Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de vaststelling van kinder- en partneralimentatie na een ontbonden huwelijk. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 1 december 2015, waarin de alimentatiebedragen zijn vastgesteld. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft een behoeftelijst overgelegd die door het hof als uitgangspunt wordt genomen. De man is in hoger beroep gekomen met betrekking tot de hoogte van de kinderalimentatie voor hun minderjarige kind en de partneralimentatie voor de vrouw. Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie vastgesteld op 1 november 2015 en de hoogte van de bijdragen voor de kosten van verzorging en opvoeding van het kind en de kosten van levensonderhoud van de vrouw herzien. De man heeft zijn financiële situatie en draagkracht betwist, maar het hof heeft geoordeeld dat de man voldoende draagkracht heeft om de alimentatie te betalen. De beslissing van het hof is dat de man € 344,- per maand voor de kinderalimentatie, € 382,- per maand voor de levensonderhoud van de meerderjarige zoon, en € 90,- per maand voor de partneralimentatie aan de vrouw moet betalen, met de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.