ECLI:NL:GHARL:2017:7492
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.J. Stolwerk
- A. Smeeïng-van Hees
- I.G.M.Th. Weijers-van der Marck
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen griffierecht in mentorschapszaak
In deze zaak heeft verzoeker, mr. J.J. van Ewijk, namens zijn cliënte [belanghebbende] verzet aangetekend tegen de heffing van griffierecht in het kader van een mentorschapsprocedure. De procedure is gestart met een beroepschrift dat op 9 januari 2017 bij het gerechtshof is ingekomen, waarin verzoeker verzoekt om de beschikking van de kantonrechter van 4 november 2016 te vernietigen, die een mentorschap voor [belanghebbende] heeft ingesteld. Verzoeker heeft op 24 januari 2017 verzet aangetekend tegen de griffierechtheffing van € 313,-. De griffier heeft dit verzoek aangemerkt als verzet tegen het griffierecht en heeft geen standpunt ingenomen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 8 augustus 2017, waarbij verzoeker, [belanghebbende] en de bewindvoerder aanwezig waren. Verzoeker heeft aangevoerd dat [belanghebbende] onder beschermingsbewind staat en dat er geen financiële ruimte is om de proceskosten te betalen. Hij heeft een budgetplaatje overgelegd waaruit blijkt dat de beslagvrije voet hoger is dan het inkomen van [belanghebbende]. Verzoeker stelt dat de kantonrechter het mentorschapsverzoek heeft toegewezen zonder [belanghebbende] te horen, wat in strijd is met het recht op een eerlijk proces.
Het hof heeft geoordeeld dat de heffing van het griffierecht in dit geval een ontoelaatbare belemmering vormt voor de toegang tot de rechter, vooral omdat [belanghebbende] niet in de gelegenheid is gesteld om haar standpunt kenbaar te maken. Het hof heeft het verzet gegrond verklaard en het griffierecht vastgesteld op nihil, waarmee het verzoek van [belanghebbende] om toegang tot de rechter is gehonoreerd.