Uitspraak
Personenvervoer Wolters,
SFT,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De vordering en beoordeling door de kantonrechter
4.De beoordeling in hoger beroep
grieven 1 en 2in principaal hoger beroep. Die gewraakte bewoordingen waren overigens niet dragend voor het oordeel van de kantonrechter, zodat de grieven ook niet tot vernietiging van dat vonnis zouden kunnen leiden.
grieven 3 tot en met 6in principaal hoger beroep komt Personenvervoer Wolters op tegen de toewijzing van € 7.500,- aan forfaitaire schadevergoeding en, voor zover deze vordering van SFT al toewijsbaar is, tegen het feit dat deze niet is gematigd.
grief 7in principaal hoger beroep, gericht tegen de toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten wanneer de hoofdsom niet toewijsbaar is, nu de hoofdsom wel verschuldigd is.
grief 8in principaal hoger beroep betoogt dat SFT ten onrechte niet in de proceskosten van reconventie is veroordeeld, heeft zij haar grief niet onderbouwd. De grief faalt.
grief in incidenteel hoger beroepdat de kantonrechter in reconventie ten onrechte tot compensatie van proceskosten is overgegaan, nu Personenvervoer Wolters in reconventie op het voor haar belangrijkste punt (de opdracht aan SFT om een nieuw onderzoek te starten teneinde een bedrijfsoordeel te krijgen) ongelijk heeft gekregen.