Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
de gemeente,
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 1],
2. [geïntimeerde 2]
[geïntimeerde 2],
3. [geïntimeerde 3] ,
[geïntimeerde 3],
4 . [geïntimeerde 4] ,
[geïntimeerde 4],
5. [geïntimeerde 5] ,
[geïntimeerde 5],
[geïntimeerden],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De gemeente heeft een memorie van antwoord in het incidenteel appel genomen.
2.De verdere beoordelingvaststaande feiten
“
Inleiding.De gemeente Súdwest Fryslân is het resultaat van de samenvoeging van vijf (5) gemeenten in de zuidwesthoek van Friesland. (…) In het proces van samenvoeging van de gemeenten zijn keuzes gemaakt over de overdracht van opslag van digitale informatie en informatie op papier. Daarbij is de nodige informatie verloren gegaan. Zo ook informatie over de onderhoudstoestand van de wegen. Om een lang verhaal kort te maken. Op 1 januari 2011 waren slechts summiere gegevens voorhanden voor wegen uit de vm. Gemeenten [naam vm gemeente] en [naam vm gemeente] .
Informatie vm. gemeenten.(…)
- [naam vm gemeente] . Er is een onderhoudsplan voorhanden voor het tijdvak 2007 – 2012. Voor de uitvoering van dit plan was een bedrag beschikbaar van 3,5 miljoen euro. In dit onderhoudsplan komen [straat] en [weg] niet voor.
Aanpak vanaf 1 januari 2011.(…)
In 2013 zijn gemeentebreed alle wegen visueel geïnspecteerd. Deze inspectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de CROW-richtlijnen. (…) Voor zover hier van belang. Uit deze inspectie kwam naar voren dat [straat] en [weg] in [woonplaats] wegen zijn, waaraan onderhoud nodig is. Deze wegen zijn daarop in het onderhoudsplan 2013-2014 opgenomen.
Prioriteitstelling.(…)
Tegen deze achtergrond wordt uitgegaan van de volgende benadering. Eerst worden de wegen opgepakt die onvoldoende draagkracht hebben. Dit wordt gekoppeld aan de veiligheid van de weg. En wel in die zin, dat de veiligheid van de weg voorgaat. In de praktijk kan dat betekenen dat een onveilige weg eerder wordt aangepakt dan een weg met onvoldoende draagkracht. (…)
Financieel.Mede aan de hand van de algemene inspectie 2013 wordt het bedrag aan achterstallig onderhoud voor wegen geschat € 18 miljoen. Op dat moment was 2,5 miljoen op jaarbasis beschikbaar voor dit onderhoud. Om die achterstand in te lopen en daarna de wegen op het gewenste niveau te houden is jaarlijks € 8,5 miljoen nodig. Door de gemeenteraad is daarop besloten het onderhoudsbudget voor wegen over een periode van 5 jaar te verhogen tot € 7,5 miljoen per jaar.
(…)
Voor 2015 is een kleine € 4 miljoen beschikbaar voor het onderhoud van asfalt en betonverharding. Bij de verdeling van het onderhoudsbudget ligt de nadruk op asfalt / betonverharding. Reden:
- hier is de achterstand in onderhoud het grootst;
- dit kapitaalgoed is aan meer slijtage onderhevig dan elementverharding; bovendien is herstel duurder.”
bespreking van de grieven
grief I in het incidenteel appel, die zich keert tegen de afwijzing van deze vordering door de rechtbank. De grief kan om die reden onbesproken blijven.
grief VI in het principaal appel. Waar het de vordering tot schadevergoeding op te maken bij staat betreft, komt het hof hierna nog op de grief terug.
- de rechtbank heeft juist uitdrukkelijk overwogen dat [geïntimeerden] de gemeente niet met succes op basis van genoemde bepaling aansprakelijk kunnen stellen -, ontgaat het hof het belang van de gemeente bij de bespreking van deze grief. Ook indien de grief terecht zou zijn voorgesteld, leidt dit nog niet tot vernietiging van het vonnis van de rechtbank. De grief faalt dan ook bij gebrek aan belang.
grieven III tot en met V in het principaal appelkomt de gemeente op tegen de wijze waarop de rechtbank, vooral op basis van de ervaringen van de rechter-commissaris bij een door hem bij gelegenheid van de descente gemaakte rit met een tractor over de wegen, van uitlatingen van [gemeenteambtenaar X] bij gelegenheid van de comparitie van partijen en van een interpretatie van de door de gemeente na de comparitie genomen akte, tot het oordeel is gekomen dat de wegen gebrekkig waren. Indien de grieven zouden slagen, dient het hof op grond van de devolutieve werking van het appel te beoordelen of de vorderingen van [geïntimeerden] desalniettemin toewijsbaar zijn. Het zal daartoe allereerst dienen te beoordelen of de wegen, waaraan inmiddels groot onderhoud is verricht, gebrekkig waren. Het hof ziet in een en ander aanleiding om de vraag naar de gebrekkigheid van de wegen zelfstandig, dus los van de door de rechtbank gekozen motivering, te beoordelen. Het hof zal daarbij uiteraard betrekken al hetgeen door partijen in eerste aanleg en in hoger beroep is aangevoerd.
In zijn arrest van 4 april 2014 (ECLI:NL:HR:2014:831) heeft de Hoge Raad overwogen dat de aansprakelijkheid van de gemeente als wegbeheerder dient te worden beoordeeld aan de hand van de hiervoor weergegeven maatstaven uit het aangehaalde arrest uit 2010.
(weekenden in de) lente en de zomer doen. [straat] vormt de toegangsweg naar de fietspont en wordt derhalve, zeker in de lente en zomer, veelvuldig gebruikt door recreatieve fietsers. Dit gevarieerde gebruik van de wegen - door campinggasten, fietsers, aanwonenden en zwaar (landbouw)verkeer - is van belang voor de eisen die kunnen worden gesteld aan de (onderhouds)toestand van de wegen. De wegen worden niet alleen gebruikt door omwonenden, die bekend zijn met de weg, maar ook door derden, die veelal als fietser, en derhalve als kwetsbare verkeersdeelnemer, van de wegen gebruik maken. Daarbij is van belang dat de wegen smal zijn, maximaal 3,5 meter, zodat er nauwelijks tussenruimte is wanneer fietsers en landbouwvoertuigen elkaar op de weg tegenkomen. Omwille van de veiligheid van de (veelal kwetsbare) gebruikers van de wegen dient de onderhoudstoestand van de wegen te voldoen aan hogere eisen dan de eisen die in zijn algemeenheid worden gesteld aan wegen in het landbouwgebied die vooral worden gebruikt ter ontsluiting van de in het gebied van de wegen gelegen woningen en bedrijven. In dit verband overweegt het hof dat ook [geïntimeerden] er belang bij hebben dat de wegen veilig zijn voor kwetsbare verkeersdeelnemers. Zij maken zelf, al dan niet met zware (landbouw)voertuigen, veelvuldig gebruik van de wegen en komen de recreatieve gebruikers van de wegen daar (letterlijk) tegen. Het gevaar van een tweezijdig ongeval met die recreatieve gebruikers is groter naarmate de onderhoudstoestand van de weg meer te wensen overlaat.
2013 - 2014 zijn opgenomen. Dat de wegen vanwege de procedure bij de rechtbank in de planning voor onderhoud zijn terechtgekomen, zoals namens de gemeente bij gelegenheid van het pleidooi is verklaard, kan het hof dan ook niet volgen. In de, na afloop van de procedure in eerste aanleg opgestelde, notitie wordt geen melding gemaakt van de procedure en van een verband tussen het onderhoud van de wegen en de procedure. Het hof wil overigens wel aannemen dat het onderhoud van de wegen vanwege de procedure naar voren is gehaald en dat er in die zin wel een verband is. Van belang is dat de gemeente, zo volgt uit de bij gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep door [gemeenteambtenaar X] gegeven toelichting op de notitie, in haar besluitvorming over het onderhoud van de wegen geen rekening heeft gehouden met het gebruik van de wegen door recreanten.
€ 400.000,- is gemoeid en dat het beschikbare budget € 2.000.000,- bedraagt. Onderhoud zou dan ook 20% van het budget kosten, terwijl het wegdek van de wegen maar 0,0375% van het door de gemeente te onderhouden vergelijkbare wegdek beslaat, aldus de gemeente. Het hof volgt de gemeente niet in dit betoog indien de gemeente daarmee ingang wil doen vinden dat zij financieel niet in staat is de wegen te onderhouden. Niet alleen gaat de gemeente uit van een onjuist percentage van 0,0375 - dat moet 0,375% zijn van het totaal, en 3,75% van het op te knappen wegdek -, ook miskent zij dat naar uit de door haar overgelegde notitie volgt in 2013 is besloten het onderhoud voor wegonderhoud drastisch te verhogen, van € 2.500.000,- in 2013 oplopend tot € 7.500.000,- in 2017. Die beslissing is niet het gevolg van deze procedure, maar van de door de gemeente in 2013 uitgevoerde inspectie. Uit deze inspectie heeft de gemeente kennelijk (en gelet op de inhoud van de notitie alleszins begrijpelijk) de conclusie getrokken dat het budget voor wegonderhoud drastisch verhoogd diende te worden. Kennelijk lieten de gemeentelijke financiën die verhoging ook toe. Onder deze omstandigheden heeft de gemeente niet onderbouwd dat haar financiële situatie het haar niet mogelijk maken het gevorderde onderhoud aan de wegen te verrichten.
- voor de wegen, gelet op het gebruik ervan, ook door kwetsbare verkeersdeelnemers, een hoger veiligheidsniveau is vereist dan voor wegen in het buitengebied die vooral worden gebruikt voor bestemmingsverkeer;
- in elk geval vanaf 2011 sprake was van spoorvorming en van frequente (een matige of ernstige scheur per 100 meter voor [straat] en per 50 meter voor [weg] ) scheurvorming;
- nadien als gevolg van het gebruik van de wegen in verband met de dijkverzwaringswerkzaamheden het wegdek is gaan golven;
- de gemeente naar aanleiding van een inspectie van de wegen in 2013 de wegen heeft opgenomen in een planning voor groot onderhoud in de jaren 2013 - 2014;
- de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld om dit groot onderhoud, met groot onderhoud van andere wegen in de gemeente, te kunnen laten verrichten.
Gelet op deze omstandigheden heeft de gemeente voor de periode na afloop van de dijkverzwaringswerkzaamheden de stelling van [geïntimeerden] onvoldoende weersproken, dat de wegen niet voldeden aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mochten worden gesteld en dat dit gevaar voor personen of zaken oplevert. Wegen van betonplaten die spoorvorming en frequente scheurvorming vertonen en ook golven, derhalve veel oneffenheden vertonen, en die veelvuldig gebruikt worden door zowel fietsers als door zware (landbouw)voertuigen, voldoen naar het oordeel van het hof niet aan de eisen die daaraan dienen te worden gesteld. Door de oneffenheden is sprake van een verhoogde kans op ongevallen en daarmee op gevaar voor personen of zaken. Dat de gemeente de wegen in 2013 zelf in het onderhoudsplan heeft opgenomen, doet ook af aan het betoog van de gemeente dat de wegen nog wel aan de daaraan te stellen eisen voldeden. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de gemeente het gebruik van de weg door recreanten nog niet eens heeft betrokken in haar beslissing om de wegen in het onderhoudsplan op te nemen.
grieven VI (gedeeltelijk) tot en met IXin het principaal appel en in
grief II in het incidenteel appelaan de orde gesteld. Het hof zal deze grieven bespreken bij de beoordeling van de vorderingen waarop ze betrekking hebben.
Grief X in principaal appel, die zich keert tegen de proceskostenveroordeling, faalt dan ook.
3.De beslissingHet gerechtshofbekrachtigt onder aanvulling en verbetering van gronden het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 2 april 2014 tussen partijen gewezen;veroordeelt de gemeente in de proceskosten van het principaal appel en begroot deze kosten, voor zover tot op heden aan de zijde van [geïntimeerden] gevallen, op € 308,- aan verschotten en op € 2.682,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;
€ 1.342,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;