ECLI:NL:GHARL:2017:534

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 januari 2017
Publicatiedatum
25 januari 2017
Zaaknummer
200.195.039/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping hoger beroep Vakantiexperts B.V. tegen Milestone Holding B.V. wegens niet indienen memorie van grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 januari 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Vakantiexperts B.V. tegen Milestone Holding B.V. Het hoger beroep was ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, waarin de vorderingen van Vakantiexperts waren afgewezen. Vakantiexperts had op 2 februari 2016 hoger beroep ingesteld, maar heeft herhaaldelijk geen memorie van grieven ingediend, ondanks verleende uitstel. De laatste termijn voor het indienen van de memorie van grieven was op 25 oktober 2016, maar ook deze termijn is ongebruikt verstreken. Hierdoor is het recht om van grieven te dienen vervallen, wat heeft geleid tot de verwerping van het hoger beroep.

Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de zaak, gezien de internationale aspecten en de grondslagen van de vorderingen die zijn gebaseerd op onrechtmatige daad. De appellante, Vakantiexperts, is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van het geding in hoger beroep vergoeden aan de geïntimeerden, Milestone c.s. De kosten zijn begroot op € 5.213,- aan verschotten en € 2.290,- aan salaris voor de advocaat. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van processtukken en de gevolgen van het niet naleven van termijnen in het civiele procesrecht. Het hof heeft de zaak op basis van het griffiedossier beoordeeld, aangezien partijen niet unaniem om doorhaling op de rol hebben verzocht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.195.039/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel C/08/161744 / HA ZA 14-457)
arrest van 24 januari 2017 in de zaak van:
Vakantiexperts B.V.,
gevestigd te [A] ,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Vakantiexperts,
advocaat: mr. R.F. Goemans, kantoorhoudend te Amsterdam,
tegen

1.Milestone Holding B.V.,

gevestigd te [B] ,
2.
[geïntimeerde2],
wonende te [B] , en
3.
[geïntimeerde3],
wonende te [C] (Portugal),
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk:
Milestone c.s.,
advocaat: mr. R.C. de Mol, kantoorhoudend te Den Haag.

1.Het geding in eerste instantie

1.1
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 4 november 2015 van de rechtbank Overijssel, team kanton en handelsrecht, locatie Zwolle (hierna: de rechtbank).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij exploot van 2 februari 2016 (hersteld bij exploot van 16 juni 2016) is door Vakantiexperts hoger beroep ingesteld van voormeld vonnis met dagvaarding van Milestone c.s. tegen de zitting van 12 juli 2016. De conclusie van de appeldagvaarding strekt tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep voor zover daarbij de vorderingen van Vakantiexperts zijn afgewezen en tot het alsnog toewijzen van de in eerste aanleg niet toegewezen vorderingen van Vakantiexperts, met hoofdelijke veroordeling van Milestone c.s. in de proceskosten van beide instanties, vermeerderd met de wettelijke rente, alles uitvoerbaar bij voorraad.
2.2
Aan Vakantiexperts is op 16 augustus 2016 en op 27 september 2016 uitstel verleend voor het nemen van de memorie van grieven, op laatstgenoemde datum ambtshalve peremptoir tot 25 oktober 2016.
2.3
Vakantiexperts heeft op laatstgenoemde datum niet van grieven gediend, waarna de zaak is verwezen naar de rol van 8 november 2016 voor een laatste uitstel voor het nemen van de memorie van grieven, ambtshalve peremptoir.
2.4
Ter rolle van 8 november 2016 heeft Vakantiexperts niet van grieven gediend en is ambtshalve akte niet-dienen (AND) verleend. Door middel van een H8-formulier heeft Vakantiexperts verzocht om de zaak door te halen op de rol.
2.5
Milestone c.s. hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid ex art. 2.14 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (Lpr) om op de rol van 22 november 2016 te verzoeken een memorie van eis in incidenteel appel te mogen nemen. Milestone c.s. hebben arrest gevraagd en Vakantiexperts hebben (wederom) verzocht de zaak door te halen.
2.6
Aangezien partijen niet eenparig hebben verzocht om doorhaling op de rol, heeft het hof arrest bepaald, te wijzen op het griffiedossier.

3.De beoordeling

3.1
Geïntimeerde sub 3 ( [geïntimeerde3] ) is woonachtig in Portugal. Het geschil heeft derhalve internationale aspecten, zodat allereerst moet worden onderzocht of de Nederlandse rechter bevoegd is er kennis van te nemen. Het geschil betreft een burgerlijke en handelszaak als bedoeld in art. 1 lid 1 van de Brussel I-Verordening. De vorderingen ten opzichte van geïntimeerde sub 2 ( [geïntimeerde2] ) en [geïntimeerde3] zijn erop gebaseerd dat [geïntimeerde2] en [geïntimeerde3] als statutair bestuurders van Vakantiexperts onrechtmatig jegens die vennootschap hebben gehandeld. Ingevolge art. 5, aanhef en onder 2, van deze verordening heeft de Nederlandse rechter derhalve rechtsmacht, omdat de vorderingen in zoverre zijn gegrond op verbintenissen uit onrechtmatige daad, en de plaats waar het schadebrengende feit zich zou hebben voorgedaan (Hoofddorp, zijnde de vestigingsplaats van Vakantiexperts) zich in Nederland bevindt.
3.2
In art. 133 lid 4 Rv is bepaald dat indien een proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en daarvoor geen uitstel kan worden verkregen, het recht vervalt om de desbetreffende proceshandeling te verrichten.
3.3
Met ingang van 1 september 2016 zijn diverse bepalingen van het Lpr ingrijpend gewijzigd. Op grond van art. 10.1 Lpr zijn de bepalingen van het Lpr zoals die luiden met ingang van 1 september 2016 zowel van toepassing op zaken die vóór als op zaken die ná laatstgenoemde datum voor het eerst zijn ingeschreven.
3.4
In art. 1.7 Lpr is bepaald dat de termijnen ambtshalve worden nageleefd, tenzij uit dit reglement anders voortvloeit. Indien een proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en van die termijn geen uitstel kan worden verkregen, vervalt het recht om de proceshandeling te verrichten.
3.5
Op 25 oktober 2016 waren de gewone uitsteltermijnen voor het nemen van de memorie van grieven opgesoupeerd. Volgens de letter van het rolreglement zou op dat moment moeten zijn geconstateerd dat het recht op het nemen van een memorie van grieven was vervallen, zich vertalend in een ambtshalve verleende AND aan de wederpartij. Teneinde recht te doen aan HR 17 april 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1064) is evenwel nog eenmaal een uitstel van twee weken verleend, ambtshalve peremptoir. Na het ongebruikt verstrijken van die termijn is vervolgens op de rol van 8 november 2016 AND verleend, conform het bepaalde in art. 2.13 Lpr in samenhang met art. 1.7 Lpr. Daarmee is het recht voor Vakantiexperts om een memorie van grieven te nemen, vervallen.
3.6
Nu Vakantiexperts geen grieven heeft ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep, en in aanmerking nemend dat het beroepen vonnis niet in strijd is met rechtsregels die van openbare orde zijn, zal het hoger beroep van Vakantiexperts worden verworpen.
3.7
Vakantiexperts moet in hoger beroep worden beschouwd als de in het ongelijk te stellen partij. Het hof zal Vakantiexperts dan ook veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: ½ punt in tarief VIII).
De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
verwerpt het hoger beroep van Vakantiexperts;
veroordeelt Vakantiexperts in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die kosten aan de zijde van Milestone c.s. tot aan deze uitspraak op € 5.213,- aan verschotten en op € 2.290,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. H. de Hek en mr. L. Groefsema, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 24 januari 2017.