Uitspraak
[appellant],
1.Waterschap Vechtstromen,
het Waterschap, en
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde2],
het Waterschap c.s.,
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten, het geschil en de beslissing in eerste aanleg
krijgt rechten van weg over perceel 1[perceelnummer [0002] van [geïntimeerde2] , toevoeging hof]
en wel van en naar de dam voor perceel 1 bij de provinciale weg, alsmede vanaf ongeveer het midden van de ongeveer Westzijde van perceel 2 naar de oude Vechtarm en vandaar langs die oude Vechtarm naar de meest Westelijke zijde van perceel 1, komende het onderhoud van laatstgemelde weg en bedoelde dam voor rekening van de eigenaren der percelen 1 en 2 en het onderhoud van eerstbedoelde weg ten laste van de eigenaar van perceel 2, welke rechten worden gevestigd als erfdienstbaarheden ten bate van perceel 2 als heersend erf en ten laste van perceel 1 als lijdend erf[hierna: de erfdienstbaarheid, toevoeging hof]
”.
in conventie
4.De beoordeling in het incident
voorbij is gegaan, althans geen acht heeft geslagen op de planning en fasering van de werkzaamheden" treft dan ook geen doel. Van een kennelijke feitelijke misslag, dat wil zeggen: een vergissing in de feiten is die zo evident is dat daaromtrent geen redelijke twijfel bestaat, is daarom geen sprake.
21 november 2017voor memorie van grieven.