ECLI:NL:GHARL:2017:986
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- M. van der Meulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 12 februari 2015 het beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had een boete van € 100,- opgelegd gekregen wegens het overschrijden van de maximumsnelheid met 13 km/h op 20 juni 2012. De betrokkene betwistte de juistheid van de meting, stellende dat zijn voertuig de radarbundel niet recht had gepasseerd, wat zou hebben geleid tot een onjuiste meting van de snelheid. De gemachtigde voerde aan dat de behandeling van het beroep bij de kantonrechter te lang had geduurd.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant onvoldoende was om de gedraging vast te stellen. Het hof miste een aanvullend proces-verbaal van de verbalisant over de radaropstelling. Gezien het tijdsverloop en het feit dat de advocaat-generaal geen verweerschrift had ingediend, besloot het hof de beslissing van de kantonrechter te vernietigen en het beroep gegrond te verklaren. Tevens werd de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 735,-.
Het hof concludeerde dat de administratieve sanctie onterecht was opgelegd en dat de betrokkene recht had op restitutie van de door hem gestelde zekerheid. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte meting en de noodzaak van voldoende bewijs in WAHV-zaken.