In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de bestuurder van een stichting in het kader van een leaseovereenkomst. De stichting, vertegenwoordigd door de appellant, heeft een financial leaseovereenkomst gesloten met Autocash voor de aanschaf van een Renault Kangoo bestelauto. De leaseprijs werd in het eerste jaar onregelmatig voldaan, waarna de overeenkomst door Autocash werd ontbonden. De bestuurder heeft de auto pas na een half jaar ingeleverd, wat leidde tot een geschil over zijn aansprakelijkheid. Het hof oordeelt dat de bestuurder geen contractspartij is en dus niet aansprakelijk op basis van de overeenkomst. Echter, hij heeft onrechtmatig gehandeld door de auto niet tijdig in te leveren. De schade wordt berekend door een vermogensvergelijking, waarbij het hof de waarde van de auto op het moment van ontbinding vaststelt. De bestuurder wordt hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die voortvloeit uit zijn onrechtmatige daad, maar de schadevergoeding wordt beperkt tot een bedrag van € 6.049,53, vermeerderd met wettelijke rente. Het hof compenseert de proceskosten tussen partijen in hoger beroep.