ECLI:NL:GHARL:2017:8519
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Wijma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding met mobiele trajectsnelheidsmeter
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 16 oktober 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 255,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 29 km/h. Dit gebeurde op 22 november 2013 om 13.38 uur op de [a-straat] te [B]. De betrokkene betwistte de geldigheid van de meting, waarbij hij aanvoerde dat het meettraject te kort was en dat de mobiele trajectsnelheidsmeter niet volgens de geldende regels was gebruikt. De kantonrechter had de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd, maar de betrokkene voerde aan dat er specifieke feiten waren die aan de juistheid van deze verklaring twijfelden.
Het hof oordeelde dat de verklaring van de verbalisant, die bevestigde dat de meting correct was uitgevoerd met een geijkte mobiele trajectsnelheidsmeter, niet ongeloofwaardig was. Het hof stelde vast dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De betrokkene had ook aangevoerd dat er sprake was van schending van de redelijke termijn van berechting, maar het hof concludeerde dat deze stelling feitelijke grondslag miste. De redelijke termijn van berechting was niet overschreden, en de procedure was binnen de wettelijke kaders verlopen.
Uiteindelijk bevestigde het hof de beslissing van de kantonrechter, waarbij de opgelegde sanctie werd gehandhaafd. Het hof benadrukte dat de betrokkene niet voldoende onderbouwing had geleverd voor zijn verweer en dat de verklaring van de verbalisant als betrouwbaar werd beschouwd.