ECLI:NL:GHARL:2017:9010

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 oktober 2017
Publicatiedatum
18 oktober 2017
Zaaknummer
200.186.073/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping hoger beroep wegens niet indienen memorie van grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tussen No Limit Ships B.V. en Poseidon Propulsion B.V. No Limit Ships, gevestigd te Groningen, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 26 augustus 2015. In de procedure in hoger beroep heeft No Limit Ships herhaaldelijk uitstel gevraagd voor het indienen van de memorie van grieven, maar heeft uiteindelijk op de laatste termijn, 11 juli 2017, geen grieven ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de termijnen voor het indienen van de memorie van grieven zijn verstreken en dat er geen uitstel meer kon worden verkregen. Hierdoor is het recht om grieven in te dienen vervallen. Het hof heeft vervolgens het hoger beroep van No Limit Ships verworpen, omdat er geen grieven waren ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep. No Limit Ships is in de proceskosten van het hoger beroep veroordeeld, die zijn begroot op € 1.957,- aan verschotten en € 447,- aan salaris voor de advocaat. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.186.073/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/151489 / HA ZA 14-283)
arrest van 17 oktober 2017 in de zaak van:
No Limit Ships B.V.,
gevestigd te Groningen,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna:
No Limit Ships,
advocaat: mr. F.C.C. Wester, kantoorhoudend te Alkmaar,
tegen
Poseidon Propulsion B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna:
Poseidon Propulsion,
advocaat: mr. D.L.A. van Voskuilen, kantoorhoudend te Rotterdam.

1.Het geding in eerste instantie

1.1
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 26 augustus 2015 van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Groningen (hierna: de rechtbank).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de appeldagvaarding van 26 november 2015 waarbij door No Limit Ships hoger beroep is ingesteld van voormeld vonnis van 26 augustus 2015 met dagvaarding van Poseidon Propulsion tegen de zitting van 23 februari 2016.
2.2
Op de eerst dienende dag is Poseidon Propulsion verschenen. De zaak is verwezen naar de rol van 10 mei 2016 voor het nemen van de memorie van grieven door No Limit Ships. Op 10 mei 2016 en op 7 juni 2016 is aan No Limit Ships uitstel verleend voor het nemen van de memorie van grieven, op 7 juni 2016 tot 5 juli 2016. Op laatstgenoemde datum is aan No Limit Ships uitstel verleend voor het nemen van de memorie van grieven tot 11 juli 2017, ambtshalve peremptoir.
2.3
Ter rolle van 11 juli 2017 heeft No Limit Ships niet van grieven gediend. In verband met de overgangsbepalingen van het nieuwe rolreglement is de zaak nog éénmaal voor vier weken aangehouden voor het nemen van de memorie van grieven door No Limit Ships, ambtshalve peremptoir.
2.4
Ter rolle van 8 augustus 2017 heeft No Limit Ships niet van grieven gediend en is ambtshalve akte niet-dienen verleend aan Poseidon Propulsion.
2.5
Poseidon Propulsion heeft op de rol van 22 augustus 2017 laten weten geen gebruik te maken van de gelegenheid ex art. 2.14 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven (Lpr) om te verzoeken een memorie van eis in incidenteel appel te mogen nemen.
2.6
Arrest is bepaald op heden, te wijzen op het griffiedossier.

3.De beoordeling

3.1
In art. 133 lid 4 Rv is bepaald dat indien een proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en daarvoor geen uitstel kan worden verkregen, het recht vervalt om de desbetreffende proceshandeling te verrichten.
3.2
Met ingang van 1 september 2016 zijn diverse bepalingen van het Lpr ingrijpend gewijzigd. In art. 1.7 Lpr is bepaald dat de termijnen ambtshalve worden nageleefd, tenzij uit dit reglement anders voortvloeit. Indien een proceshandeling niet is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn en van die termijn geen uitstel kan worden verkregen, vervalt het recht om de proceshandeling te verrichten.
3.3
Op 11 juli 2017 waren de uitsteltermijnen voor het nemen van de memorie van grieven verstreken. Nadat de extra termijn van vier weken in verband met de overgangsbepalingen van het nieuwe rolreglement eveneens ongebruikt is verstreken, is akte niet-dienen verleend aan Poseidon Propulsion, conform het bepaalde in art. 2.13 Lpr in samenhang met art. 1.7 Lpr. Daarmee is het recht voor No Limit Ships om een memorie van grieven te nemen, vervallen.
3.4
Nu No Limit Ships geen grieven heeft ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep, en in aanmerking nemend dat dit vonnis niet in strijd is met rechtsregels die van openbare orde zijn, zal het hoger beroep van No Limit Ships worden verworpen.
3.5
No Limit Ships moet in hoger beroep worden beschouwd als de in het ongelijk te stellen partij. Het hof zal No Limit Ships dan ook veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: ½ punt in tarief II).
De beslissing
Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
verwerpt het hoger beroep van No Limit Ships;
veroordeelt No Limit Ships in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die kosten aan de zijde van Poseidon Propulsion tot aan deze uitspraak op € 1.957,- aan verschotten en op € 447,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. H. de Hek en mr. M.W. Zandbergen, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 oktober 2017.