ECLI:NL:GHARL:2016:8937

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 november 2016
Publicatiedatum
9 november 2016
Zaaknummer
200.142.201/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindarrest na bewijsopdracht in civiele procedure over schadevergoeding en ondeugdelijke levering

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, heeft het hof op 8 november 2016 arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant], wonende te [A], en Mr. Eric Smit, curator in het faillissement van Euro Sales Trading B.V. [appellant] was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiser in reconventie, terwijl de curator eiser in conventie en verweerder in reconventie was. De advocaat van [appellant] was mr. S.L. Elzinga, en de curator werd bijgestaan door mr. P.J.F.M. de Kerf.

Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 8 maart 2016 [appellant] opgedragen te bewijzen dat hij met Euro Sales had afgesproken dat een bedrag van € 11.902,87 zou worden verrekend met een vordering uit hoofde van schadevergoeding voor ondeugdelijke pootlampen. Tijdens het getuigenverhoor op 28 juni 2016 is uitsluitend [appellant] als partijgetuige gehoord. De curator heeft afgezien van contra-enquête, en partijen hebben besloten geen memories na enquête in te dienen.

Het hof heeft geoordeeld dat de verklaring van [appellant] als partijgetuige niet voldoende bewijs in zijn voordeel oplevert, omdat er geen aanvullende bewijzen zijn die de verklaring geloofwaardig maken. Het hof concludeert dat [appellant] niet in zijn bewijs is geslaagd, waardoor de grieven falen en de vordering van [appellant] wordt afgewezen. [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 1.920,- aan verschotten en € 1.341,- aan salaris voor de curator. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 18 oktober 2013 en verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.142.201/01
zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 431916 \ CV EXPL 13-4166)
arrest van 8 november 2016
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. S.L. Elzinga, kantoorhoudend te Heerenveen,
tegen
Mr. Eric Smit, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Euro Sales Trading B.V.,
kantoorhoudende te Apeldoorn,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna:
de curator,
advocaat: mr. P.J.F.M. de Kerf, kantoorhoudend te Nijmegen.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 8 maart 2016 wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Op 28 juni 2016 heeft een getuigenverhoor aan de zijde van [appellant] plaatsgevonden, waarbij uitsluitend [appellant] als partijgetuige is gehoord. De curator heeft afgezien van contra-enquete. Partijen hebben vervolgens afgezien van het nemen van memories na enquete en hebben de stukken (opnieuw) overgelegd voor het wijzen van arrest. Het hof heeft arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In zijn tussenarrest heeft het hof [appellant] opgedragen te bewijzen dat hij met Euro Sales is overeengekomen dat een bedrag van € 11.902,87 terzake van door Euro Sales verzonden facturen werd verrekend met een vordering uit hoofde van schadevergoeding terzake van door Euro Sales aan [appellant] geleverde ondeugdelijke pootlampen.
2.2.
[appellant] heeft in het kader van het aan hem opgedragen bewijs uitsluitend zichzelf als getuige doen horen. De verklaring van [appellant] als partijgetuige omtrent door hem te bewijzen feiten kan geen bewijs in zijn voordeel opleveren, tenzij de verklaring van [appellant] strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs. De beperking van de bewijskracht van de verklaring van de partijgetuige geldt niet als er aanvullende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen, dat zij de verklaring van de partijgetuige voldoende geloofwaardig maken (ECLI:NL:HR:1995:ZC1688).
2.3.
[appellant] heeft tijdens het getuigenverhoor onder meer het volgende verklaard.
"(…) Ik weet niet meer precies in welke maanden de pootlampen zijn geleverd, maar het was in 2010 en voordat ik gestopt ben met de betaling van de rekeningen van Euro Sales. Het gaat om de facturen van oktober en november 2010. Die zijn niet betaald. Het was eigenlijk een betalingsstop, tot het probleem met de pootlampen zou zijn opgelost. Euro Sales had in denk ik ongeveer twee zendingen pallets pootlampen geleverd. De klanten brachten ze terug naar onze winkel omdat ze ondeugdelijk waren. (…) Daarom hebben we alle lampen teruggestuurd naar Euro Sales inclusief de facturen. Het duurde ons te lang voordat er een oplossing werd gevonden voor de teruggestuurde pootlampen. Euro Sales leverde ondertussen wel gewoon door. We namen ongeveer voor 2 ton per jaar van Euro Sales af.
Ik heb telefonisch toen het mij te lang duurde contact gezocht met Euro Sales en naar de baas gevraagd. Ik heb toen met [B] zelf gesproken. (…) Uiteindelijk hebben we toen afgesproken dat we eerst ieder ongeveer de helft van de schade voor onze rekening zouden nemen en dat [B] zou proberen de schade bij de fabrikant vergoed te krijgen. Als dat zou lukken zou ik alsnog helemaal schadeloos worden gesteld. Ik heb toen op 13 januari 2011 het bedrag van € 9.401,24 betaald en het resterende openstaande bedrag van ruim 11 duizend euro is toen met Euro Sales verrekend. Zo kwamen we ongeveer ieder op de helft. Het zijn geen ronde bedragen omdat ik gewoon een aantal facturen bij elkaar heb gepakt die samen ongeveer de helft van het bedrag vormden. Dat is boekhoud technisch duidelijker. Onderdeel van de afspraak met [B] was ook dat ik vanaf dat moment de leveringen weer normaal zou gaan betalen.
Nadat ik deze afspraak met [B] had gemaakt heb ik de volgende leveringen gewoon weer betaald. De eerste levering daarna heb ik contant betaald, dat was in december 2010. Van deze afspraak is niets verder op papier gekomen. Zijn woord en mijn woord was gewoon genoeg. We deden al vanaf 2008 zaken met Euro Sales en er waren over en weer nog nooit problemen geweest. "
2.4.
Nu er zoals hiervoor onder rov. 2.2. is overwogen verder geen bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen, dat zij de verklaring van de partijgetuige voldoende geloofwaardig maken, is het hof van oordeel dat [appellant] niet in zijn bewijs is geslaagd.
Slotsom
2.5.
De grieven falen. De vordering van [appellant] zal worden afgewezen. [appellant] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van de procedure in hoger beroep worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van de curator worden begroot op € 1.920,- aan verschotten en op € 1.341,- aan salaris curator conform het liquidatietarief (1½ punt/tarief II: € 894,-).
De beslissing
Het hof rechtdoende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van
18 oktober 2013,
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de curator vastgesteld op € 1.341,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief en op € 1.920,- voor verschotten;
verklaart dit arrest met betrekking tot de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. I. Tubben, mr. G. van Rijssen en mr. B.J.H. Hofstee en uitgesproken door de rolraadsheer in aanwezigheid van de griffier op dinsdag
8 november 2016.