ECLI:NL:GHARL:2016:5489
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over de proportionaliteit van registratie in het EVR
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Achmea Schadeverzekering N.V. tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de registratie van persoonsgegevens van de geïntimeerde in het Incidentenregister van financiële instellingen (EVR). De geïntimeerde had een verzuimverzekering afgesloten bij Achmea, maar zijn vordering om een uitkering op basis van deze verzekering werd afgewezen. Achmea heeft vervolgens de persoonsgegevens van de geïntimeerde in het EVR geregistreerd, wat leidde tot een kort geding waarin de geïntimeerde vroeg om opheffing van deze registratie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de registratie niet disproportioneel was, maar dat de registratietermijn van acht jaar dat wel was. Achmea ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de noodzaak van de registratie voor de integriteit van de financiële sector en de gevolgen voor de geïntimeerde. Het hof concludeert dat er voldoende redenen zijn voor de registratie, maar dat de duur van acht jaar proportioneel is. De belangen van Achmea bij handhaving van de registratie wegen zwaarder dan de belangen van de geïntimeerde bij verwijdering ervan. Het hof vernietigt daarom het vonnis van de voorzieningenrechter en weigert de gevraagde voorzieningen. De geïntimeerde wordt veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.