Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij de rechtbank de verklaring arbeidsrelatie van belanghebbende, een kraamverzorgende, heeft vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de werkzaamheden van belanghebbende moesten worden aangemerkt als winst uit onderneming, met ingang van 1 januari 2015 als resultaat uit overige werkzaamheden. De inspecteur heeft hoger beroep ingesteld, terwijl belanghebbende incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Tijdens de behandeling van het hoger beroep is vastgesteld dat belanghebbende per 1 augustus 2015 in loondienst is gegaan bij haar opdrachtgever. De inspecteur heeft in zijn hoger beroep aangevoerd dat de verklaring arbeidsrelatie voor het jaar 2014 geen betekenis meer heeft, nu de aanslag in de inkomstenbelasting voor dat jaar onherroepelijk vaststaat. Het hof heeft geoordeeld dat er geen belang meer bestaat bij de verklaring arbeidsrelatie, waardoor zowel het principale als het incidentele hoger beroep niet-ontvankelijk zijn verklaard. Tevens is de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 40.