Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de wijziging van de partneralimentatie in het kader van een hoger beroep. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht om de beschikking van de rechtbank Overijssel van 24 februari 2016 te vernietigen, voor zover deze betrekking heeft op de ingangsdatum van de nihilstelling van de partneralimentatie. De rechtbank had eerder bepaald dat de partneralimentatie met ingang van 7 september 2015 op nihil werd gesteld. De man stelt dat de alimentatie al eerder op nihil had moeten worden gesteld, namelijk per 10 oktober 2014 of 10 maart 2015.
Het hof heeft vastgesteld dat de man niet over voldoende draagkracht beschikt om partneralimentatie te betalen. De ingangsdatum van de nihilstelling is door het hof vastgesteld op 1 januari 2015, omdat de man vanaf deze datum geen partneralimentatie heeft voldaan en de vrouw deze bedragen niet heeft verbruikt. Hierdoor komt er geen terugbetalingsverplichting voor de vrouw te rusten. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de partneralimentatie met ingang van 1 januari 2015 op nihil gesteld, en verklaarde deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
De zaak is behandeld op 27 oktober 2016, waarbij beide partijen in persoon aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De uitspraak is gedaan op 17 november 2016 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.