ECLI:NL:GHARL:2016:9068
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G. Jonkman
- J.D.S.L. Bosch
- G.M. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgemeenschap en de verknochtheid van het militair invaliditeitspensioen
In deze zaak gaat het om de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen de man en de vrouw na hun echtscheiding. Partijen zijn in 1992 in gemeenschap van goederen gehuwd en hebben geen kinderen. Hun huwelijk is in 2013 ontbonden. De man heeft in eerste aanleg verzocht om de echtscheiding en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, maar de verdeling van de gemeenschap aangehouden. In de bestreden beschikking van 26 januari 2016 heeft de rechtbank een (partiële) verdeling van de huwelijksgemeenschap vastgesteld, waarbij onroerende zaken aan de man zijn toegescheiden, onder bepaalde voorwaarden. De man is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, evenals de vrouw in incidenteel hoger beroep.
Het hof heeft de grieven van beide partijen besproken. De man betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft bepaald dat hij de vrouw moet ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor hypothecaire leningen. Het hof oordeelt dat de man niet kan bewerkstelligen dat de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen zonder de medewerking van een derde, en vernietigt dit onderdeel van de beschikking. Daarnaast is er discussie over de verknochtheid van het militair invaliditeitspensioen van de man. Het hof oordeelt dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat de uitkeringen uit het pensioen als verknocht moeten worden beschouwd, en wijst deze grief af.
Uiteindelijk vernietigt het hof de beschikking van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de onroerende zaken, de verzekeringspremie van de Opel Agila en de verrekenvordering ter zake de auto's. Het hof stelt de wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap opnieuw vast, waarbij de onroerende zaken aan de man worden toegescheiden, onder de voorwaarde dat de vrouw wordt ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, en de overige verzoeken worden afgewezen.