2.1.1[geïntimeerde] heeft sedert 2004 geldleningen verstrekt aan de besloten vennootschap STEPAh Technology B.V. (STEPAh) dan wel aan haar bestuurder [X] . Deze leningen strekten ertoe om research en development bij STEPAh, voorheen genaamd: STEPAH PAPIER EN KUNSTSTOFFEN BV (SPK), te bekostigen. Deze financiële middelen zijn namens STEPAh aangetrokken door mevrouw [directeur adviesbureau] (hierna: [directeur adviesbureau] ), die een adviesbureau in vermogensadvies exploiteerde, te weten [adviesbureau] ( [adviesbureau] ). [geïntimeerde] heeft de door hem uitgeleende bedragen overgemaakt naar een bankrekening ten name van " [directeur adviesbureau] -inz. SPK".
2.1.3[appellant] heeft op voorstel van [directeur adviesbureau] diverse geldbedragen naar de bankrekening van [geïntimeerde] overgemaakt. Ter zake daarvan heeft [geïntimeerde] diverse, door [directeur adviesbureau] opgestelde, 'schuldbekentenissen' ondertekend:
1) Op 4 januari 2010:
"
SCHULDBEKENTENIS
Ondergetekende. [geïntimeerde] , wonende te [woonplaats] , verklaart hierbij wel en deugdelijk schuldig te zijn aan [appellant] , wonende te [woonplaats] , wegens geldlening, een bedrag van EUR 30.000,- (zegge dertigduizend euro) tegen een rentebetaling van 3% 's-jaars. De lening inclusief de rente dient uiterlijk te worden afgelost op 1 januari 2011.
[woonplaats] , 1 januari 2010."
Onderaan deze schuldbekentenis is door [geïntimeerde] handgeschreven vermeld:
"goed voor € 30.000,= (zegge dertigduizend euro) plus renten en kosten"
2) Op 9 maart 2010:
"
SCHULDBEKENTENIS
Ondergetekende. [geïntimeerde] , wonende te [woonplaats] , verklaart hierbij wel en deugdelijk schuldig te zijn aan [appellant] , wonende te [woonplaats] , wegens een geldlening, een bedrag van EUR 17.500,- (zegge zeventienduizend vijfhonderd euro) tegen een rentebetaling van 4% 's-jaars.
De lening inclusief de rente dient uiterlijk te worden afgelost op 01-03-2011.
[woonplaats] , 09-03-2010."
Onderaan deze schuldbekentenis is door [geïntimeerde] handgeschreven vermeld:
"goed voor € 17.500,= (zegge zeventienduizend vijfhonderd Euro) plus renten en kosten"
3) Op 1 mei 2010:
"
SCHULDBEKENTENIS
Ondergetekende. [geïntimeerde] , wonende te [woonplaats] , verklaart hierbij wel en deugdelijk schuldig te zijn aan [appellant] , wonende te [woonplaats] , wegens een geldlening, een bedrag van EUR 10.000,- (zegge tienduizend Euro) tegen een rentebetaling van 5% 's-jaars.
De lening inclusief de rente dient uiterlijk te worden afgelost op 01-01-2011.
[woonplaats] , 01-05-2010."
Onderaan deze schuldbekentenis is door [geïntimeerde] handgeschreven vermeld:
"goed voor € 10.000,= (zegge Tienduizend Euro) plus renten en kosten"
4) Op 16 juni 2010:
"
SCHULDBEKENTENIS
Ondergetekende. [geïntimeerde] , wonende te [woonplaats] , verklaart hierbij wel en deugdelijk schuldig te zijn aan [appellant] , wonende te [woonplaats] , wegens een verlenging van de geldlening (van 01-07-2009), een bedrag van EUR 50.000,- (zegge vijftigduizend Euro) tegen een rentebetaling van 5% 's-jaars.
De lening, met een looptijd van 1 jaar, vanaf 01-07-2010, inclusief de rente dient uiterlijk te worden afgelost op 01-07-2011.
[woonplaats] , 16-06-2010."
Onderaan deze schuldbekentenis is door [geïntimeerde] handgeschreven vermeld:
"goed voor € 50.000,= (zegge vijftigduizend Euro) plus renten en kosten"
2.1.4Bij brief van 20 oktober 2010 heeft [geïntimeerde] (onder meer) het volgende aan [appellant] geschreven:
"(…) Bij deze deel ik u mee, dat ik, [geïntimeerde] , die onder verantwoordelijkheid van mevrouw [directeur adviesbureau] , voormalig directeur van [adviesbureau] , tot voor kort actief in vermogensbeheer, bovengenoemd totaalbedrag aan leningen heeft georganiseerd, niet langer de juridische verantwoordelijkheid wens te dragen en derhalve afstand neem van de verplichting tot terugbetaling van eerdergenoemd bedrag van € 107.500,00 aan leningen, inclusief rente. Bij dit besluit ben ik juridisch ondersteund.De leningen zijn met ingang van 01-07-2009 door mij aangegaan, optredend en handelend in opdracht van mevrouw [directeur adviesbureau] ( [adviesbureau] ), als uitvoerende partij.
Mijn beslissing ligt ten grondslag aan onderstaande feiten:
Mevrouw [directeur adviesbureau] heeft u, als [adviesbureau] cliënt, rechtstreeks benaderd met het verzoek tot een geldlening aan mij, uiteindelijk door u verstrekt in vier (4) stortingen, respectievelijk:1. 01-07-2009 € 50.000,00:
2. 01-01-2010 € 30.000,00;
3. 01-03-2010 € 17.500,00 en
4. 01-05-2010 € 10.000,00.
Inmiddels blijkt dat, volgens de wettelijke bepalingen vastgelegd in de regelgeving van de AFM (Autoriteit Financiële Markten), vermogensbeheerders niet direct, indirect of rechtstreeks gelden van haar cliënten als vermogensbeheerder, mogen aanspreken voor eigen gewin. De leningen zijn daarom via mij, met bemiddeling van mevrouw [directeur adviesbureau] , in eerste instantie aangegaan en waren dus duidelijk bedoeld voor mevrouw [directeur adviesbureau] (op zogenoemde SPK rekening).
Als bevriend particulier van mevrouw [directeur adviesbureau] en handelend louter als uitvoerder, ben ik feitelijk misbruikt. De door U verstrekte leningen, aangegeven als bestemd voor ondergetekende, waren bedoeld voor mevrouw [directeur adviesbureau] (aangegeven als bedoeld voor SPK), en derhalve direct door mij doorbetaald op het rekeningnummer van mevrouw [directeur adviesbureau] -inz.SPK-, rekening Postbank/ING Nr. [rekeningnummer] . Ik ben ervan overtuigd dat u op de hoogte was van het feit dat deze leningen in werkelijkheid voor mevrouw [directeur adviesbureau] waren bedoeld als ondersteuning van haar eigen financiële reserve. Het risico van de gevolgde constructie hebt u dan ook bewust gelopen.
Als ondergetekende van uw geldlening aan mevrouw [directeur adviesbureau] heb ik te goeder trouw gehandeld, maar door de gehanteerde constructie van mevrouw [directeur adviesbureau] is de toegepaste geldtransactie constructie wettelijk onjuist en door misbruik van mij te maken is haar handeling niet rechtsgeldig (strafbaar). Hiervoor wens ik geen enkele verantwoordelijkheid te dragen en neem op basis van deze feiten volledig afstand van uw geldlening met de verplichting tot terugbetaling inclusief rente.
Hierbij leg ik de verantwoordelijkheid geheel bij [adviesbureau] dan wel haar wettelijk aangestelde vertegenwoordiger mevrouw [directeur adviesbureau] , alsmede haar mededirecteur mevrouw [Y] .
In haar functie van mededirecteur moet mevrouw [Y] van de hiergenoemde transactieconstructie geïnformeerd zijn geweest en wordt daardoor mede verantwoordelijk geacht.
Dit betreft tevens het boekhoudkantoor, bekend onder de naam Annbra BV, vertegenwoordigd door de heer [Z] , welke deze zaken administratief moet verantwoorden volgens de regels van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
Onderzoek heeft uitgewezen dat deze soort van transactiestructuren c.q.
geldleningen in de afgelopen jaren bij meerdere cliënten heeft plaatsgevonden, maar dit terzijde.
Verdere misleiding via 'SPK' rekening [rekeningnummer] :
Op verzoek van mevrouw [directeur adviesbureau] heb ik, zoals bovenstaand reeds genoemd, uw gelden dezelfde dag van binnenkomst doorgeboekt naar rekening nummer [rekeningnummer] ten name van mevrouw [directeur adviesbureau] -inz.SPK-. De afkorting 'SPK', destijds bedacht door mevrouw [directeur adviesbureau] , is hierin misleidend geweest omdat hiermee mijnerzijds werd gesuggereerd dat uw leningen bestemd waren voor betalingen van het bedrijf STEPAH PAPIER EN KUNSTSTOFFEN BV (SPK). Mevrouw [directeur adviesbureau] verrichtte (tot zomer 2010) de betalingen van dit bedrijf, thans bekend onder de naam STEPAh Technology BV. Deze vorm 'SPK' heeft dienaangaande misleiding mijnerzijds veroorzaakt, vanwege mijn financiële betrokkenheid van investeringen bij deze onderneming. Navraag bij de heer [X] , directeur van STEPAh Technology BV heeft mij inzicht gegeven dat uw geldelijke leningen hoofdzakelijk door mevrouw [directeur adviesbureau] en mevrouw [Y] in de privé en zakelijke sfeer met betrekking tot privéschulden ( [adviesbureau] = [adviesbureau] ) zijn gebruikt.
(…)"
2.1.5Hierop heeft [appellant] gereageerd met een brief van zijn gemachtigde d.d. 22 november 2010. Deze brief luidt, voor zover van belang, als volgt:
"(…) Op 20 oktober jl. heeft u schriftelijk aan cliënt laten weten afstand te willen doen van de verplichting tot het terugbetalen van de geleende totaalsom van € 107.500,- exclusief rente.
Namens cliënt deel ik u mee dat u op grond van de wet gehouden bent de totale geleende som inclusief rente aan cliënt te voldoen. Nu blijkt dat u niet langer aan de verplichtingen welke voortvloeien uit de overeenkomst, wilt voldoen, ga ik hierbij namens cliënt over tot ontbinding van de overeenkomst. Dit brengt met zich mee dat de geleende sommen direct opeisbaar zijn. Daarnaast dient u de afgesproken rentesom voor de periode vanaf de leendatum tot de datum van retournering van de geleende som te voldoen bij wijze van schadevergoeding.Ik verzoek u de geëiste totaalsom binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief te voldoen. Indien u hiertoe niet tijdig overgaat, zullen juridische vervolgstappen in gang worden gezet. De aanzienlijke kosten hiervan zullen op u worden verhaald. Ik vertrouw er echter op dat u het zover niet zult laten komen. (…)"
2.1.6Nadat [appellant] bij inleidend exploot van dagvaarding d.d. 18 februari 2011 [geïntimeerde] heeft gedagvaard voor de rechtbank, heeft [geïntimeerde] de in de hiervoor onder 2.1.3 sub 1 tot en met 3 genoemde schuldbekentenissen schuldig erkende bedragen ad in totaal € 62.866,67 (inclusief rente) terugbetaald aan [appellant] op respectievelijk 29 juni 2011, 30 juni 2011, 1 juli 2011, 4 juli 2011, 2 juli 2012 en 27 juni 2013.
2.1.8Op 20 mei 2014 heeft voor de rechtbank een comparitie van partijen plaatsgevonden. Tijdens deze comparitie heeft [appellant] (onder meer) het volgende verklaard:
"Mevrouw [directeur adviesbureau] (hierna: [directeur adviesbureau] ) deed met haar adviesbureau aan
vermogensadvies en verkeerde in financiële problemen. Ik heb daarom geld aan haar
geleend om haar te helpen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) staat echter niet meer
toe dat een adviesbureau rechtstreeks van een cliënt geld leent. [geïntimeerde] bleek bereid te
zijn om als tussenpersoon te fungeren. Ik was in de veronderstelling dat het geld bij [directeur adviesbureau] terecht zou komen en niet bij het bedrijf STEPAh Technology B.V. (hierna: Stepah). De naam Stepah is nooit aan de orde geweest. Ik was dus tot voor kort niet bekend wat er met
het geld was gebeurd. Hier waren ook geen duidelijke afspraken over gemaakt met [directeur adviesbureau] .
De vier schuldbekentenissen die door [geïntimeerde] zijn ondertekend zijn gedicteerd door [directeur adviesbureau] .
Zij regelde het contact tussen mij en [geïntimeerde] en van haar kreeg ik zijn (bank)gegevens.
Van [geïntimeerde] kreeg ik meerdere brieven met daarbij gevoegd de door hem ondergetekende
schuldbekentenissen. (…)"[geïntimeerde] heeft (onder meer) het volgende verklaard:
"Ik moest van [directeur adviesbureau] het geld dat ik van [appellant] had geleend overmaken naar de
bankrekening van Stepah. Zelf heb ik ook uit mijn eigen vermogen leningen aan Stepah
verstrekt. [directeur adviesbureau] functioneerde als een secretaresse bij Stepah. Pas in 2009 werd mij bekend
dat zij een deel van het geld, dat ik aan haar had overgemaakt, voor privézaken heeft
gebruikt.
[directeur adviesbureau] heeft de tekstopmaak van de schuldbekentenissen gemaakt en gedicteerd wat ik daarop
moest schrijven. Ik mocht geen andere opmerkingen bij de schuldbekentenis maken, omdat
dan de link naar Stepah bekend zou worden bij de AFM. (…)"