5 augustus 2015 volgt dat de selectie voorafgaand aan het kort geding ter inzage aan Econvert c.s. moet worden gegeven teneinde hen in staat te stellen te controleren welke data aan Paques ter inzake worden gegeven. Hij noemt daarbij de datum van 18 augustus 2015. Die datum is overschreden. De opgave is op 25 augustus 2015 gedaan. Dat Econvert c.s. door de overschrijding van deze termijn zich niet op het kort geding hebben kunnen voorbereiden, is gesteld noch gebleken. Om die reden acht het hof de enkele overschrijding van deze, niet in de wet verankerde, termijn onvoldoende grond voor de opheffing van de bewijsbeslagen. Volledigheidshalve voegt het hof daar nog aan toe dat in de gegeven omstandigheden het belang van Econvert c.s. bij opheffing van de beslagen (door de beslagen worden zij in hun handelen niet belemmerd) niet opweegt tegen het belang van Paques bij de handhaving daarvan (bewaring van de stukken totdat in de door haar aanhangige gemaakte 843a Rv procedure is beslist), hetgeen een zelfstandige reden vormt voor de handhaving van de beslagen. Ook grief II in het principaal hoger beroep is tevergeefs voorgedragen. De bewijsbeslagen onder Econvert c.s. zullen niet worden opgeheven.

5.Slotsom

De grieven in het principaal hoger beroep falen. De grieven in het incidenteel hoger beroep slagen alleen wat betreft de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Voor het overige falen de incidentele grieven. Het hof ziet hierin aanleiding om de proceskosten in het incidenteel hoger beroep te compenseren als hierna bepaald. Het hof zal Econvert c.s.
als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij veroordelen in de proceskosten van Paques in het principaal hoger beroep (3 punten in tarief II).

6.De beslissing

Het hof, recht doende in principaal en incidenteel hoger beroep:
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 16 september 2015 in conventie en reconventie;
- verklaart de veroordeling onder 6.3 van voornoemd vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt Econvert c.s. in de kosten van het principaal hoger beroep tot aan deze
uitspraak vastgesteld op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op
€ 711,- voor verschotten;
- compenseert de proceskosten in het incidenteel hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- verklaart de hierin vermelde proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. R.E. Weening en mr. M.C.D Boon-Niks en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 mei 2016.