Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
21 juni 2016
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
Fiscale kader
- Belanghebbende antecedenten heeft met betrekking tot vermogensdelicten;
- In 2001 bij belanghebbende een omvangrijke hennepkwekerij is aangetroffen;
- belanghebbende eerder is veroordeeld ter zake van een hennepkwekerij;
- op het adres naast een kwekerij ook een drogerij en een verwerkerij zijn aangetroffen;
- belanghebbende over een knipmachine beschikt en zelf de plantjes knipt;
- Belanghebbende over een professionele kweekkast beschikt;
- Belanghebbende over een kweekschema beschikt;
- Belanghebbende heeft verklaard dat er € 2.900 voor een kilogram hennep is geboden;
- In diverse ruimten op het adres resten van oude en verdroogde hennepplanten zijn aangetroffen;
- De fraude-medewerker van het Energiebedrijf heeft geconcludeerd dat er meerdere oogsten moeten hebben plaatsgevonden;
- In het rapport van die fraude-medewerker is vermeld dat gedurende een langere periode op het adres een kwekerij in bedrijf moet zijn geweest;
- Belanghebbende erkent eigenaar te zijn van de kwekerij;
- Belanghebbende strafrechtelijk onherroepelijk is veroordeeld voor het kweken van hennep gedurende de periode 1 april 2009 tot en met 18 januari 2010, en dat
- de strafrechter aanvankelijk heeft geoordeeld dat belanghebbende wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten uit de kwekerij.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank,
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 992 ter zake van beroepsmatig verleende rechtsbijstand in hoger beroep, uit te betalen aan de gemachtigde;
- veroordeelt de Inspecteur in de verletkosten van belanghebbende, vastgesteld op € 165, en
- bepaalt dat na het onherroepelijk worden van deze uitspraak van de Inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 503.