Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
primair: de Gemeente veroordeelt tot het in natura vergoeden van de door [appellant] geleden schade in de vorm van
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Gaat het om unieke exemplaren, zoals veelal bij gebouwen het geval is, dan kan van de eigenaar onder omstandigheden verlangd worden dat hij slechts dan tot vernietiging overgaat indien daarvoor een gegronde reden bestaat en hij zich de gerechtvaardigde belangen van de maker ten minste in zoverre aantrekt dat hij er desgevraagd voor zorg draagt het bouwwerk behoorlijk te doen documenteren, althans de maker de gelegenheid biedt daartoe zelf het nodige in het werk te stellen”(HR 6 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN7830,
IER2004/19,
Jelles/Zwolle).
Jelles/Zwolle-arrest.
Jelles/Zwolleeen gegronde reden is vereist voor verwijdering van het kunstwerk. [appellant] beroept zich op misbruik van bevoegdheid door de Gemeente, zodat op hem stelplicht en bewijslast ter zake van dat misbruik rusten.