ECLI:NL:GHARL:2017:8275
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Meines
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beslissing tot afwijzing van proceskostenvergoeding in WAHV-zaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, maar de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, stelde hoger beroep in en vroeg om vergoeding van proceskosten. De advocaat-generaal diende een verweerschrift in, maar maakte geen gebruik van de gelegenheid om te reageren op de nadere toelichting van de gemachtigde.
De zaak draaide om een administratieve sanctie van € 130,- die aan de betrokkene was opgelegd wegens het niet hebben van een geldig keuringsbewijs voor zijn motorrijtuig. De gemachtigde betoogde dat de termijn voor bekeuring nog niet was verstreken en dat de sanctie automatisch was opgelegd, wat volgens eerdere jurisprudentie niet mogelijk is. Het hof oordeelde dat de sanctie terecht was opgelegd, omdat de betrokkene niet had betwist dat het keuringsbewijs op de datum van de overtreding zijn geldigheid had verloren.
Het hof oordeelde verder dat de kantonrechter ten onrechte geen proceskostenvergoeding had toegekend. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter in zoverre en oordeelde dat de gevraagde kosten voor vergoeding in aanmerking kwamen. De gemaakte proceshandelingen werden beoordeeld en de advocaat-generaal werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten tot een bedrag van € 620,-. De beslissing van de kantonrechter werd voor het overige bevestigd.