Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 juni 2016. Belanghebbende, directeur-grootaandeelhouder van [A] B.V., heeft over de jaren 2008 tot en met 2012 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) ontvangen. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft deze aanslagen opgelegd na een boekenonderzoek, waarbij hij het belastbare inkomen heeft verhoogd met een bijtelling wegens privégebruik van een ter beschikking gestelde auto. Belanghebbende betwist de bijtelling en stelt dat hij de auto in de onderhavige jaren niet voor meer dan 500 kilometer privé heeft gebruikt. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende inzake de navorderingsaanslag over 2009 gegrond verklaard, maar de overige beroepen ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting van het Hof op 14 april 2017 heeft belanghebbende verklaard dat hij sinds een herseninfarct in 2007 geen auto meer bestuurt, maar dat de ter beschikking gestelde auto wel is gebruikt voor APK-keuringen en sporadisch voor zakelijke afspraken. Het Hof oordeelt dat belanghebbende niet overtuigend heeft aangetoond dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden is gebruikt. De bewijslast ligt bij belanghebbende, en het Hof concludeert dat de Inspecteur terecht een voordeel wegens privégebruik in aanmerking heeft genomen. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard, en het Hof ziet geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.