Uitspraak
1.Panelen Holland B.V.,
Panelen Holland,
GBP,
Panelen Holland c.s.,
1.Prodema S.A.,
Prodema,
advocaat: mr. G.A. Pots kantoorhoudende te Leeuwarden,
GIP,
Advocaat: mr. J.V. van Ophem te Leeuwarden,
Prodema c.s.
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordelingDe via De Vries Kozijnen geleverde panelen
De Vries Kozijnen geleverde panelen. Dat Heijmans Panelen Holland wel tijdig heeft aangesproken op de rechtstreeks geleverde panelen, betekent dan ook niet dat daarmee een
schadevergoedingsvordering van Heijmans op Panelen Holland betreffende de niet rechtsreeks geleverde panelen is gestuit.
niet in dit betoog. De garantieverplichting behelst alleen een aanspraak op vergoeding van de kosten van herlevering of vervanging van de panelen wanneer deze kosten zijn gemaakt. Panelen Holland heeft de kosten niet gemaakt. De kosten zijn gemaakt door Heijmans. Panelen Holland kan zich alleen op de garantie beroepen wanneer de door Heijmans gemaakte kosten (uiteindelijk) voor haar rekening komen. Dat is ten aanzien van de via de Vries Kozijnen geleverde panelen niet het geval.
Ook hebben zij een aantal orderbevestigingen en facturen overgelegd betreffende de levering van panelen aan Heijmans. De in die orderbevestigingen en facturen vermelde hoeveelheden hebben ze bij elkaar opgeteld, hetgeen resulteert in 5.331 m² .
Het deskundigenbericht
opmerkingen van partijen naar aanleiding van het concept-rapport. Enkele opmerkingen hebben ertoe geleid dat de deskundigen hun antwoorden in het definitieve rapport hebben gewijzigd ten opzichte van het concept-rapport.
Vervanging niet-zonbelaste panelen?
"
Significantie (kleur)verschil
d. "Hoe beoordeelt u, in het licht van hetgeen u in uw vorige vraag hebt geantwoord het
"- De foto's zijn onderzocht, geprint en digitaal, puur op een visuele beoordeling naar
"Verder kan in het algemeen vanuit esthetisch oogpunt worden gesteld dat het logisch is om de volledige beplating te vervangen indien specifieke te vervangen beplating geruime tijd is blootgesteld aan buitenklimaat. Dit om potentiële kleurverschillen te voorkomen."
"Ons oordeel kon alleen berusten op de aangeleverde stukken als eerder aangegeven de
"Specifiek voor dit project beoordelend op de producties 44 en 46 (meer is niet
Het hof stelt tevens vast dat de deskundigen in hun definitieve rapport bij de beantwoording van de vragen hebben vastgesteld dat het uit esthetisch oogpunt
wenselijkis om alle panelen te vervangen.
Hoeveelheid op kosten van Prodema c.s. te vervangen panelen
De kosten van de vervanging
"Wat was in 2009/2010 een redelijke prijs, uitgedrukt in een totaalbedrag per
(…)".
€ 249.476,- (totale kosten van de- en montage van zonbelaste panelen) = € 58.202,75.
bedrag van € 58.202,75. Bij dat bedrag dienen de kosten van de vervangende panelen te worden opgeteld, met dien verstande dat die kosten niet hoger zijn dan de kosten van de te vervangen panelen. Het hof heeft eerder, in r.o. 2.26 van het tussenarrest van 8 oktober 2013, vastgesteld dat met de levering van de panelen een bedrag van in totaal € 581.339,32 gemoeid is geweest. Voor rekening van Prodema c.s. komt daarvan 49% (zonbelast) x 23,33% (rechtstreeks geleverd) x € 581.339,32 = € 66.456,97. Tezamen met de kosten van de- en montage heeft Panelen Holland een bedrag van € 124.659,72 te vorderen.
"Alle door de rechter(s) gestelde vragen (a t/m f) overziende lijkt ons een reële
Wat er ook zij van deze bevinding van de deskundigen, het hof heeft de deskundigen alleen om een oordeel gevraagd over de kosten van de- en montage, niet om een oordeel over de door Heijmans berekende kosten van de aanschaf van vervangende panelen. Dat oordeel is ook niet relevant omdat Panelen Holland op grond van de garantievoorwaarden aanspraak heeft op vergoeding van de kosten van de vervangende panelen tot ten hoogste de kosten van de prijs die is betaald voor de te vervangen panelen. Die prijs was, zoals hiervoor is aangegeven, € 581.339,32, aanzienlijk lager dan de door de deskundigen in aanmerking genomen kosten.
Parkhofheeft Panelen Holland een bedrag van
€ 124.659,72 te vorderen van Prodema en GIP. Over dit bedrag is wettelijke rente verschuldigd vanaf 1 augustus 2010, de gevorderde ingangsdatum van de wettelijke rente. Tegen deze ingangsdatum is geen afzonderlijk verweer gevoerd.
Europanheeft GBP een vordering van € 37.929,10, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 februari 2006, op Prodema (tussenarrest
6 november 2012, r.o. 45 en 51).
8 oktober 2013, r.o. 2.9).
Edeis de vordering niet toewijsbaar (tussenarrest
6 november 2012, r.o. 26). Dat geldt ook voor het project
Dierdonck(tussenarrest
6 november 2012, r.o. 27), het project
KNSF(tussenarrest 6 november 2012, r.o. 31) en het project
Drinkwatervoorziening Roosendaal(tussenarrest 6 november 2012 r.o. 52).
proceskostenveroordelingen in de (onder)vrijwaring kunnen sowieso niet in stand blijven, gelet op het, overigens na het vonnis, gewezen arrest van de Hoge Raad van 28 oktober 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ6079), waarin de Hoge Raad 'om ging' en een einde maakte aan het
'doorschuiven' van proceskosten uit de vrijwaring naar de hoofdzaak.
Voor wat betreft de proceskosten overweegt het hof dat zowel Panelen Holland c.s. als Prodema c.s. gedeeltelijk in het gelijk zijn gesteld. Panelen Holland c.s. zijn in het gelijk gesteld op het punt van de aanwezigheid van garantieschade en ten aanzien van de diverse juridische verweren van Prodema c.s. Anderzijds zijn hun vorderingen ten aanzien van vier van de zeven projecten afgewezen en zijn hun vorderingen ten aanzien van de andere projecten voor ongeveer een achtste deel van het gevorderde bedrag toegewezen. Het hof ziet daarin reden om de proceskosten van het geding in eerste aanleg te compenseren. Voor het geding in hoger beroep zou een compensatie van kosten eveneens voor de hand liggen, maar het hof ziet reden om Panelen Holland c.s. te belasten met de volledige (overigens door hen voorgeschoten) kosten van het deskundigenbericht. Daartoe is redengevend dat het deskundigenonderzoek noodzakelijk was om de kosten van de- en montage te kunnen begroten en juist op dat punt zijn Panelen Holland c.s. in het ongelijk gesteld. Bovendien heeft het hof in het tussenarrest van 27 oktober 2015 overwogen dat Panelen Holland c.s. in een vroeg stadium van de appelprocedure in strijd hebben gehandeld met hun uit artikel 21 Rv. voortvloeiende verplichtingen door toen niet alle relevante informatie te verstrekken. Dat is later weliswaar rechtgezet, maar heeft er wel toe geleid dat partijen langer, en in meer processtukken, hebben moeten discussiëren over het onderwerp waarop de desbetreffende informatie betrekking had. Door de (substantiële) kosten van het deskundigenbericht geheel voor rekening van Panelen Holland c.s. te laten, worden Prodema c.s. naar het oordeel van het hof afdoende gecompenseerd voor deze procedurele omissie van Panelen Holland c.s.