Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Gevah Invest B.V.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een executiegeschil dat voortvloeit uit een borgtocht en een geldleningsovereenkomst. De appellant, wonende te Hengelo, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen Gevah Invest B.V., de geïntimeerde, met als doel de opgelegde executoriale beslagen op te heffen en terugbetaling van een bedrag van € 883.069,47 te vorderen. De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen, met de overweging dat er sprake is van een geldige borgtocht en dat de stelling van dwaling te laat is aangevoerd. Het hof heeft de feiten zelfstandig vastgesteld en de grieven van de appellant beoordeeld. De appellant heeft onder andere aangevoerd dat de borgtocht vernietigd moet worden wegens dwaling, omdat hij ervan uitging dat de gemeentelijke toestemming voor het realiseren van een zorgcentrum slechts een formaliteit was. Het hof oordeelt echter dat de dwaling betrekking heeft op een toekomstige gebeurtenis en dat de appellant niet kan stellen dat zijn voorstelling van zaken niet overeenkwam met de werkelijkheid ten tijde van het aangaan van de borgstellingsovereenkomst. Het hof bevestigt dat de borgtocht geldig is en dat Gevah niet verplicht is om eerst andere zekerheden uit te winnen voordat zij verhaal zoekt op de borg. Uiteindelijk faalt het hoger beroep van de appellant en wordt het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, waarbij de appellant wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.