Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
in eerste aanleg: gedaagde,
[appellante] ,
Flexper
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
afbeeldingen, de lettertypes, enz. (niet uitputtende lijst) worden bepaald door FLEXPER,
behalve indien anders overeengekomen, en deze laatste behoudt de auteursrechten. De
Abonnee is verantwoordelijk voor de inhoud van de website en voor het doorgeven van de
gegevens die op de te ontwikkelen website moeten geplaatst worden (…)
ofwel, indien er geen materiaal is, op het ogenblik van de ondertekening van het contract,
de Abonnee op ten minste één zoekmachine of SEA provider (Google op het moment
van de ondertekening van de onderhavige overeenkomst, maar FLEXPER kan beslissen
om van dienstverlener te veranderen (…)
werking van de zoekmachines zoals Google en kan in geen enkel geval
verantwoordelijk worden gesteld voor het slecht functioneren, het verdwijnen of
optie zoals omschreven in artikel 10, wordt onderhavige Overeenkomst gesloten voor
een onherroepelijke en niet reduceerbare termijn van 24 maanden. De Abonnee kan
evenwel besluiten om de Overeenkomst te ontbinden mits de betaling van een
ontbindingsvergoeding gelijk aan 60% van de nog niet vervallen maandelijkse betaling
voor de resterende periode.
aan de andere, drie maanden voor de einddatum van de Overeenkomst, via een
aangetekende brief met ontvangstbevestiging, dan wordt de Overeenkomst stilzwijgend
verlengd voor een achtereenvolgende periode van één jaar.
van de termijn of door vervroegde ontbinding, is de Abonnee ook gehouden de te zijner
beschikking tablet pc onmiddellijk aan FLEXPER te retourneren en wordt bij
niet-naleving een dwangsom opgelegd van 50,00 € per dag vertraging. Bij beëindiging
van de overeenkomst kan Abonnee een verzoek indien bij FLEXPER voor de overname
van de tablet pc tegen dagwaarde.
financiële schade, niet vindbaar op Google.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief Ikomt [appellante] op tegen het oordeel van de rechtbank in rechtsoverweging 4.1 dat ter comparitie is komen vast te staan dat Flexper een website heeft ontworpen en ontwikkeld en dat deze in gebruik is genomen door [appellante] en nog steeds wordt gebruikt. De rechtbank heeft haar oordeel op dit punt onder meer gebaseerd op de uitlatingen van [appellante] ter comparitie. Volgens [appellante] heeft de rechtbank haar misverstaan. Het hof kan haar daarin niet volgen.
grief IIkomt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat partijen geen fatale termijn voor de oplevering van de website zijn overeengekomen. In het bijzonder komt [appellante] op tegen de uitleg die de kantonrechter aan de woorden "Live Jan. 2014" heeft gegeven. Volgens [appellante] hebben deze woorden geen betrekking op de facturatie zoals de kantonrechter heeft aangenomen, maar op het "in de lucht gaan van de website".
Grief IIIborduurt voort op grief II en behoeft gelet op hetgeen het hof hiervoor met betrekking tot grief II heeft overwogen geen verdere behandeling.
grief IVkomt [appellante] op tegen het oordeel van de kantonrechter in rechtsoverweging 4.6 dat Flexper, doordat [appellante] in haar e-mailberichten van 31 maart 2014 en 30 april 2014 geen termijn heeft gesteld waarbinnen Flexper alsnog tot nakoming kon over gaan, niet in verzuim is geraakt zodat er geen grond is voor ontbinding van de overeenkomst.
grieven V, VI (gedeeltelijk), VII, VIII en IXborduren allen voort op de onjuiste aanname dat de overeenkomst door [appellante] rechtsgeldig is ontbonden en behoeven dus geen verdere behandeling. De stelling in het tweede deel van grief VI dat de wettelijke rente pas dient in te gaan op het moment dat de uitspraak van de rechter in gezag van gewijsde is gegaan, mist juridische grondslag. De kantonrechter heeft, gelet op leden 1 en 2 van artikel 6:119a BW terecht beslist dat rente wordt toegewezen over de vervallen facturen vanaf de vervaldatum en over de beëindigingsvergoeding vanaf de dag der dagvaarding. Het hof merkt in dit verband op dat [appellante] geen grief heeft gericht tegen het toepassen door de kantonrechter van de regeling van de wettelijke handelsrente op de vordering betreffende de ontbindingsvergoeding. Ook dit deel van de grief is tevergeefs voorgedragen.
5.Slotsom
grief Xdeelt het lot van de voorgaande grieven. [appellante] zal tevens als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het hoger beroep worden veroordeeld (2 punten in tarief I).
6.De beslissing
€ 311,- voor verschotten;