In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De zaak betreft een verzoek van de man om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen te verlagen. De rechtbank Gelderland had eerder op 14 september 2015 de bijdrage vastgesteld op € 291,- per kind per maand, maar de man verzocht het hof om dit bedrag te verlagen naar € 209,11 per kind per maand. De vrouw, daarentegen, had in incidenteel hoger beroep verzocht om de bijdrage te verhogen naar € 433,50 per kind per maand.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden, aangezien de man is gaan samenwonen en een kind heeft gekregen uit een nieuwe relatie. Dit heeft invloed op zijn draagkracht en de onderhoudsplicht voor zijn nieuwe kind. Het hof heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 1.438,- per maand, met inachtneming van de kinderopvangkosten. De draagkracht van de man is berekend op basis van zijn netto besteedbaar inkomen, dat is vastgesteld op € 3.757,- per maand, en de draagkracht van de vrouw op € 2.957,- per maand.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de man met ingang van 1 maart 2015 € 306,- per kind per maand en met ingang van 1 november 2015 € 293,- per kind per maand dient te betalen. De kosten van het geding in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.