Uitspraak
1.North Trans Scheepvaartsbedrijf V.O.F.,
North Trans,
2. [appellant2] ,
[appellant2],
3. [appellant3] ,
[appellant3],
North Trans c.s.,
Kingma Shiptrading,
geïntimeerde,
Kingma,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.Vaststaande feiten
“1. Ein schriftlicher Kaufvertrag ist nicht abgeschlossen worden. Dies wird auch von Ihnen nicht behauptet.2. Ein mündlicher Kaufvertrag ist ebenso wenig abgeschlossen. Deswegen fehlt er insgesamt an einer rechtlichen Grundlage, aufgrund derer unsere Mandantin den Kaufpreis zahlen und das MS “ [E] ”abnehmen müsste.”In een brief van 23 augustus 2013 aan de advocaat van North Trans, mr. P.E. van Dam, heeft de advocaat van Kutter dit standpunt herhaald.
€ 8.884,11 (inclusief BTW) aan provisie wegens verrichte bemiddelingswerkzaamheden tussen Kutter en North Trans in rekening gebracht.
“er is afgesproken met de heer [C] toen wij het schip bij hem aanboden voor bemiddeling van verkoop nu ongeveer 3 jaar terug dat de provisie 2% van de verkoopsom bij verkoop zou zijn, tot op heden is het schip nog steeds niet verkocht.[C] is met een eventuele koper aangekomen waar hij divers werk en tijd in heeft gestoken maar heeft geen verkoop plaats gevonden dus heeft Kingma Shiptrading in onze ogen geen recht op dit geld.wij hebben omdat [C] er toch veel tijd in heeft zitten met [C] afgesproken dat wij eventueel bereid waren een deel te betalen maar niet het hele bedrag hier is geen reactie op geweest maar alleen een factuur van het hele bedrag.door het niet doorgaan van de verkoop zitten wij op het moment krap bij kas zodat de deelbetaling nog niet heeft plaatsgevonden deze stond in de planning voor 15 december maar ik ga nu eerst met onze advocaat overleggen wat wij hier mee gaan doen zoals al uitgelegd is er geen verkoop geweest.”
3.De procedure in eerste aanleg
"De factuur van 1 oktober 2013 (productie 1 bij dagvaarding) heb ik op 1 oktober 2013
"U vraagt mij aan de hand van de e-mail, gevoegd bij produktie 2 eerste blad bij de dagvaarding, van 1 oktober 2013 van 10.58 uur van Kingma, gericht aan de heer [appellant3] of ik met de heer Kingma die middag heb gesproken. Ja, dat klopt dat was op het eind van de middag. U vraagt mij of Kingma de dag daarvoor gesproken had met [appellant2] . Ja, dat heeft Kingma toen tegen mij gezegd. U houdt mij voor dat in die e-mail staat dat ik aan Kingma de toezegging heb gedaan dat ik zijn factuur zou betalen. Ik heb die toezegging toen helemaal niet gedaan. Ik had namelijk toen nog niet gesproken met [appellant2] . Er is in dat telefoongesprek gesproken over het feit dat de verkoop van de [E] in de soep liep. We hebben verder gesproken over de financiële positie van Kingma en dat hij graag wilde dat de [E] verkocht werd. Hij had zijn geld hard nodig. Ik heb hem toen gezegd dat wij nog geld tegoed hadden van een North Revinery. Over een toezegging om zijn factuur te betalen hebben wij in dat gesprek dus niet gesproken.
"Ik heb het meeste contact met de beer Kingma gehad, omdat (vooral) ik op de [E] vaar en mijn mede-vennoot [appellant3] op het andere schip van ons.
4.De bespreking van de grieven
grief Ikomen North Trans c.s. op tegen de feitenvaststelling door de kantonrechter. Nu het hof de feiten zelfstandig heeft vastgesteld en daarbij ook rekening heeft gehouden met de kritiek van North Trans c.s. faalt deze grief bij gebrek aan belang, nog daargelaten dat geen rechtsregel voorschrijft dat de rechter alle door de ene partij gestelde en door de andere partij erkende of niet weersproken feiten als vaststaand in de uitspraak dient te vermelden. Het staat de rechter vrij uit de tussen partijen vaststaande feiten die selectie te maken welke hem voor de beoordeling van het geschil relevant voorkomt. Bij de weergave van de feiten is het hof nog niet ingegaan op het dispuut van partijen over het precieze tijdstip van verzending en ontvangst van enkele e-mailberichten. Het hof komt daar hierna op terug.
grief IIIkomen North Trans c.s. op tegen de bewijswaardering door de kantonrechter in het eindvonnis. Met de grief leggen North Trans c.s. de vraag of Kingma heeft bewezen dat North Trans heeft toegezegd de in rekening gebrachte provisie te voldoen in volle omvang aan het hof voor.
na het telefoongesprek met [appellant3], in een e-mailbericht aan [appellant3] en [appellant2] de gemaakte afspraak bevestigd, aldus [C] .
voordat het telefoongesprek tussen [appellant3] en [C]plaatsvond. Het hof stelt vast dat het door Kingma overgelegde e-mailbericht van hem aan [appellant3] en [appellant2] als tijdstip 10.57 uur vermeldt.
e-mailbericht van 1 oktober 2013 niet na maar voor het telefoongesprek tussen [C] en [appellant3] is verstuurd. Het e-mailbericht kan dan geen bevestiging vormen van het telefoongesprek tussen beiden, dat in dat geval immers nog moest plaatsvinden. De op het
e-mailbericht van 1 oktober 2013 volgende e-mailberichten verliezen dan ook aan belang, omdat zij (groten)deels voortbouwen op het e-mailbericht van 1 oktober 2013. Cruciaal is dan ook wanneer het e-mailbericht van 1 oktober 2013 is verstuurd.
e-mailberichten nog niet heeft geleverd, gelet op de onduidelijkheid van het tijdstip van verzending van meergenoemd e-mailbericht. Het verdient uiteraard aanbeveling indien partijen met een eensluidende voordracht komen.