2.3[appellant 1] en [appellant 2] komen in hoger beroep met vijf grieven op tegen de vonnissen van de rechtbank Overijssel van 22 augustus 2012, 28 januari 2015 en 8 juli 2015 en vermeerderen in hoger beroep hun eis met de vorderingen die hierna onder 2, 3 4, 5, 6, 7 en 9 zijn vermeld. Zij vorderen:
deze vonnissen te vernietigen;
gedaagden te veroordelen hun medewerking te verlenen aan de waardebepaling
(uitgezonderd de woning staande en gelegen aan [adres]
, die immers reeds bindend is gewaardeerd) en verdeling van de gehele
nalatenschap op grond van art. 3:179 BW waarin de erven deelgenoot zijn, derhalve
tevens omvattende de (on)roerende zaken staande en gelegen te Turkije (nader
omschreven in de akte ingediend zijdens eisers in eerste aanleg ter rolle van 6 mei 2015);
3. gedaagden te veroordelen dat indien na (bindende)waardering zij binnen twee maanden niet onderling tot een verdeling van de onroerende zaken staande en gelegen te
Turkije kunnen komen hen te veroordelen hun medewerking te verlenen aan overdracht
van hun aandeel in de nalatenschap in zijn geheel of in delen daarvan aan diegene die
ten aanzien van het geheel dan wel het betreffend bestanddeel het hoogste bod doet. Mocht bij notariële overdracht blijken dat de hoogste bieder niet afneemt door het verschuldigde bod niet te storten onder de notaris dan wordt hij geacht zijn aandeel daarin te hebben verspeeld en subsidiair te bepalen dat indien ook op deze wijze de nalatenschap gelegen te Turkije niet verdeeld geraakt deze te verkopen en de opbrengst te verdelen. Verkoop onder de waarde van het betreffend goed kan alleen met instemming van de erven gezamenlijk;
4. voor recht te verklaren dat er geen andere inkomsten of uitgaven zijn (tot 6 mei
2015) dan die bij akte ter rolle van 6 mei 2015 zijdens eisers in eerste aanleg in het geding is gebracht;
5. de vorderingen van de erven ziende op de verdeling van de inkomsten en
uitgaven die verband houden met het beheer van de nalatenschap tot 6 mei 2015 vast te
stellen op het saldo dat elk toekomt zoals verantwoord bij akte genomen door [appellant 1] en
[appellant 2] ter rolle van 6 mei 2015 en voor het overige [appellant 1] dan wel [appellant 2] te vrijwaren;
6. te bepalen dat op het aandeel van [geïntimeerde 2] in de nalatenschap € 10.000,- wegens overbedeling in mindering dient te strekken;
7. te bepalen dat [geïntimeerde 1] wordt belast met het verdere beheer van de
(algehele) nalatenschap met ingang van 6 mei 2015 dan wel met ingang van de datum der dagvaarding tot de verdeling en overdracht daarvan;
8. de door [makelaars] in opdracht van de door de rechtbank
benoemde notaris [notaris] , verrichte taxatie van 16 januari 2014 als bindend te
beschouwen en op grond van de daarin opgenomen waarde in verhuurde staat de woning aan [adres] , kadastraal bekend als Gemeente
[plaatsnaam] , [kadastraal nummer] , toe te delen aan [appellant 2] , aldus tegen de
taxatiewaarde van € 56.000,- dan wel te bepalen dat de woning wordt toegedeeld aan die
erfgenaam die het hoogste bod uitbrengt;
9. gedaagden te veroordelen om binnen een bij de uitspraak te bepalen termijn hun
medewerking te verlenen aan al hetgeen nodig is om tot een waardebepaling en verdeling te komen van de onroerende zaken staande en gelegen te Turkije en bij niet nakoming te veroordelen in een dwangsom van 500,- per dag dat geen gevolg wordt gegeven aan de verlangde medewerking c.q. vordering;
10. gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, te
veroordelen in de kosten van het geding in eerste aanleg alsmede het geding in hoger beroep, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,- (€ 199,- na betekening) een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na) kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na) kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
11. één en ander, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad.