Uitspraak
[appellant],
de curator,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, heeft het hof op 8 november 2016 arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant], wonende te [A], en Mr. Eric Smit, curator in het faillissement van Euro Sales Trading B.V. [appellant] was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiser in reconventie, terwijl de curator eiser in conventie en verweerder in reconventie was. De advocaat van [appellant] was mr. S.L. Elzinga, en de curator werd bijgestaan door mr. P.J.F.M. de Kerf.
Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 8 maart 2016 [appellant] opgedragen te bewijzen dat hij met Euro Sales had afgesproken dat een bedrag van € 11.902,87 zou worden verrekend met een vordering uit hoofde van schadevergoeding voor ondeugdelijke pootlampen. Tijdens het getuigenverhoor op 28 juni 2016 is uitsluitend [appellant] als partijgetuige gehoord. De curator heeft afgezien van contra-enquête, en partijen hebben besloten geen memories na enquête in te dienen.
Het hof heeft geoordeeld dat de verklaring van [appellant] als partijgetuige niet voldoende bewijs in zijn voordeel oplevert, omdat er geen aanvullende bewijzen zijn die de verklaring geloofwaardig maken. Het hof concludeert dat [appellant] niet in zijn bewijs is geslaagd, waardoor de grieven falen en de vordering van [appellant] wordt afgewezen. [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 1.920,- aan verschotten en € 1.341,- aan salaris voor de curator. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 18 oktober 2013 en verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.