2.4De deskundige heeft de hem voorgelegde vragen uitgebreid beantwoord. Bij de eerste vraag heeft hij opgemerkt dat hij beschikt over voldoende medische stukken en gegevens en dat hij daartoe de röntgendiagnostiek nog heeft opgevraagd.
De vragen over de situatie met ongeval heeft de deskundige als volgt beantwoord:
"Anamnese
1.Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen en de klachten die zich vóór of buiten het ongeval hebben voorgedaan op uw vakgebied?
Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby's bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?1.
De anamnese staat boven vermeld. Betrokkene geeft aan vanaf het begin nekpijn gehad te hebben, die tot heden persisteren. Hij werd behandeld met medicatie, fysiotherapie, manuele therapie, zwemt frequent. Het resultaat van de behandeling is dat de behandelingen de klachten niet hebben doen verdwijnen. Betrokkene geeft beperkingen aan op mijn vakgebied in de zin dat hij bij het opstaan kortdurend duizelig is, waarbij dit voorafgegaan wordt door een knapje en dan heeft hij enkele tellen een wazig gevoel. Vooral geeft hij beperking aan ten aanzien het langdurig in dezelfde houding zitten, waarbij hij toegenomen nekpijn heeft. Hij kan niet meer aan judo doen. Bij loonvormende arbeid zijn zware lichamelijke activiteiten leidend tot toename van de nekpijn.
Medische gegevens
2.
Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van;
- De medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- De medische behandeling van het letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.
2.
Op basis van het medisch dossier van onderzochte is er een voorgeschiedenis ten aanzien van de nek. Op diverse plaatsen staat aangegeven dat hij tevoren nekklachten heeft, onder andere in de gegevens van de Kinderneurologie en afdeling Revalidatie. Het jaar 2004 wordt daarin genoemd. In het journaal van de huisarts wordt in ieder geval in de periode april 2005 tot en met oktober 2005 beschreven dat hij aanhoudende nekpijnklachten heeft na een judotrauma. In die fase werd ook een röntgenfoto van de halswervelkolom gemaakt. De medische behandeling hiervan vond plaats in de vorm van pijnstilling, fysiotherapie. De behandeling van de klachten na januari 2006 bestond uit fysiotherapie en manuele therapie, het zelf uitvoeren van geïnstrueerde bewegingsoefeningen, de toepassing van het middel Amitriptyline, pijnstillers in de vorm van Diclofenac en Naproxen.
Medisch onderzoek
3.
Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel
hulponderzoek?
3.
Bij het elementair neurologisch onderzoek geen afwijking aan motoriek, sensibiliteit,
reflexen en coördinatie. Wel aanwijzingen voor diverse myofasciale tenderpoints, rond de halswervelkolom, maar ook aan de extremiteiten en thoracale/lumbale wervelkolom.
Consistentie4.
Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek? Vindt u aanwijzingen voor aggravatie, simulatie of dissimulatie?
Voor zover u deze vraag ontkennend beantwoordt, Wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
4.
Er is naar mijn oordeel sprake van een onderlinge samenhang, wanneer het gaat om informatie die is verkregen van onderzochte zelf en de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen. Eén kanttekening is te maken. Hij dacht zelf dat hij maar een week last had gehad van de nek na een judo-ongeval. Uit de correspondentie blijkt dat het minimaal een halfjaar geweest is. Zijn moeder zegt op dat moment inderdaad niet te kunnen uitsluiten dat het misschien wel langer was dan dat zij aanvankelijk aangaven. Zij kan zich niet herinneren dat er in die fase een foto gemaakt was. Hieruit concludeer ik dat de preexistente nekklachten langduriger aanwezig waren dan in de actuele perceptie van betrokkene het geval was.
Diagnose
5.
Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?
5.
De diagnose op mijn vakgebied is gegeneraliseerde tendomyogene pijnklachten, rond de wervelkolom, maar ook de extremiteiten betreffend. Andere overwegingen heb ik niet. Ik kom in essentie niet tot een andere diagnose dan mijn collegae in de behandelende sector.
Beperkingen
6.
Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige ?
6.
Beperkingen bij dergelijke chronische tendomyalgiën worden in het algemeen niet aangegeven vanuit medische optiek. Er is juist grote terughoudendheid om beperkingen aan te nemen en het beleid is veel eerder gericht op activatie.
Medische eindsituatie
7.
Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde
letsel?
Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
verslechtering verwacht?
Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 6)?
Heeft u nog therapeutische suggesties om het beloop te beïnvloeden?
7.
De huidige toestand van betrokkene is zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van een ongeval mogelijk zijn wanneer het ongeval plaats had in 2006. Ik verwacht geen verandering van de beperkingen in die zin dat ik nu reeds geen beperkingen vaststelde. Een verslechtering verwacht ik niet.
Als therapeutische suggestie zou ik nog willen noemen een bezoek aan een revalidatiearts, voor algemene adviezen ten aanzien van de klachten zoals hij nu heeft en toelichting.
Medische behandelingen
8.
Acht u alle noodzakelijke behandelingen ingesteld en voldoende uitgevoerd. Zo niet, kunt u aangeven wat daarvoor de reden was? Indien deze reden bestond uit een weigering van betrokkene om deze behandeling te ondergaan, kunt u dan aangeven in hoeverre de behandeling naar verwachting tot een sneller of beter herstel zou hebben geleid?
8.
Ja.
Blijvende Invaliditeit
9.
Kunt u aangeven welke mate van functieverlies uit de ongevalgerelateerde klachten en ongevalgerelateerde afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
Wilt u het ongevalgerelateerde blijvende functieverlies ongeacht het beroep en
uitgedrukt in een percentage van de gehele mens, gebaseerd op de richtlijnen neergelegd in de AMA-guides, 6e editie, en eventueel aangevuld met die van de NVN?
9.
De AMA-gids en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, laten
hierbij niet toe een percentage blijvend functieverlies vast te stellen."
De vragen over de situatie zonder ongeval heeft de deskundige als volgt beantwoord:
“1.
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval.
Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw
vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen
voortvloeien?
1.
Voor het ongeval, gedocumenteerd tot 2 maanden voor het ongeval, waarbij de klachten op dat moment 6 maanden bestonden (ongeveer 3 maanden voor het ongeval was er een röntgenfoto van de cervicale wervelkolom gemaakt), had hij reeds nekklachten en het gaat daarbij om klachten zoals betrokkene thans ook nog heeft. Beperkingen stel ik daarbij niet vast.
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
2.
Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op
enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was
overkomen?
Wilt u in dat verband aandacht schenken aan de val van betrokkene meteen
voorafgaand aan het ongeval (uitgaande van hetgeen het hof in rechtsoverweging 2.15 over deze val heeft vastgesteld) ?
Zo ja, (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke
mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet-ongevalgerelateerde klachten en afwijkingen?
Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag b6).
2.
De klachten van nekpijn zouden er ook geweest zijn of hadden op enig moment ook kunnen ontstaan wanneer het ongeval onderzochte niet was overkomen. Wanneer er tot 2 maanden voor het incident gedocumenteerd sprake is van meer dan 6 maanden durende regionale pijnklachten, is te verwachten dat dergelijke klachten zich opnieuw kunnen voordoen. De val van betrokkene, meteen voorafgaande aan het ongeval, heeft op deze vaststelling geen invloed. De mate van waarschijnlijkheid acht ik hoog en als argument hiervoor is ook het volgende aan te houden. Naast klachten rond de wervelkolom is er sprake van drukgevoelige musculatuur op andere plaatsen, dat wil zeggen niet alleen rond de wervelkolom. Ook is er drukgevoeligheid bijvoorbeeld paravertebraal langs de wervelkolom. Het is niet voorstelbaar dat een ongeval zo uitgebreid tendomyalgiën uitlokt. Het gaat om klachten die ook ontstaan zouden zijn zonder het ongeval. De exacte oorzaak daarvan is feitelijk niet goed aan te geven, anders dan dat het als een endogeen proces beschouwd kan worden. Een verbetering van de klachten kan ik niet uitsluiten. Een verslechtering verwacht ik niet.
De termijn waarbij een eventuele verbetering optreedt, is niet met zekerheid aan te geven. In het algemeen moet aan een langere termijn gedacht worden, wanneer de klachten reeds lang bestaan.
Ten aanzien van de tendomyalgiën zou ik willen opmerken dat dergelijke klachten vaak gezien worden door neurologen, revalidatieartsen en reumatologen. Wat dat betreft is er een overlap en is het niet één specifiek vakgebied. Deze drie specialismen zien frequent personen met tendomyogene klachten.”
Op de vraag of hij nog opmerkingen heeft die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van de zaak heeft de deskundige ontkennend geantwoord. De deskundige acht een onderzoek door een neuropsycholoog niet geïndiceerd. Hij merkt daarover op:
“Onderzoek door een neuropsycholoog is niet geïndiceerd. Bij het ongeval is er geen
cerebrale betrokkenheid geweest in die zin dat er geen schedeltrauma was. Bewustzijnsverlies is er ook niet geweest. Derhalve is een neuropsychologisch onderzoek niet geïndiceerd. Naar mijn mening zijn er geen klachten of afwijkingen buiten mijn vakgebied.”